16
Nieuwestad (thans nr. 131) voor f 6602,-.
Hij gaf toen als beroep op 'architect van
buitens en tuinen'. Dat het Roodbaard
voor de wind ging, blijkt uit de koop van
zijn nieuwe huis aan een straat waar de
adellijke families en leden van de hoge bur
gerij en de kooplieden woonden. Uit deze
maatschappelijke laag kwamen immers
zijn opdrachtgevers voort. Als welgesteld
burger bezat hij een zitplaats zowel in
de Grote als in de Westerkerk te Leeu
warden en twee graven op de Algemene
Begraafplaats, die hij zelf in 1829-1830
had ontworpen. Ook hield hij zijn Gronin
ger huis in de Oude Kijk in 't Jatstraat, op
de hoek van de Broerestraat, tot zijn dood
in 1851 in bezit.
Roodbaard paste als hovenier de toen
modieuze stijl van de landschappelijke
aanleg in zijn ontwerpen toe. Deze stijl
ontstond aan het einde van de 18de eeuw
in Engeland en raakte in de eerste helft
van de 19de eeuw in zwang in Nederland.
De bekendste landschapsarchitecten en
tijdgenoten van Roodbaard waren J.D.
Zocher jr. (1791-1870) en S.A. van Lunte-
ren (1813-1877), die vele parken en tuinen
in het westen en midden van Nederland
hebben aangelegd. De kenmerken van de
landschapsstijl zijn de quasi-natuurlijk
geplante boomgroepen en de slingerpaden
tussen boon- en ovaalvormige gras- en
bloemperken. Het idee van een beek wordt
vaak in de vorm van een vijver in het plan
verwerkt. Ook zijn er meestal uitheemse
en stinzenplanten te vinden.
Roodbaards eerste tot nu toe bekende
ontwerp is dat voor Borniastate te Wei-
dum, uitgevoerd in 1819 in opdracht van
Bernhardus Buma. Zijn meest befaamde
werk dat bewaard is gebleven is echter
ongetwijfeld de Prinsentuin te Leeuwarden
uit 1820. In de voorganger van deze tuin
stond al in de 17de eeuw het zomerhuis
van de Friese Nassau's, die in Leeuwarden
op het Hof resideerden. Vanaf 1819 is de
tuin bestemd voor de ingezetenen van de
stad. Het aangrenzende bolwerk, de Olde-
hoofsterdwinger werd eveneens door Rood
baard heringericht. Ook was hij betrok
ken bij de aanleg van de Verlaatsdwinger
(1837). Hij ontwierp in 1825 een stads-
verswatervijver tussen de Vijverstraat en
de Oostersingel en in 1829 de Algemene
Begraafplaats aan de Spanjaardslaan.
Bij de laatste heeft hij de functies van
begraafplaats en wandelpark volgens het
concept van de romantiek verenigd.
Roodbaard werkte ook voor voorname
particuliere opdrachtgevers zoals voor de
familie Bieruma Oosting. Voor de latere
burgemeester Jan Bieruma Oosting ver
zorgde hij de aanleg van tuinen bij drie van
zijn stadshuizen aan de Weerd, Tweebaks-
markt en Nieuwestad.
Geliefd bij de Friese elite
Talrijke ontwerpen leverde hij voor leden
van de Friese elite die op het platteland
een state of landhuis bezaten. Zo maakte
hij tekeningen voor Staniastate te Oen-
kerk, De Klinze te Oudkerk en Vijversburg
te Tietjerk, alle in de Trynwalden ten oos
ten van Leeuwarden. In Beetsterzwaag
richtte hij tuinen in bij Lyndenstein en
Harinxmastate. Voorts was hij actief in
Oranjewoud, waar hij het prachtige park
bij Oranjestein ontwierp. Ook voor Epemas-
tate in Ysbrechtum leverde hij het ontwerp
voor de tuin. Al deze tuinen hebben de tijd
getrotseerd en geven een beeld van het ont
werptalent van Roodbaard, die ruim der
tigjaar, tussen 1819 en 1851, in Friesland
werkzaam is geweest. De waardering voor
zijn werk bij de Friese elite blijkt uit het
feit dat verschillende families hem steeds
bij elkaar hebben aanbevolen. Behalve in
Friesland verzorgde Roodbaard ook de
aanleg van een aantal tuinen bij buiten
plaatsen in Groningen en Drenthe.
Van Roodbaard zijn veel tekeningen
bewaard in archieven en bij particulie
ren. Bij het ontwerpen van tuinen heeft
Roodbaard gebruik gemaakt van de in
modelboeken afgedrukte voorbeelden, die
hij volgens eigen ideeën, met veel creati
viteit tot een eigenzinnig en herkenbaar
geheel had omgevormd. Zo is een stijl ont
staan die voor Roodbaard karakteristiek
kan worden genoemd. Roodbaard wordt
terecht gezien als de bekendste en meest
talentvolle tuinarchitect in het noorden
van Nederland. Gezien de verdiensten
van deze tuinarchitect voor het aanzien
van de stad Leeuwarden, is het aan te
bevelen om in de toekomst een straat
naar Roodbaard te noemen.
Schets van de omgeving van de Oldeliove van de hand van L.P. Roodbaard, waarschijnlijk gemaakt
t.b.v. het onderzoek naar de mogelijkheid tot aanleg van een algemene begraafplaats, ca, 1830