11
Pagina uit het Handschrift Siderius, de familiekroniek die begint in 1653
met een scheepsmast de deur van het
raadhuis rameide. Het zittende stadsbe
stuur dat daar aanwezig was om, zoals
gebruikelijk op nieuwjaarsdag, samen
met kiesmannen nieuwe leden van hun
college te kiezen, kan zich ternauwer
nood in veiligheid brengen. De oproer
lingen beschuldigen de stadsbestuurders
van vriendjespolitiek en verduistering
van gemeenschapsgelden. Wanneer ze
met hun grieven voor een gesloten deur
komen, slaat de vlam in de pan.
De nakomelingen van Mathijs hebben
eveneens stedelijke bestuursfuncties ver
vuld. Meynte Mathijs, de dagboekschrijver
(1603-1669), was burgervaandrig en hop
man van Oost Minnema-espel, bouwmees
ter van de stadsdoelen en vroedsman. Hij
heeft het daar waarschijnlijk zo druk mee
dat hij in 1641 de ijzerwinkel verhuurt.
Omstreeks deze tijd verandert ook de fami
lienaam. Arnoldus, halfbroer van Meynte,
is predikant en de naam Iserman is toch
wel erg stoffelijk; hij gebruikt zijn kennis
van de beide klassieke talen om zich een
familienaam aan te meten die meer in over
eenstemming is met zijn beroep en status.
Aan de Griekse grondvorm sidèros (van
ijzer) voegt hij een Latijnse uitgang toe en
zo onstaat de naam Siderius.
Van de drie zonen van Meynte wor
den er twee, Mathijs en Annius, goud
en zilversmid; ze worden echter beiden
niet oud. De derde, Sicco Siderius, is van
beroep loodgieter en pompmaker en is
tevens vroedsman, bouwmeester en rent
meester van Leeuwarden. Ook is hij ijker
van de maten en gewichten in Friesland,
administrateur van de 'guarde du corps'
van prinses Maria Louise en voogd van
het Nieuwe Stadsweeshuis. Hij woont
met zijn tweede vrouw Auckien Hania op
de Druifstreek en later op de Smalle Zijde
van de Nieuwestad, nu NZ nr 99.
Van de zilversmeden Siderius is helaas
zeer weinig werk bewaard gebleven. In
1999 werd bij Christie's in Amsterdam
een brandewijnskom van Annius Siderius
geveild.
Canon en coegels
Zowel Mathijs als Sicco hebben een zoon
Meinardus. De zoon van Mathijs studeert
rechten in Franeker en wordt advocaat.
Hij bekleedt ook weer veel fucties in het
stadsbestuur en heeft zitting in de bestu
ren van verschillende zorginstellingen,
zoals het Sint-Anthonygasthuis, het Nieu
we Stadsweeshuis en het Poptagasthuis.
Meinardus is als stadsbestuurder ook
betrokken geweest bij de bouw van het
nieuwe stadhuis van Leeuwarden, dat op
dit ogenblik een grote restauratie onder
gaat. Hij administreerde alle ontvangsten
en uitgaven en heeft daarvan tweemaal
verantwoording afgelegd namelijk in 1716
en in 1718. De totale kosten van het nieuwe
stadhuis hebben waarschijnlijk de begro
ting overtroffen, want om de nieuwbouw
te financieren werd overal naar middelen
gezocht. Zo vinden we onder de inkomsten
zelfs een post inzake de verkoop van 'canon
en coegels' voor 7291 gulden.
Lang leek het erop dat de Leeuwarder
tak van de familie Siderius zou uitster
ven. De andere Meinardus, de zoon van
Sicco, had alleen dochters en de advo-
kaat Meinardus trouwde pas op vijftig
jarige leeftijd met Wobbina Broersma, de
dochter van een Leeuwarder chirugijn en
vroedsman. Ze kregen twee zonen en twee
dochters, die al op jonge leeftijd wees wer
den. Helaas is in de stedelijke archieven
niets te vinden omtrent het beheer van
hun goederen of verdere opvoeding. Toch
kwamen ze goed terecht. De twee meisjes
trouwden met een predikant en jongste
zoon Gabynus werd net als zijn vader
advokaat. De oudste zoon Mathijs koos
een heel andere richting, hij studeerde
vestingbouwkunde te Franeker en werd
ingenieur bij de genie. In 1765 publiceert
hij een boek over de vestingbouw volgens
de principes van Vauban, dat in Leeuwar
den wordt uitgegeven. Mathijs legt met zijn
beroepskeuze de grondslag voor een nieuwe
familietraditie, want zijn zoon wordt even
eens ingenieur bij de genie en z'n kleinzoon
officier bij de artillerie. Deze laatste dient
voornamelijk in de Zuidelijke Nederlanden
en door de staatkundige verwikkelingen in
1830 gaan zijn nakomelingen als Belgen
door het leven. De familie woont in het
Waalse gedeelte in de buurt van Namen
en levert enkele generaties van notarissen,
maar is nu bijna uitgestorven.
Door huwelijken met elkaar verbonden
Zoals we zagen werd Gabynus, de jongste
zoon van Meinardus en Wobbina, advo
caat. Hij trouwt met Catharina Semler,
dochter van Johan Georg Semler, mees-
Li CCA» H