17 Het bestuur van de Damclub Leeuwarden ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan, 1935. Zittend v.l.n.r.:M.J. Westerdijk, banketbakker, le secretaris, H. Wijbenga, schilder, le voorzitter, G.B. Meyer, penningmeester, A. Wijbenga, loodgieter, 2e voorzitter; staande v.l.n.r. P. Donaar, fabrieksarbeider, R. Veenstra, expeditieknecht, G. de Roos, molenmaker warden (DCL) blijkt wel levensvatbaar. De gebroeders Albertus en Hendrik Wij benga zijn hier de grote animators. Ruim twee jaren later, op zaterdag 7 januari 1928, komen de vertegenwoordigers van de vier Friese damclubs Harlingen, Bur- gumerheide, Leeuwarden en Sneek bij elkaar in het Friesch Koffiehuis. Die avond spreken ze af de krachten van hun clubs te bundelen en de Dambond Fries land is geboren. Als voorzitter fungeert de Leeuwarder gymnastiekleraar Theodoras van Beijeren Bergen Henegouwen, secre taris is Jannis van Laere, een gepensio neerde conciërge van het provinciehuis in Leeuwarden en penningmeester Bertus Wijbenga, eigenaar van een loodgietersbe- drijf. De voorzitter en de secretaris treden al gauw terug uit de damwereld. Onder auspiciën van de bond worden zowel persoonlijke als clubwedstrijden georganiseerd. Vanwege de dagelijkse arbeid kan er alleen 's avonds, zaterdag middag en op feestdagen gedamd wor den. Als dat nodig is ruilen de dammers hun werk met een collega om te kunnen dammen. Jarenlang heeft het Friesch Koffiehuis aan de Wirdumerdijk onder dak verleend aan denksporters. Zowel de schaakvereniging Philidor als de damclub Leeuwarden houden er hun wedstrijden tot in de oorlogsjaren. Pas in 1941 weten de schakers via een kunstmatige fusie het pand van de NSB-gezinde eigenaar Lucas Bunt te verlaten. De speelzaal is volgens zeggen te klein om alle leden nog langer te herbergen. Ook de dammers houden het met die smoes voor gezien, mede omdat Duitse militairen in de beneden gelegen gelagkamer de boventoon voeren. Dam club Leeuwarden vertrekt naar Zalen Schaaf in de Breedstraat. Een dammende dokter en een dammende moordenaar De politieke en economische situatie kenmerkt zich eind jaren twintig van de twintigste eeuw tot 1945 door een langdu rige crisis en malaise. Parallel daarmee stijgt het aantal damclubs en dammers in Friesland. Dammen biedt een geschikt alibi voor ontmoetingen in clubverband en zo ontmoeten dammende mannen elkaar in cafézalen en dorpshuizen. Het damwe- reldje wordt voornamelijk bevolkt door arbeiders en werklieden. De aanwezige middenstanders, winkeliers en hande laars zijn in het algemeen welbespraakter en zetten de toon op vergaderingen en in de besturen van de damclubs. Toleran tie en gemoedelijkheid overheersen. Men komt om te dammen, elkaar te ontmoe ten en te praten over dagelijkse voor vallen. Presteren staat nog niet voorop. In de werklozen tijd van de jaren dertig ontstaan er in Leeuwarden meer volkse damclubs. De Stanfriezen, een damclub gelieerd aan de kaaspakhuizen op de hoek van de Westerkade en de Willemskade en Ons Huis (later de Kroonschijf), actief op een bovenzaaltje aan de Voorstreek, leg gen na enkele jaren weer het loodje. De christelijke damclub Gezellig Samenzijn opent zijn damavonden en vergaderingen met gebed en telt veel arbeiders in haar midden. Werkloze clubleden worden vrij gesteld van contributie. Damclub Leeuwarden domineert vanaf 1934 tot aan de fusie in 1964 de Friese clubcompetitie. In de prille beginjaren vormt Jan Mantel als dammende dokter een vreemde eend in de bijt. De geboren Utrechtenaar vestigt zich in 1917 als huisarts in Weidum en wordt in decem ber 1927 lid van DCL. De Friese dam sport staat kwalitatief nog in de kinder schoenen en Mantel is heer en meester bij het Friesch kampioenschap. Viermaal wordt de liberale huisarts kampioen van Friesland voordat hij zich in 1934 defini tief terugtrekt uit het wedstrijddammen. Merkwaardigerwijs speelt Mantel onder het anagram Telman, mogelijk omdat hij in zijn werk zo weinig mogelijk last wil hebben van zijn damactiviteiten. In die dagen maken overigens meer Friese dam mers gebruik van een pseudoniem. Eén van hen tooit zich met de intrigerende schuilnaam K. Spierlings en deze per soon zit jarenlang vast in de Leeuwarder gevangenis wegens moord op zijn vrouw. Hij doodt daar de tijd met het maken van damproblemen die ondermeer in het pro vinciale dambondsblad worden gepubli ceerd. Na zijn invrijheidstelling bezoekt Spierlings de clubavonden van DCL. De

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2004 | | pagina 20