La» it
28
maart 1925. Frisia verloor met 9-2. De Frisia-aanvaller is Toon Dalhuysen en de Go Ahead-
doelman is Leo Halle
strijd tegen Go Ahead en verloor met
maar liefst 9-2. 'Een débacle', aldus de
reporter van de Leeuwarder Courant, die
de hoop uitsprak dat Frisia in de andere
wedstrijden meer de eer van het noorden
hoog zou houden. Zesduizend toeschou
wers zagen dat de Deventenaren al met
5-0 voorstonden, toen Frisia een eerste
goal maakte. Op een gegeven moment
hadden Dalhuysen en Van Putten, de
Frisia-midvoor, geprobeerd om via 'short
passing' de achterhoede van Go Ahead te
verschalken, schreef onze verslaggever
uit Leeuwarden. Tevergeefs, bovendien
was de Leeuw van Deventer, keeper Leo
Halle, de latere international, zeker niet
van plan de Frisianen een handje te hel
pen. Frisia zou in deze kampioenscom
petitie geen enkele overwinning boeken.
Bij Sparta uit ging het opnieuw helemaal
mis: een pak aan de broek met 7-0. Eén
gelijkspel was alles wat erin zat voor de
Leeuwarders. Maar dat werd wel behaald
tegen HBS, de latere kampioen, die alleen
aan Frisia, in de wedstrijd te Leeuwarden
(1-1), een keer een punt hoefde af te staan
en voor de rest alles won. Duizenden en
duizenden hebben die wedstrijd op de
Baan bijgewoond. Dat kwam ook omdat
HBS in die tijd vele internationals in zijn
gelederen had, onder wie de captain van
het Nederlands elftal, de technisch voor
treffelijke rechtsback Harry Dénis (56
interlands). De uitblinkende Dalhuysen
maakte ver in de tweede helft de gelijk
maker voor Frisia. Ongeveer vijftien jaar
lang speelde Toon in het eerste team. Nog
in zijn begintijd had hij de befaamde Fri-
sia-rechtsback mr. M.E. Hepkema meege
maakt, die maar liefst 23 jaar in het eer
ste elftal speelde. Hoeveel goals Toon in
al die jaren voor zijn club maakte is niet
bekend, maar ongetwijfeld toch wel wat
minder dan Frisia-topscorer aller tijden
Jan Watse Jousma. Voor Jousma stond de
teller in 1993, na 251 competitiewedstrij
den, op 185 goals.
Begeleider van Abe Lenstra
Anton Dalhuysen overleed al op vrij jonge
leeftijd, nog net geen vijftig, in de zomer
van 1945. Na zijn voetballoopbaan stortte
Voetbalplaatje, uitgegeven door NV The Victo
ria Egyptian Cigarette Company, Rotterdam.
No. 120: 'Dalhuizen [sic!]. Frisia, Leeuiarden.'
hij zich vol overgave op het trainerschap.
Vele Friese clubs zouden profiteren van
zijn inzet en inzicht. In 1939 kreeg Dal
huysen te maken met het grootste talent
dat hij ooit mocht begeleiden: Abe Lens
tra, negentien jaar oud, die in maart
1940 zijn debuut in het Nederlands elftal
maakte. In het seizoen 1941-1942 werd
Heerenveen, met Dalhuysen als trainer
en Abe als de grote ster, voor het eerst
noordelijk kampioen. Daarna zouden er
nog acht kampioenschappen op rij volgen.
Maar landskampioen zou Heerenveen
nooit worden. En helaas lukte het ook het
hoogste seniorenteam van Frisia niet om
in het jubileumjaar 2003 kampioen in de
tweede klasse te worden. Bij de senioren
was die eer slechts weggelegd voor Frisia
6 (keuzeheer: Tj. van der Wal; assistent-
keuzeheer: W. Duhen). Hulde!