23
Deze opname toont duidelijk de schade na de brand in het Paleis van Justitie
warden niet ingeschoten. De brandbe
strijding kwam maar langzaam en weinig
efficiënt op gang.
De brandweerlieden konden met hun
waterstralen de kap niet bereiken.
Uit Franeker werd een stoomspuit ont
boden. Onder luid gejuich van het verza
meld publiek donderde met groot geraas
het houten fronton met het Friese wapen
naar beneden.
Over het herstel van het gebouw was veel
discussie. Er gingen stemmen op om 'dit
logge blok, die stomvervelende massa
steen' maar af te breken. Maar omdat
de schade mee bleek te vallen werd die
spoedig hersteld. Het wapen van Fries
land, twee liggende leeuwen, in het fron
ton werd vervangen door de Nederlandse
leeuw; het gebouw was immers eigendom
van en in het beheer bij het Rijk. Zo bleef
het Paleis van Justitie een belangrijk
gebouw in de Leeuwarder binnenstad.
De stedelijke brandweer werd grondig
gereorganiseerd.
Domein van recht, mot en houtworm
Gedurende de Tweede Wereldoorlog ble
ven rechtbank en gerechtshof daar geves
tigd. In 1942 wees het gerechtshof het
beroemde arrest waarbij het, met succes,
stelling nam tegen de barbaarse wijze van
executie van gevangenisstraffen in het
kamp Erica bij Ommen. Onderduikers
vonden huisvesting op zolder. In het sou
terrain van het gebouw huisde een ver
bindingsdienst van de Duitse Luftwaffe.
Om de moed er in te houden was daar op
een muurschildering een zeegezicht aan
gebracht met een stuk (Engels?) strand
en daarboven Duitse vliegtuigen.
In april 1945 bij het naderen van de
bevrijders wilden de Duitsers het gebouw
verwoesten. Doordat een deel van de aan
gebrachte explosieven niet ontplofte bleef
de schade beperkt en kon de ontstane
brand gemakkelijk worden bedwongen.
Na de oorlog verslofte het gebouw.
J.J. Mulder, journalist van de Leeuwarder
Courant, beschreef in 1958 het Paleis van
Justitie als 'domein van Recht, mot en
houtworm' met een telefooncentrale die
dateert uit de tijd 'dat de dieren nog kon
den spreken'. Foto's uit die tijd tonen een
karige inrichting. Een veertigtal kachels
moest het gebouw in de winter verwar
men.
In de jaren zestig deed het ruimtegebrek
zich wederom voelen. Er werd een vleugel
in de stijl van die tijd tegen het gebouw
aangezet. Een vleugel op poten zodat op
de begane grond kon worden geparkeerd.
Daar trokken de griffie van de rechtbank
en het arrondissementsparket in. Als top
punt van luxe kreeg het hoofd van het
parket daar eigen sanitair. Op de derde
verdieping kwam een kantine met aardig
uitzicht op de daken van de Leeuwarder
binnenstad.
Tengevolge van een ingrijpende res
tauratie herrees het paleis in oude glorie.
De overdekte vestibule en de onoverdekte
binnenplaats werden, overeenkomstig een
voor-ontwerp van Romein, samengevoegd
tot een grote lichte hal. Ook het meubi
lair werd geheel vernieuwd, maar in de
oude neo-klassieke stijl gehouden. Alleen
de akoestiek van de zittingzalen bleef
slecht. Dat probleem kon eerst in de jaren
negentig van de vorige eeuw worden ver
holpen.
Aldus in oude glorie hersteld, figureerde
het gebouw zelfs in een aantal speelfilms.
Het gebouw heeft nu zijn vaste plaats in
de Leeuwarder samenleving wel verwor
ven.
Geen geld voor toekomstplannen
Na het arrondissementsparket vertrok ook
de rechtbank uit het gebouw. Het Paleis
van Justitie diende na 1994 alleen voor het
gerechtshof en het parket van de procureur
generaal. Toch was de ruimte die het paleis
bood niet voldoende. Ambiteuze plannen
om het gebouw uit te breiden met 12.000
m2 vloeroppervlak werden gemaakt.
De Deense architect Louis Becker ont
wierp een nieuw vrijstaand carré met in
het midden een patio. Dat carré wordt
verbonden met het oude gebouw door het
doortrekken van de hal. De nieuwbouw
bevat naast kantoorruimten een nieuwe
zittingzaal. Door geldgebrek kwamen die
plannen nog niet tot uitvoering.
Een uitgebreide versie van dit artikel ver
scheen eerder in Trema, tijdschrift voor Rech
terlijke Macht, nummer 8, 2003