it Gewone spulletjes van gewone mensen 1 Auke van der Kooi Na ongeveer vijfhonderd jaar in de grond te hebben gelegen, staart het ons weer aan: het narrenkopje. Het is één van de voorwerpen die werden gevonden op de Wissesdwinger. De grondwerkzaamheden nodig voor de bouw van de nieuwe woon torens bood de unieke kans om een blik in het bodemarchief te werpen en inzicht te krijgen in het leven op deze plek van de stad. Zoals je van een dwinger mag verwachten, lagen er veel musket- en pistoletkogels in de grond. Maar de meeste spulletjes -date rend van ongeveer 1450 tot 1650- waren afkomstig van gewone stadsmensen. Dat viel op te maken uit de meest voorkomen de munten die zijn gevonden, namelijk duiten, de kleinste munteenheid uit de zestiende en zeventiende eeuw. Uit de bodemvondsten bleek dat de rui me dwinger een geliefde speelplaats was; er kwamen mooie stukjes kinderspeelgoed aan de oppervlakte. Werpkootjes, waarmee een soort behendigheidsspel werd gespe eld, loden paardjes, bikkels, speelpennin- gen en een dobbelsteen. Sommig speel goed kan gebruikt zijn om kinderen op een beroep voor te bereiden. De vondst van een hamertje met bijbehorend beiteltje in een beerput getuigt daarvan. Gereedschap voor een latere timmerman of steenhou wer? De gevonden kookpotjes en bordjes waren waarschijnlijk vooral speelgoed voor meisjes. Het oudste kookpotje is van brons en dateert uit de tweede helft vijf tiende eeuw. Sleutels waren voor de kinde ren van toen ook al magische voorwerpen. Bijzonder leuk is de vondst van een kin derschoentje. Het is een leren muiltje voor een kindje van ongeveer één jaar. Door dat het al die tijd in het grondwater heeft gelegen, is het goed bewaard gebleven. Op de hak is het schoentje doorgesleten en Enkele artefacten die tijdens het onderzoek aan de Wissesdwinger aan de oppervlakte kwamen: een narrenkopje, een loden paardje, een speelgoedkookpotje en drie sleutels (Foto's: R. van Beuningen van Helsdingen) aan de voorkant is de neus er afgebroken. Waarschijnlijk is dat met opzet gedaan, zodat de ouders de aanschaf van een paar nieuwe schoenen nog even konden uitstel len. Bij het grondwerk op de Wissesdwin ger kwamen veel knopen en mantelspeld jes aan de oppervlakte. De knopen waren voor een groot deel versierd met het dam bordmotief. Dat devotie in de late middeleeuwen een belangrijke plaats innam, illustreren de tinnen insignes die gevonden werden. Eén is afkomstig uit het bij Berlijn gelegen pelgrimsoord Wilsnak. Een ander is ver sierd met een roos en bladmotieven en was waarschijnlijk, net als het derde insigne, gewijd aan de heilige Barbara. Samen met de heilige Catharina was zij in de late mid deleeuwen bijzonder populair en op tal van plaatsen werden deze heiligen vereerd. Geheel los van deze voorwerpen staat de vondst van een gewichtje van 12,9 gram uit de negende eeuw. Deze vondst duidt op het handelsverleden van Leeuwarden in de tijd van de Vikingen. Enkele jaren geleden werd in Lekkum een gedeelte van een balans uit dezelfde periode gevonden. Het is duidelijk dat aan de Dokkumer Ee, die vroeger ter hoogte van de Wissesdwin ger de stad binnenstroomde, handel werd gedreven. Het is bijzonder leuk dat de vondst van enkele tientallen voorwerpen een beeld oplevert van de historie van een plek in de stad, in dit geval de Wissesdwinger.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2001 | | pagina 3