Bart Wilkes, tweemaal slachtoffer van geweld 9 Peter Westenbrink In het Historisch Centrum worden de zogenaamde informatieboeken bewaard. Hierin werd in de 17e en 18e eeuw het klein -en soms wat minder klein- burgerlijk leed opgetekend. Smakelijke verhalen over onze Leeuwarder voorouders zijn dan ook nu nog te lezen. Maar het wordt pas helemaal een feest als uit een totaal andere bron een voorval boven water komt, dat veel overeenkomsten vertoont met een vroegere gebeurtenis. Hilarisch wordt het, als ook nog blijkt dat in beide gevallen een hoofdrol is weggelegd voor dezelfde persoon. De voormalige Gerkesbrug aan het einde van de Pijlsteeg die ooit het Schoenmakersperk met het Perkswaltje verbond. Geschilderd door S. Bonga naar een oud schilderij van Van Buren uit 1603 Het is zaterdagmiddag, 10 februari 1776. In de schoenmakerij van Pieter Amelander op de Turfmarkt bevinden zich de knech ten Jan Paulus, de gebroeders Johannes en Lammert Goljet en Jacob Sipkema. De vijftienjarige leerjongen Bart Wilkes is niet aanwezig. Zijn baas heeft hem om een boodschap gestuurd. Dan stormen twee jongens de winkel binnen en hijgend vertellen ze dat ze Bart Wilkes op straat zijn tegen gekomen en dat hij hen 'kwaad' heeft gedaan. Omstreeks halfvier komt Bart fluitend terug van zijn boodschap. Maar hij heeft de winkeldeur nog niet achter zich dicht gedaan als Jacob Sipkema hem een paar geweldige draaien om de oren geeft. Bart, niet wetende waaraan hij dat verdiend heeft, begint te schelden, waarop Jacob het spanriem pakt. Hierop pakt Bart een mes van het snijbord en smijt het naar Jacob die het nog net weet te ontwijken. Nu wordt Jacob echt woest en ..hier op de jonge geweldig bij de hair en heeft gevat, op de grond gesmeeten, en deerlijk met de spanriem geslagen daar op een schoen makers likstok nemende, seer geweldig daar mede verscheidene slagen op de rug van Bart heeft gegeven.... Zwaar bebloed aan zijn mond, neus en hoofd wordt Bart Wilkes uiteindelijk de deur uitgegooid, dit alles voor het oog van de andere drie ver bouwereerde schoenmakersknechten Negentien jaar later Het is mei 1795 en het is een kleine drie maanden geleden dat de eerste Franse soldaten, onder aanvoering van generaal Gasp ar d Thierry in een versleten uni form, met veel gejuich in Leeuwarden waren verwelkomd. Maar, heel voorzich tig begint bij een aantal Leeuwarder bur gers reeds het vermoeden te rijzen, dat de Fransen toch wat minder "Vrijheid, Gelijk heid en Broederschap' voorstaan dan men had aangenomen en verwacht. Met name de genoemde generaal Gaspard Thierry maakt zich nogal eens schuldig aan inti midatie en, op z'n zachts gezegd, hand tastelijkheden. Dit had de Leeuwarder burger Winkler aan den lijve ondervon den. Hij doet daar in niet mis te verstane woorden verslag van en eindigt met: Dit is het geen mij persoonelijk met den Burger G: Thierrij is bejeegend. Van des- selfs edelmoedige daaden ben ik in het vervolg ooggetuige geweest, bij den jongste brand alhier dato den 30 Meij, alwaar hij zig niet ontsien heeft een gewaapend Bur ger, op schildwagt staande en zijnen post en pligt in allen deelen waarneemende twee slaagen met een rotting op het hoofd te geeven; dezelve te ontwapenen, bij zijn

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2004 | | pagina 12