7
lof Gerlofs, de jongste zoon, zet de traditie
voort, ook hij is turfdrager. Daarnaast is
hij bezemmaker, een bekend beroep in die
tijd. Een van de stegen van het Noordvliet
heette zelfs de Bezemmakerssteeg. In 1848
trouwt Gerlof met Johanna Schotman. Drie
weken na het huwelijk wordt er al een zoon
geboren: weer een Gerlof. Dit gezin woont
op het Zuidvliet in een steeg op nummer
120. Die steeg is de Gardenierssteeg. Gerlof
senior wordt niet oud: hij overlijdt in 1852.
Zoon Gerlof neemt de zaak over, ook hij is
bezembinder. Hij woont eerst op het Noord
vliet, waarschijnlijk op nummer 230. Deze
woning staat in de zevende steeg oostelijk
van de voormalige Witte Brug. Hij trouwt
met Elisabeth Meisje. Deze Elisabeth
woonde voor haar huwelijk bij mevrouw
Looijenga, vooraan op het Noordvliet. Ger
lof woont dan ook al op het Noordvliet, op
nummer M 76. Dat is achterin het derde
steegje ten oosten van de genoemde Witte
Brug. Het jonge echtpaar vestigt zich op
het adres Noordvliet 35. Ook dit adres is in
een steeg bij de Weerklanksteeg. Een van
hun kinderen is mijn opa Beers, geboren in
1876. Opa en opoe betrekken later een huis
in de Nieuw-Amsterdamstraat. Het eerste
gezin van mijn voorvaders dat sinds 1700
niet op het Vliet woont.
W. Dolk noemt in zijn boekje Leeu-
Het Noordvliet met de Witte Brug rond 1922
warder straatnamen, enkele namen van
straten en stegen in de Weerklank en bij
het Vliet. In bovenstaand stukje worden
stegen aangeduid waarvan ik geen naam
ken. Wie weet nog namen van gloppen en
stegen uit die buurt? Ik ben benieuwd.
Kadastrale kaart uit 1832 van het Vliet en naaste omgeving. De vele niet meer bestaande steegjes staan hier nog op aangegeven. Links de Boomsbrug,
vervolgens de Witte Brug en helemaal rechts de Blauwe brug