De crack van Frisia: Toon Dalhuysen
27
Yme Kuiper Dit jaar viert de oudste voetbalvereniging in het Noorden, de LAC Frisia 1883, haar
120-jarig bestaan. Toch werd er gedurende de eerste tien jaren in de club meer
cricket dan voetbal gespeeld. Immers pas in 1894 sloot de vereniging zich aan bij
de Nederlandsche Voetbal Bond.
Het kampioenselftal van Frisia in de competitie 1924-1925. Van luiks naar rechts: onbekend, Wim
Overmeer, Henk Steinvoorte, onbekend, onbekend, onbekend, Theo Kingma, Lammert Steinvoorte,
Piet Visser, Anton Dalhuijsen, Kees Kooyman, onbekend
Weer tien jaar later was Frisia voor het
eerst kampioen van het noorden. Kort
daarna werd de Wilhelminabaan ('de
Baan') als speelterrein betrokken en het
clubkostuum ingevoerd. Dat wordt ook
nu nog gedragen: een blauw-geel, verti
caal gestreept shirt, met zwarte broek.
In die tijd speelden slechts zes a zeven
ploegen, waaronder Be Quick, Velocitas
en Forward uit de stad Groningen, in een
zogeheten 2e klasse van de NVB om het
noordelijk kampioenschap. Pas tijdens de
Eerste Wereldoorlog kreeg ook het noor
den een eigen le klasse. Jarenlang zou
Be Quick het kampioenschap daarvan
voor zich opeisen. In het seizoen 1924-
1925 wist Frisia echter die hegemonie te
doorbreken. Op 'de Baan' werd het kam
pioenschap binnengehaald met een 3-0
overwinning op Velocitas. Dat was op 15
maart 1925. De drie goals waren gemaakt
door Anton Dalhuysen, al bijna dertig jaar
op dat moment.
Onvermoeibare zwoeger
Toon, zoals hij door zijn medespelers werd
genoemd, was de onvermoeibare zwoeger
in het team. Klein van stuk ging hij fana
tiek voorop in de strijd, de teamgenoten
meeslepend in zijn enthousiasme. Vanaf
zijn debuut in 1917, een thuiswedstrijd
tegen Forward, gold hij als een crack.
Frisia won die wedstrijd met 10-2. Toon
scoorde acht maal en de hele jongens
rang begeleidde hem die avond naar huis.
Naast strijdlust beschikte Toon over een
goed spelinzicht en, zo zouden we nu zeg
gen, veel scoringsvermogen. In tegenstel
ling tot vele elftalgenoten mocht hij graag
'switchen'. Dat leverde hem dan weer van
de toeschouwers aan de kant het verwijt
op dat hij nooit zijn plaats hield. Niette
min speelde Toon regelmatig in vertegen
woordigende elftallen. Zo werd hij in 1920
opgesteld in het team van de 'Rest van
Nederland', dat in Rotterdam het 'Rot-
terdamsch Elftal' met 1-0 versloeg. Het
doelpunt kwam van de voet van Anton
Dalhuysen. Maar het Nederlands elf
tal zou deze Leeuwarder jongen net niet
halen. Rechtsbinnen was zijn lievelings
positie (in de toenmalige vijfmansvoor
hoede), maar mocht het nodig zijn dan
kon de keuzecommissie van Frisia hem
ook gerust de positie van centervoor, cen-
terhalf of linksbinnen geven. In het jubi
leumboek dat de KNVB in 1964 bij zijn
75-jarig jubileum uitgaf, sloot ir. Ad van
Emmenes zijn stukje over de geschiede
nis van Frisia af met de zinsnede 'Anton
Dalhuysen is ongetwijfeld hun beste spe
ler geweest'.
Rampzalige verliezen
in Deventer en Rotterdam
Als noordelijk kampioen streed Frisia
in 1925 met Sparta (Rotterdam), NAC
(Breda), Go Ahead (Deventer) en HBS
(Den Haag) om het kampioenschap van
Nederland. Het zou de eerste en enige
keer zijn. De competitie begon direct na
het behaalde afdelingskampioenschap. In
Deventer speelde Frisia de eerste wed-