20
werd gezocht; maar wie moest dat beta
len?
De huisvesting van de rechterlijke
colleges was in beginsel geen taak van
de rijksoverheid. De lagere overheden
waren daarmee belast. Zij hadden, naar
de opvattingen van die tijd, het meeste
profijt van een goede rechtspraak. De
Gouverneur van Friesland (nu: Commis
saris van de koningin) stelde in 1838 aan
de Provinciale Staten voor om een nieuw
gebouw voor het Hof en de rechtbank op
te richten. Pogingen om daar ook het kan
tongerecht bij te betrekken hadden geen
succes. De architect Romein, toen bouw-
opzichter van de Provinciale Waterstaat
maakte in opdracht van de Gouverneur
van Friesland in 1838, een studiereis 'ter
bezigtiging van de voornaamste gebouwen
en de destijds in aanbouw zijnde lokalen
voor Provinciale Geregtshoven in ons
vaderland.' Romein declareerde aan reis-
en verblijfkosten 175 gulden, maar wat
die reis precies heeft opgeleverd weten wij
niet. Wel maakt de hoofdingenieur van de
waterstaat in Friesland A.C. Kros in 1849
melding van het eveneens neo-klassieke
Paleis van Justitie te Zwolle als bron van
inspiratie voor Romein. Romein maakte
twee ontwerpen en de stadsbouwmeester
van Harlingen één. Alle ontwerpen wer
den te duur bevonden. Tenslotte maakte
Romein nieuwe, soberder, ontwerpen.
Daarvan werd er tenslotte één aanvaard.
Romein (1811-1881) ontving zijn oplei
ding tot bouwkundige te Leeuwarden en
te Rotterdam. Van 1838 tot 1843 werkte
hij als opzichter bij Provinciale Waterstaat
en Publieke Werken in Friesland; vanaf
1843 tot zijn dood in 1881 was hij stadsar
chitect van Leeuwarden. Hij heeft veel en
gevarieerd in Friesland gebouwd, zowel
in opdracht van de provincie, van de stad
Leeuwarden als ook van particulieren,
waaronder Haersma State te Drachten.
Ook ontwierp hij het uitbreidingsplan van
Leeuwarden voor het gebied tussen het
Zaailand en het spoorwegstation (1866).
Hij is een vertegenwoordiger van het neo
classicisme. In het Paleis van Justitie te
Leeuwarden is een parallel met de Franse
justitiële architectuur te onderkennen.
Na 1848 werd Romein beïnvloed door het
eclectisme. Daarvan getuigt de Leeuwar
der Beurs (1880). Romein bouwde alleen
in Friesland. Zijn roem bleef tot die pro
vincie beperkt.
Het juiste adres is Wilhelminaplein
In 1843 werd het Droevendal als loka-
tie afgekeurd omdat het monumentale
karakter van het nieuwe Paleis van
Justitie daar onvoldoende tot zijn recht
zou komen. Het Provinciaal Bestuur liet
daarop het oog vallen op een terrein ten
zuiden van het Ruiterskwartier. In de
zestiende eeuw liep daar een stadsgracht.
Toen in de zeventiende eeuw Leeuwarden
naar het zuiden werd uitgelegd kwam
die stadsgracht binnen de wallen te lig
gen. In deze nieuwe uitleg vestigden zich
ambachtelijke bedrijfjes. Een groot deel
van het terrein bleef onbebouwd. In de
negentiende eeuw verloren de vestingwal
len hun waarde. Zij werden afgegraven en
omgetoverd tot parken. Met het zand dat
vrijkwam werd de gracht gedempt. Op
het westelijk gedeelte van dat gebied zou
het Paleis van Justitie worden gebouwd.
Daarvoor kwam een enorm, in 1851
bestraat rechthoekig plein. De inrichting
van dat lange en smalle plein brengt de
Leeuwarder bestuurders belast met de
inrichting daarvan nog steeds tot wan
hoop. Achter het Paleis van Justitie was
nog ruimte voor een veemarkt. Daar vond
ook de kermis plaats. In 1881 verrees
daar de stadsschouwburg De Harmonie.
De benaming van het plein is alleen te
begrijpen in haar historische context: twee
stroken grond gescheiden door een gracht.
De panden aan de noordzijde liggen aan
het Ruiterskwartier, die aan de zuidzijde
van het plein aan het Zaailand. Het mid
denstuk tooit zich sinds 1894 met de naam
Wilhelminaplein. Zo ligt het Paleis van
Justitie aan het Wilhelminaplein, terwijl
de rechtbank, aan de zuidkant van het
zelfde plein, aan het Zaailand ligt.
Nederlandse bouwvakkers
en Friese materialen
De financiering van het project verliep
niet zonder problemen. De provincie