10
Jarig, Griet en Doe Haasdijk achter Ruysdael-
straat 25 Collectie J.W. Suurendonk
Jan Paardenkoper, compon ist, dirigent van het
Stedelijk Orkest en oprichter van het Sympho-
nie Orkest Leeuwarden
te hier en daar potjes en vaasjes neer
om het vocht uit de blaasinstrumenten
op te vangen. De kinderen gingen de
straat op en daarna werd er flink gere
peteerd. Veelal speelde men marsen
van toen bekende componisten, maar
Jarig was zelf ook handig met de pen en
arrangeerde en orkestreerde populaire
pianostukken. Deze leerschool kwam
hem later nog van pas.
De familietraditie getrouw leerde Jarig
zijn drie kinderen een instrument bespe
len en het bleek dat zijn dochter Doe het
meeste talent had en zo goed cello speelde,
dat ze als 17-jarige in 1917 werd gevraagd
lid te worden van de Orkest-Vereeniging
van Leeuwarder Musici. Dit orkest stond
onder leiding van de toen bekende musicus
en organist van de Grote Kerk Jan Paar
dekoper. Door zijn ervaring met blaas
instrumenten werd vader Jarig af en toe
gevraagd om met zijn tuba bij te springen.
De conflicten in het orkest en de daarop
volgende ontslagname van Paardekoper
in 1919 zijn door Theo Lambooij beschre
ven in het boekje Van Schutterij tot Frysk
Orkest. De steun die Jarig Haasdijk toen
gaf aan de geplaagde dirigent hebben de
vriendschap tussen beide gevestigd en
deze bleef tot het plotselinge overlijden
van Paardekoper in 1931.
Doe Haasdijk had ondertussen haar
cello verwisseld voor een carrière als alt
zangeres. Samen met organist Paarde
koper gaf zij vele concerten in de Grote
Kerk. In 1923 componeerde Jarig Haas
dijk een operette genaamd Yn't Wetter-
lan en Oan 't Sudersé-stran op woorden
van G.L. van der Zwaag en later werd bij
R. van der Velde zijn zangpotpourri Helje
op uitgegeven. Paardekoper maakte veel
gebruik van Jarig voor het orkestreren
van zijn composities en het daarna uit
schrijven van de verschillende orkest
partijen.
In die periode schilderde Jarig ook regel
matig met olieverf. Vooral landschappen
en zeegezichten hadden zijn voorkeur, hoe
wel gezegd moet worden dat hij nooit een
artistiek niveau bereikte dat hem de status
van beeldend kunstenaar zou geven. Hij
bleef de gedegen vakman. De meeste schil
derijen zijn bewaard en in mijn bezit. De
familie was inmiddels verhuisd, eerst naar
Hollanderdijk 29 en daarna naar Schrans
2, boven slager Adema.
Zelfstandig glazenier
Bij de firma Van der Meulen had Jarig
zich ontwikkeld tot allround glazenier,
die alle kneepjes van het vak kende.
Vrij zeker heeft hij meegewerkt aan de
restauratie van de kerkramen van de
Nederlands Hervormde Kerk te Warten
in 1925 door het glasatelier van Van der
Meulen.
Eind twintiger jaren besloot Jarig
Haasdijk voor zichzelf te beginnen als
glazenier. Tesamen met zijn dochter
Doe, die zangles gaf en een goede stu
dieruimte zocht, liet hij 1929 aan de
Ruysdaelstraat twee woningen bouwen
op de nummers 23 en 25 met daar
tussen een grote garage. Deze garage
werd zijn atelier en hier was Jarig
dagelijks bezig met het maken en res
taureren van glas in loodramen. Hij
kreeg opdrachten van particulieren voor
het maken van ramen en soms werkte
hij voor de firma Martin de Boer. Hier
haalde hij ook wel zijn materialen; als
kleine jongen ben ik een aantal malen
met hem mee geweest om een bestelling
te doen op de Tuinen 8. Een bron van
inkomsten was verder het maken van
gebrandschilderd glas als vensterdeco
ratie, de zogenaamde hangertjes.
Een van de nieuwbouw-opdrachten
die hij naast een aantal restauraties
ontving was het maken van een raam
boven de ingang van de nieuw te bouwen
MTS aan de Molenstraat. Het ontwerp
was van de oud-leerling W. Bakker.
De MTS werd op 23 januari 1936 offi
cieel in gebruik genomen in aanwezig
heid van prinses Juliana. Een ongeluk
kig bombardement door de geallieerden
in de laatste oorlog, die door de schoor
steen van de machinehal de school voor
een fabriek aanzagen, werd het raam
gedeeltelijk beschadigd. In 1946 is het
door Jarig Haasdijk hersteld en is het
daarna opnieuw geplaatst.
Een mooie opdracht kreeg Jarig in
1941-1942: de restauratie van vier
ramen van de Nederlands Hervorm
de Kerk te Akkrum. Deze ramen zijn
in 1762 gemaakt en geleverd door de
gebroeders Thomas, Tjailing en Fedde
Gonggrijp te Sneek. De restauratie
werd uitgevoerd onder toezicht van
dr. A. Wassenbergh, de toenmalige direc
teur van het Fries Museum.