6 Het opbrengen van een collaborateur op de Nieuuiestad, 15 april 1945 eentje in burger die zich terughoudend had opgesteld bij het tuinhekje en niet zicht baar is op het fragment. Rodenburg wist nog wie dat was: Dreeuws. Volgens Gerk Koopmans van het Ver zetsmuseum in Leeuwarden, is dit overi gens een uniek fragment: het is het enige filmdocument in Europa waarop de betrokkenheid van politie-functionarissen van bezette landen bij de jodenvervolging op beeldmateriaal is vastgelegd. Wat al plausibel was lijkt met dit frag ment nog meer bevestigd: namelijk dat Leeuwarder politiemannen, Dreeuws incluis, actief betrokken zijn geweest bij de jodenvervolging. Onversneden helden bestaan alleen in films. Maar de opmer king dat de werkelijkheid altijd genuan ceerder is lijkt in dit geval een wel heel erg understatement. Held dankzij een verloren toss Waarom heeft de historicus De Jong, toen hij het initiatief nam tot verfilming van de gevangeniskraak, niet onderzocht wat de politieman, die als filmpersona ge in zijn scenario een van zijn beoogde helden was, deed in de bezettingsjaren vóór 1944? Het antwoord op die vraag ligt besloten in de kritiek die De Jongs monumentale, geschiedkundige werk van collega-historici kreeg. Die kritiek richtte zich op het omvattende perspectief dat De Jong voor zijn geschiedschrijving koos en dat zich als volgt laat samenvatten. In 1940 werd het neutrale Nederland door de machten van het kwaad overrompeld. Maar na een periode van verwarring en ondanks alle brute onderdrukking her vond de natie zich. Sommigen bezwe ken weliswaar onder de corrumperende invloeden van het kwaad (de 'fouten'), maar het overgrote deel van het Neder landse volk zag kans zijn identiteit te behouden en de geestkracht te ontwikke len om verzet te bieden. En dankzij die geestkracht kon de natie in 1945 als een feniks uit de as herrijzen. Dat is het beeld dat De Jong met zijn geschiedschrijving, met de tv-serie De Bezetting en met De Overval trachtte te scheppen. Op basis van dat beeld schiep hij het, in zijn hel dendom ééndimensionale personage van inspecteur Bakker. Het is zonder twijfel een mooi beeld, dat Nederland dan ook graag adopteerde als zelfbeeld, daartoe mede gestimuleerd door de, na de bevrijding uitgebrachte gedenk borden en postzegels met de tekst 'Herrij zend Nederland'. Maar niet een beeld dat recht doet aan de werkelijkheid, die er vanzelfsprekend een stuk menselijker uitzag. Menselijk in die zin dat het merendeel van de Neder landers tijdens de moeilijke jaren van de bezetting heeft geprobeerd, zo goed en zo kwaad als dat ging, er maar het beste van te maken. Niet de hoeken opzoeken waar de klappen vallen, de andere kant opkijken als er toch geslagen wordt en geen grote risico's nemen als dat voor het eigen lijfsbehoud niet noodzakelijk was, waren de credo's. Men deed wat mensen doen in dergelijke omstandigheden: niet de nek uitsteken en zich aanpassen. Ove rigens is het eerder beschreven filmfrag ment van Rodenburg ook in dit verband illustratief. Het ophalen van de familie De Jong, bejaarde mensen nota bene, waarvan toch alle buren zich hebben afgevraagd waarom die in hemelsnaam nog moesten worden gedeporteerd voor tewerkstelling, zoals het officieel heette, gaat niet gepaard met een oploop van buurtbewoners. Een paar kinderen staken even hun spel en een nieuwsgierige fietser houdt even in, maar van luidruchtig aan hun verontwaardiging uiting gevende buren is geen sprake. Lastige beslissingen Gedurende de vier bezettingsjaren die vooraf gingen aan zijn arrestatie heeft Dreeuws wellicht enige hand- en span diensten verleend aan ondergrondse ver zetsactiviteiten, maar buiten zijn informa tieverstrekking aan Houwing is daarover mij althans niets feitelijks bekend. Ik denk dat de stelling gerechtvaardigd is dat Dreeuws hetzelfde deed als het over grote deel van de Nederlanders. Hij had een baan en een carrière te verliezen en een gezin te onderhouden. En dus paste hij zich, net als bijna iedereen, maar zo goed mogelijk aan. Als politieman heeft hij, meer dan anderen, voor lastige beslis singen gestaan. Wel of niet aanblijven toen het politie-apparaat werd gelijkgescha keld? Wel of niet aanblijven toen hij als ambtenaar de niet-jood verklaring moest ondertekenen? En wel of niet aanblijven toen de politie werd ingeschakeld bij het ophalen en escorteren van joden die hun deportatie-orders hadden gekregen? En trouwens, bij al deze gewetensvragen mag

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2003 | | pagina 8