De Butterhoek, een verdwenen volksbuurt
12
Johan Frieswijk De Boterhoek vormde tot het midden van de vorige eeuw met de omringende
buurt en gloppen aan de voet van de Oldehove, zoals het Sint Jobsleen, het Heer
Ivostraatje en het Zalmklooster aan de toen nog smalle Groeneweg, en de Witte
Kousenbuurt een dichtbevolkt labyrint van straten en steegjes. Het was een wijk
die niet alleen gekenmerkt werd door armoede en soms schrijnende sociale ellen
de, maar ook door saamhorigheid, buurtfeesten, fleur en gezelligheid. Vrolijke
armoede, aldus de Leeuwarder Courant in een aankondiging van de reünie van
oud Butterhoekers op 1 november 2003.
Hoe oud is de Boterhoek eigenlijk precies?
In de vroege geschiedenis van Leeuwar
den was het gebied van de Boterhoek nog
onbebouwd. De kaart van 1603 laat op
die plaats groen en bomen zien. De grond
hoorde aan de vroegere kerk van Oldehove
en aan het Sint Jobsleen. De achterzijde
van het Burmaniahuis was nog een tuin,
maar wel bebouwd waren toen al beide
kanten van het Heer Ivostraatje.
De naam 'Boterhoek' ontleende de buurt
aan de enkele verspreide koestallen en
melkerijen die daar in de zeventiende
eeuw te vinden waren. In 1645 vond de
eerste bouw plaats op de grond van het
Sint Jobsleen, naast het kerkhof. Daar
werden 21 woningen gebouwd. De nieuwe
buurt kreeg ook de naam Sint Jobsleen.
Daarna werden, in de jaren na 1655, ook
verderop, in de richting van de Oldehove,
langs het water van de Flits, arbeiderswo
ningen gebouwd. Tussen die huizen kwam
een brede straat, de Opgang, die leidde
naar de stadswal. Ook verderop kwam een
brug over het water, zodat men vanuit de
Boterhoek op het Oldehoofsterkerkhof kon
komen. De westelijke hoek van de buurt
kreeg de naam Brandjesklooster en de
slop die van daaruit oostelijk liep, werd de
Korstbijterssteeg.
Hofje Gosen
Achter deze buurt werd aan Jacob de Jode
met zijn familie een stuk grond afgestaan,
waarop een Israëlitische begraafplaats
kwam, die enkele malen werd vergroot en
tot 1833 werd gebruikt. Een andere, zeer
nauwe opgang naar de wal ten oosten van
De Boterhoek, gefotografeerd vanaf de Oldehove, circa 1925. Het pand middenhoven staat er nog:
het tijdelijke onderkomen van Burgemeester en Wethouders