18
Damwisselprijs, in 1932 aangeboden door de Commissaris van Politie C. Kool
voorzitter heeft de leden vooraf op het hart
gedrukt het persoonlijke drama niet met
de betrokkene te bespreken, maar al gauw
wijdt de loslippige problemist zelf uit over
de gang van zaken in de gevangenis.
Dambord gaat mee het graf in
Sinds 1939 treedt in sportief opzicht een
Leeuwarder dammer prominent in de
Friese schijnwerpers. Menno Bandstra,
in hart en nieren verknocht aan het dam
spel, speelt vanaf de oprichting in 1934
tot 1946 bij de volkse damclub Gezellig
Samenzijn en stapt daarna over naar het
chiquere DCL. Aanvankelijk verdient hij
als loopjongen de kost bij Van der Bergs
broodfabriek. Op de eerste clubavond
vliegt Bandstra nog in de Koningszet. De
volgende dag koopt hij meteen voor een
rijksdaalder een dambord met daarbij
twee damboekjes. Zijn ouders lezen het
Leeuwarder Nieuwsblad, maar de enthou
siaste jeugdige dammer koopt voor een
stuiver de Leeuwarder Courant omdat die
krant een damrubriek bevat. Later werkt
Bandstra bij Koopmans Meelfabrieken
en het damspel blijft jarenlang centraal
staan in zijn leven. Zelfs als de tienvoudige
Friese kampioen in de laatste oorlogsjaren
moet onderduiken, voert zijn dambloed
hem eind 1944 onweerstaanbaar naar het
jubileum-toernooi van Gezellig Samen
zijn. Zijn zuster is woedend en dreigt zijn
bonkaarten in te houden omdat zijn naam
gewoon in de kranten staat. Maar deze
damveelvraat, wiens allereerste dambord
in 1996 tegelijk met hem het graf in gaat,
kan het dammen niet laten.
DCL is de club van de detaillisten en
zelfs tijdens de karige oorlogsjaren blijven
de prijzen op de jaarlijkse Sint Nicolaas-
avond overweldigend. Diverse hazen en
eendvogels liggen op de deelnemers te
wachten. Klompmaker en visliefhebber
Andries Rinsma, die in 1943 als eerste
Friese kampioen aan de landelijke damfï-
nale deelneemt, komt zelfs met een snoek
aanzetten.
Na de tweede wereldoorlog is Bertus
Wijbenga als voorzitter van DCL de bin
dende man in het bestuur en hij houdt de
club jarenlang bij elkaar. Deze rasechte
Leeuwarder heeft een goedlopend loodgie-
tersbedrijf als broodwinning en treedt in
die schrale tijden regelmatig op als spon
sor voor de club. In de jaren vijftig krijgt
DCL in sportief opzicht aansluiting bij de
nationale damtop en in 1952 en 1959 weet
Het Friesch Koffiehuis aan de Wirdumerdijk
in 1942, destijds geëxploiteerd door de beruch
te NSB'er Lucas Bunt Jr. Let op het affche
van de Deutsche Arbeitsdienst in de rechter
bovenhoek van het linkerraam
de club zelfs als tweede van Nederland te
finishen. Daarna treedt het verval in en
in 1964 fuseert de noodlijdende club met
Gezellig Samenzijn tot damclub De Olde-
hove.
Vanaf 1962 neemt damclub Huizum het
vaandel over. Opgericht in 1932 groeien
de Huizumers in de zestiger jaren uit tot
de damtrots van Friesland. Al tientallen
jaren speelt de club in Zalen Tivoli aan de
Huizumerlaan en na een aantal vergeefse
pogingen veroveren ze in 1974 het Neder
lands kampioenschap. Voor het jeugd
ige Leeuwarder damwonderkind Harm
Wiersma fungeren de befaamde Turkstra-
damtoernooien die halverwege de zestiger
jaren in Leeuwarden worden gehouden als
springplank naar een mondiaal niveau.
Hij beleeft een flonkerende damcarrière
en wordt enige malen wereldkampioen.
Ook anno 2004 spelen de beide Leeu
warder damclubs De Oldehove (hoofdklas)
en Huizum (eerste klas) nog steeds in de
landelijke damcompetitie en zo blijft Leeu
warden een vooraanstaande rol vervullen
in de Friese damwereld.