Molema Landeweers machinefabriek en scheepswerf
13
Dirk Swierstra
Uit de aangevraagde hinderwetver
gunning bleek dat het bedrijf zou gaan
bestaan uit twee gebouwen: een hoofd
gebouw voor de draaierij, timmerwinkel,
smederij, scheepsmakerij en ketelmakerij
en een bijgebouw bestemd voor het ketel
huis, de machinekamer en de metaalgie
terij. De vereiste stenen schoorsteen zou
zestien meter hoog worden. Vanaf het Vliet
werd een kolk gegraven, waarbij Molema
en Landeweer een bok lieten bouwen voor
het lichten en plaatsen van ketels en
machines uit en in de schepen. Omdat de
geplande insteekhaven het voetpad naar
Kleyenburg zou doorsnijden, werd de
kolk aan de Vlietkant afgesloten met een
vlotbrug. De werf kwam al in het zelfde
jaar 1899 in bedrijf. Op 22 januari 1900
rukte de Leeuwarder brandweer uit voor
een brand op de nieuwe werf; het bleek
gelukkig loos alarm te zijn. De brandweer
vermeldde als adres van de werf Emma-
kade NZ., wat niet juist was want reeds in
1896 kreeg dit stuk weg aan het Nieuwe
Kanaal de naam Kanaalweg NZ.
De iezeren helling
Op 18 juli 1900 vroeg de firma, onder het
adres Poppebuurt 74, een vergunning
aan voor de uitbreiding van de machine
fabriek. Voor deze uitbreiding van de werf
hadden Molema en Landeweer een com
pagnon aangetrokken, Derk Stemmer.
Stemmer was een 'stille' vennoot; wat wil
zeggen dat hij niet vakbekwaam was, maar
wel over het benodigde geld beschikte. In
1900 stond het bedrijf in het jaarboek
van de gemeente Leeuwarden dan ook
vermeld onder de naam Firma Molema,
Landeweer Co.; in 1903 als Molema,
De scheepsbouwkundigen Roelof Molema en Derk Landeweer dienden op 12 april 1899
bij de gemeente Leeuwarden een aanvraag voor een hinderwetvergunning in waarin
zij toestemming vroegen voor de bouw van een machinefabriek met patentwerf, op
een stuk grond tussen het Nieuwe Kanaal en het Vliet. Molema, geboren in Hoo-
gezand, en Landeweer, geboren te Martenshoek, waren zwagers. In 1898 stonden
zij beiden in Leeuwarden ingeschreven als fabrikant, wonend aan het Noordvliet
421.
Interieur van één van de gebouwen van de fabriek aan het Vliet
Landeweer Stemmer. De uitbreiding
bestond uit een houten loods van 14 m.
breed en 42 m. lang, waarin ijzeren sche
pen gebouwd zouden gaan worden. De fir
manten vroegen tegelijkertijd vergunning
voor de bouw van twee woningen, waar
van er slechts één ook daadwerkelijk is
gebouwd. Het adres van de nieuwe direc
teurswoning werd Kanaalweg T 193.
Het bedrijf stond bij de bewoners van
het Vliet bekend als de 'iezeren helling'
ter onderscheiding van de nabij gelegen
werven van de Gebr. De Roos (Poppebuurt
76) en Drijver die een houten helling had
den. Rond 1910 bouwde de werf het beurt
schip Eendracht II voor de Gebr. Bakker te
Langweer voor 8000,-. (Dit is de latere
Watersport VI van H.J. van Duuren te
Leeuwarden). In 1918 blijkt D. Landeweer
de enige eigenaar te zijn. Deze directeur/
oprichter woonde bij het bedrijf op het
adres Kanaalweg T 193.