Van Noorderkerk tot It Aljemint
25
Gjalt van der Kooi Vorig jaar werd de genealogiemarkt gehouden in It Aljemint en dat was voor mij,
na bijna 40 jaar, de eerste keer dat ik de Noorderkerk weer betrad. Ik wist niet wat
ik zag en had moeite me te oriënteren. Was dit de plaats waar het grootste deel van
mijn jeugd lag? Natuurlijk, het was meer dan 50 jaar geleden, maar toch.
In 1943 werd mijn vader -na het overlij
den van de heer Laverman- koster van
de Noorderkerk; daarvoor werkte hij als
expeditieknecht bij stoomwasserij De Rui
ter, achter Tulpenburg. Het was een uit
komst voor het gezin dat op dat moment
in financieel moeilijke omstandigheden
verkeerde. Mijn vader had gesolliciteerd
naar de kostersbaan van de Koepelkerk
maar het werd de Noorderkerk.
Het was oorlog en de Noorderkerk, die
een beetje achteraf stond, was een gelief
koosde plaats voor samenkomsten van
de ondergrondse. Onder het mom van
een luchtbeschermingspost gebeurde daar
nogal wat. Het leek ook net echt, omdat
langs de hele achterkant van de twee ver
gaderlokalen een dubbelwandige houten
beschermingswand, gevuld met zand, was
aangebracht. Verder had de kerk voorde
len doordat de ingang en de uitgang ver
uit elkaar lagen en daardoor ontsnap
pingsmogelijkheden bood: de ingang aan
de Grote Kerkstraat en de uitgang aan de
Groeneweg.
Onderduikers
Het was wel oppassen geblazen omdat de
Duitsers regelmatig kwamen inspecteren
terwijl er voortdurend onderduikers waren.
Om de tijd te doden maakten de onder
duikers voor Jongbloeds bijbeldrukkerij
-ook in de Grote Kerkstraat- kartonnen
hoesjes. Was er onraad dan verdwenen de
onderduikers over het muurtje in de tuin
van de toenmalige Buma-bibliotheek, later
De ingang van de Noorderkerk in de Grote Kerkstraat met een trouwstoet ervoor, ca. 1960
(Foto: Collectie Van der Kooi)
Het kostersechtpaar Van der Kooi bij een fees
telijke gelegenheid begin jaren '60
(Foto: Collectie Van der Kooi)
Gemeentearchief. Het muurtje staat er
nog! Wij als kinderen moesten dan op de
plaats van de hoezenmakers gaan zitten,
en net doen alsof. Hoewel mijn vader over
een vervalst ausweis beschikte, nam hij
geen risico en had een schuilplaats in het
binnenste van het kerkorgel. Het orgel
stond toen tegenover de preekstoel. Tus
sen de pijpenbundels was een plateautje
(voor de orgelstemmer) waar precies een
matras paste, 's Nachts was dat ook de
plek voor onderduikers.
In de nacht van de overval op de gevan
genis in Leeuwarden op 8 december 1944
kwam een aantal mensen in de Noorder
kerk bijeen. Dat er wat aan de hand was,
was duidelijk; er waren wapens en de