Familienaam Tulp leeft voort
24
Durk Heddema Het ligt voor de hand te veronderstellen dat de naam van het appartementencom
plex aan de Oostergoweg afkomstig is van de straatnaam Tulpenburg, maar dat is
niet het geval. De naam is ontleend aan een gardeniersfamilie met de naam Tulp,
die omstreeks 1700 in Leeuwarden haar bedrijf uitoefende.
In een huwelijksregister, aanwezig in het
Leeuwarder Historisch Centrum komen
we tegen: 'de 30 juli 1692 ondertrouw
den Marten Si(j)brens Tulp, gardenier
onder de klockslagh van Leeuwarden en
Martien Dircks onder de klockslagh van
Leeuwarden 14 augstus 1692.'
De Fryske Akademy heeft Quotisatie
kohieren uitgegeven, boeken waarin de
namen, beroepen en welstand van de
Friese bevolking zijn opgetekend. In het
deel over Leeuwarden over het jaar 1749
staat als 'guardenier' vermeld een Sipke
Sybrans Tulp met zijn gezin, bestaande
uit twee volwassenen en drie kinderen.
In dezelfde kohieren treft men als 'guar
denier' een Dirk Martens Tulp aan met
een gezin van vier volwassenen en twee
kinderen. In het eerder genoemde huwe
lijksregister komt men Sipke Sybrans
Tulp ook tegen: '5 november 1740, Sipke
Sijbrens Tulp, gardenier van onder de
klokslag en Grietje Saskers Feenstra van
onder de klokslag, Galileërkerk 27-11-
1740.'
Gardeniersland aan de Potmarge
De vraag rijst waar dat gardeniersbedrijf
uitgeoefend werd. In 'Verhuringe van de
Landen en Plaatsen beneffens de verdere
Effecten, de Stad Leeuwarden toebeho
rende, voor de tijd van Seeven Jaaren,
ingaande met Petri en May 1773 en ein
digende op gelijke Tijden des Jaars 1780
vinden we onder nummer 49 de aanteke
ning:
Vier en Drie vierde Pondematen, Gar
deniers Land gelegen aan de Potmarge
tegen over het Vuilnis Land, bij
Sipke Sijbrans Tulp wordende gebruikt.
Op dit Land staan eenige Vrugtboomen
die de huurder op Tauxatie na de Eerste
Planting aan de afgaande Huurder bij
het ingaan der Huur, op een Termijn in
klinkende Munte zal moeten voldoen.
Aldus verhuurd aan Sipke Tulp Guarde
nier onder het behoor van deese Stad voor
de tijd van Seeven Jaaren's Jaars voor de
Somma van Sestig Cargls: dus 60,-.
Op het land dat in 1772 aan Sipke Tulp
werd verhuurd stonden enkele vruchtbo
men en de huurder mocht de bomen 'om
dit Land staande' de laatste drie jaar van
de verhuurperiode niet kappen. Uit het
zelfde stuk wordt duidelijk dat Sipke Tulp
onder het 'behoor van onze Stad' woonde;
in een ander stuk lezen we 'Sipke Tulp,
Guardenier agter de Hoven alhier.' Het
in stuk nummer 49 genoemde 'Vuilnis
Land' lag aan de westzijde van het zuid
noord lopende gedeelte van de Potmarge
dat uitmondt in de stadsgracht; het Gar
deniers Land lag aan de oostzijde van de
Potmarge. Dat blijkt ook uit Ljouwert: de
Klokslach 1828 1700 1580, een uitgave
van de Fryske Akademy behorende bij de
Kadastrale en Prekadastrale Atlas van
Fryslan 1640-1832. Uit deze publicatie
blijkt namelijk dat Marten Tulp gebrui
ker was van het perceel, in de floreenco-
hieren vermeld onder nummer 298. Deze
Marten Sybrens Tulp was waarschijnlijk
de grootvader van de eerder genoemde
Sipke Sijbrands Tulp.
In 1832 werd in verband met de grond
belasting het kadaster ingevoerd. Het
floreenkohiernummer 298 werd het
kadastrale nummer 804, sectie G.
Door kaartering met als uitgangspunt de
in 1866 aangelegde spoorlijn naar Gro
ningen én met de loop van de Potmarge
op verschillende kaarten, blijkt dat het
appartementencomplex De Tulp voor een
groot deel staat op perceel nummer 804.