De zogenaamde Bakerstent, in 1890 opgezet als Koningsluifel in de buurt van het Tournooiveld ter hoogte van het Heer Ivostraatje, circa 1900 28 In die periode en later kreeg de Loge de beschikking over dit gebouw om daar haar banketten te kunnen houden. Aan het einde van een dergelijk banket gebeur de het soms dat Broeders een bewijs wens ten te leveren van hun fysieke kracht en daartoe een 'kruitvat' (leeg!) door de open ramen de nacht inslingerden, richting vij ver. Het is niet denkbeeldig dat de plons van de fles in de vijver een groot gejuich ontketende. De afstand bedraagt zeker 40 meter. Hoeveel er onderweg sneuvelden tegen de stammen is uiteraard onbekend. Van antieke wijnglazen, 'kanonnen', heeft de Loge een zeer gevarieerde col lectie, met enkele die vergulde symbolen vertonen met het opschrift 'Silentio et Fide': zwijgzaamheid en getrouwheid. De vorm van de wijnglazen is zeer fraai. Alle komen op 1 punt overeen: zij staan op een zware massieve voet om, als ze leeg waren, met een dreun op tafel te kunnen zetten, het 'kanonschot'. In het archief van de Loge bevinden zich nog enkele exemplaren van deze gebruiks artikelen die zijn opgevist uit de vijver. Interessant is dat als je de in dit stuk genoemde afstand tot de vijver, 'zeker 40 meter', ter plekke nameet ontdekt dat die ongeveer 75 meter bedraagt, bijna het dubbele. Zet je evenwel die 40 meter uit vanaf de oostkant van het voormalige gebouw, dan kom je precies uit ter hoog te van het Schoenmakersperk. En daar bevond zich eertijds inderdaad een kleine vijver, zoals dat is te zien op een aquarel van E.J. Eelkema rond 1840. (zie Leo- vardia nummer 9, november 2002). Vlak daarna is in 1842, gelijk met het gedeel telijk afgraven van de oostelijke 'face en flank' van de Doeledwinger, deze 'kruit vatvijver' verdwenen. Er is een indirecte bevestiging van de stelling dat het om de kleine vijver gaat. Uit de beschrijving van vondsten uit de grote vijver in 1978 blijkt dat eerder genoemd materiaal daar niet is aange troffen. Tussen de door ons uitgegraven fundering van de sociëteit vonden we wel scherven van flessen, jeneverkruikjes en enkele pijpenkoppen, die qua datering overeenkomen met die van soortgelijke vondsten uit de grote vijver, namelijk 18e en 19e eeuws. Uit die tijd dateert ook een gaaf geelkoperen (messing) tapkraantje. Maar resten van kruitvaten en kanonnen zijn wij toen niet tegengekomen. Bakerstent Het sociëteitsleven aldaar was bij uitstek een mannen-aangelegenheid. Gewone burgers en vooral vrouwen en kinderen zochten hun heil elders. Door een toeval kregen we een teke ning en een prentbriefkaart in handen van een bijzondere voorziening van ruim een halve eeuw later. Het gaat om de zogenaamde Bakerstent, in 1890 opge zet als Koningsluifel in de buurt van het Tournooiveld ter hoogte van het Heer Ivo straatje. Het heeft de benaming Bakerstent te danken aan het feit dat, zeker in de eer ste jaren van haar bestaan, de bakers en kindermeisjes van 'gegoede ingezetenen' haar benutten als zonnetent voor de aan hun zorgen toevertrouwde zuigelingen. Destijds dus letterlijk de bakermat van menige Liwwadder. De foto dateert uit begin 20e eeuw en laat nog een wat scha mel restant zien van dit eertijds zo fraaie gebouwtje. Definitieve plek Na lang discussiëren is eindelijk de plaats en de uitvoering van het servicegebouwtje in de Prinsentuin definitief vastgesteld. Het komt op de plek waar eens de Oran- gerie stond en is qua stijl en kleurstelling in overeenstemming met het karakter van het park. Nog bestaande gedeelten van de oorspronkelijke muren en fun dering van de oude Orangerie-Societeit zijn eveneens in het plan opgenomen. Derhalve kunnen we vaststellen dat Aed Levwerd zowel aan het vooronderzoek als aan de uiteindelijke besluitvorming een steentje heeft bijgedragen en bovendien weer een klein stukje cultuurhistorie van Leeuwarden boven water heeft gebracht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2004 | | pagina 31