De stadhouderlijke grafruimte in de Grote Kerk 20 Hendrik ten Hoeve De Grote Kerk, als Dominicanerklooster het oudste gebouw en een van de belang rijkste monumenten van Leeuwarden, is ook als begraafplaats bijzonder. Naast vele andere notabele Leeuwarders hebben de voorouders van ons huidige konings huis hier hun laatste rustplaats gevonden. Hoewel de grafkelder niet toegankelijk is voor publiek is het 'bovengrondse' in ieder geval een deel van het jaar vrij toe gankelijk en de moeite van het bekijken zeker waard. De geschiedenis van de grafruimten van de Friese stadhouderlijke familie begint in 1588. Op 13 juni van dat jaar overleed prinses Anna, dochter van Willem van Oranje. Ze was in 1587 getrouwd met haar neef, de Friese stadhouder Willem Lodewijk van Nassau. Haar lichaam werd bijgezet in een grafkelder in het koor van de Grote Kerk. Later liet Willem Lode wijk boven de kelder een tombe van zwart marmer plaatsen, waarop in wit albast Anna als gisant - als bovengrondse dub belganger - kwam te liggen. Stadhouder Willem Lodewijk stierf in 1620. Hij werd naast zijn vrouw in de grafkelder bijgezet. Ter herinnering aan hem werd tegen de noordmuur van het koor een groot monu ment opgericht. Het werd ontworpen door Pie ter Hendricksz. de Keyzer, zoon van de beroemde Hendrick de Keyzer. Doorsnede uit 1769 van de in 1696 gebouwde sepulture of bovengrondse grafruimte in de huidige consistoriekamer aan de noordkant van het koor Hier werd het overschot van 't stoflijk deel bewaart, Der Vorsten, die hun Goed, nog Bloed, hebben gespaart Willem Lodewijk werd als stadhouder opge volgd door zijn broer Ernst Casimir. Hij sneuvelde in 1632 bij het beleg van Roer mond waar hij door een kogel in het hoofd werd getroffen. Men vervoerde zijn gebal semd lichaam naar Leeuwarden, waar bij zetting in de grafkelder plaatsvond. Bij de restauratie van de Grote Kerk in de jaren 1972-1978 werd zijn schedel met een gaatje erin aangetroffen. Op 21 juli 1640 besloot de magistraat van Leeuwarden tot uitbreiding van de grafkelder in westelijke richting. De nieuwe kelder kwam een halve meter hoger te liggen dan de oude. Willem Frederik, stadhouder van 1640 tot 1664, zijn vrouw Albertina Agnes en een dochtertje, Sophia Hedwig werden hierin bijgezet. Plattegrond uit 1769 van de vorstelijke grafkelder in de Grote Kerk, zoals iveergegeven in een oud grafregister van de N.H. Gemeente Leeuivarden Toen stadhouder Hendrik Casimir II op 15 maart 1696 stierf, bleek er opnieuw te weinig ruimte in de grafkelder te zijn. Weduwe Henriëtte Amalia van Anhalt- Dessau gaf toen opdracht deze in westelij ke en zuidelijke richting te vergroten. De nieuwe kelder kon echter niet in gebruik genomen worden omdat er voortdurend water in stond. De prinses kreeg daarom toestemming het barenhok van de Grote Stadhouder Ernst Casimir (1573-1632)

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2003 | | pagina 22