13 De ingang van het Rengerspark aan de Spanjaardslaan kort na de opening onverlaten er in de jaren negentig het linkerhandje van gestolen. Dit handje is later door beeldhouwer Ben van der Geest vervangen door een nieuw handje, het ver dwenen handje was naar buiten gericht. Het nieuwe handje was meer naar binnen gericht, maar is later door de kunstenaar vervangen door een handje dat meer op de oorspronkelijke hand lijkt. Nadat het nieuwe handje aan het beeld was bevestigd kreeg het tevens een nieuwe standplaats, het verhuisde van de vaste wal naar een plaats in de vijver. Net buiten het park zijn in de jaren negentig van de vorige eeuw twee beeldjes van Friese hondenras sen, stabij en wetterhün geplaatst. Terwijl in dezelfde periode ook een grote plan- tenbank van de VW werd geplaatst op de hoek van de Spanjaardslaan en de Rengerslaan. Deze plantenbak was afkom stig van het Stationsplein. In de noordoosthoek van het park is ook in de jaren negentig een dam met hek geplaatst die een, meestal gesloten verbin ding vormt met de oude begraafplaats. Goudvissen Terwijl ik de geschiedenis van het ont staan van het Rengerspark noteer, komen er als vanzelf herinneringen aan dit park in mijn gedachten op. Deze herinneringen stammen uit de jaren vijftig, als ik, samen met mijn moeder naar het park ga. Als men het Rengerspark via de ingang aan de Spanjaardslaan betrad, kreeg men na een tiental meters aan de linkerkant een flink grasveld. Dit grasveld werd door een hekwerk, bestaande uit ijzeren paaltjes die met elkaar waren verbonden door twee ijzerdraden, in twee stukken gedeeld. Alle kinderen mochten op het gras spelen, maar ze mochten niet aan de andere kant van dat hekwerk komen. Want overal in het park stonden verder bordjes 'verboden het gras te betreden'. Daar werd dan ook streng op toe gekeken. Natuurlijk nam ik wel eens een kijkje aan de andere kant van dat hek, maar niet verder dan ongeveer een meter. Want op die leeftijd van vier of vijfjaar was ik nog zeer gezagsgetrouw. Een andere her innering is het voeren van de goudvissen vanaf het brugje. Als ik dan stukjes brood in het water gooide zag het bijna zwart van de goudvissen. Tegenwoordig is er geen goud vis meer te vinden. Over het verdwijnen van deze goudvissen zijn mij in de loop der jaren twee verklaringen bekend geworden. De eer ste verklaring zegt dat ze zijn opgegeten door de reigers van de naburige begraafplaats, de tweede verklaring en volgens mij de meest betrouwbare zegt dat ze in de strenge winter van 1963 zijn dood gevroren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2004 | | pagina 16