23
Hier overleed vader Van Hattem februari
1942 op bijna tachtigjarige leeftijd.
De dichter Jac. van Hattum
Jaap werd uiteindelijk onderwijzer in
Amsterdam, maar vond ook tijd om te
schrijven. Hij maakte gedichten, gaf soci
alistische pamfletten uit en kwam in con
tact met mensen als Gorter, Roland Holst
en Adema van Scheltema.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog
behoorde hij tot een ondergrondse ver
zetsgroep. Uit die vreselijke tijd dateerde
ook de kennismaking met Frans Basti-
aanse, de dichter en literair-historicus.
Deze 72-jarige leermeester was half
verhongerd en verzwakt, maar sinds de
ontmoeting met Jaap ontbrak het hem
nooit meer aan het hoogstnodige. Moe
der Van Hattem stuurde in zelfgenaaide
zakjes uit Leeuwarden wat ze maar krij
gen kon aan haar Amsterdamse zoon, die
het broederlijk met Bastiaanse deelde.
Moeder Van Hattem overleed in 1953 op
bijna 91- jarige leeftijd aan het Molenpad
36 na een zorgzame verpleging door haar
schoondochter. Ook na haar dood bezocht
Van Hattum regelmatig zijn broer aan
het Molenpad, niet alleen omdat hij zo
gehecht was aan zijn familie, maar ook om
door gratis kost en inwoning zijn inkom
sten en uitgaven wat in evenwicht te
brengen, want de dichter leefde 'op grote
voet'. Bij deze gelegenheid werd steevast
een bezoekje gebracht aan antiquariaat
de Tille van Gerben Dijkstra.
Steeds probeerde Van Hattum uit zijn
eenzaamheid te geraken. Hij zocht ver
andering van milieu. In 1956 had hij
zo schoon genoeg van het schoolmees
terschap, dat hij een jaar verlof nam.
Ondanks een door overmatig gebruik van
verdovende middelen verzwakte gezond
heid, ging hij werken bij zijn vriend,
de uitgever Geert van Oorschot. Nau
welijks op school terug werd hij na een
hartinfarct afgekeurd en met vervroegd
pensioen naar huis gezonden. Vaak wan
delde hij door Amsterdam, de stad die
hij lief had gekregen, waar hij letterlijk
een geziene figuur was, bijna een stuk fol
klore: die markante kop met zilverwitte
haren, een zwarte uilenbril, en gestoken
in een soort priestergewaad.
En thuis in de Van Breestraat zat de
dichter driehoog en bladerde in de Friese
bijbel van Wumkes. In 1981 overleed hij
op 81-jarige leeftijd in eenzaamheid in
een Amsterdams verzorgingshuis, waar
hij wegens dementie was opgenomen.
Van adel?
Angst voor armoede was een karakter
trek van tuinman Johannes van Hattem.
Ook Jaap is zich hardnekkig een
arbeidersjongen blijven noemen. En toch
zinspeelde de dichter op zijn adellijke
afkomst. Hoe kwam hij aan die wijsheid?
Voor deze adellijke herkomst heb ik nog
geen bewijzen gevonden. De dichter zelf
vond het aannemelijk, zoals blijkt uit zijn
bronvermelding, een bekend werk over
familiewapens. Daarin wordt het wapen
van Van Hattum beschreven. De fami
lie zou afstammen van Jan van Hattum,
bastaard van Hertog Reinald III van
Gelderland. Ik houd het voorlopig op
een 'dichterlijke vrijheid' en dat is wel
zo gemakkelijk, want 'adel verplicht'.
Foto's uit het bezit van mevrouw
Sita van Hattum en Paul Bron.