Lcovor^
ca»;
15
Jelle Pieters Troelstra
het gezin betrekt een woning op de hoek
van de Tuinen en de Voorstreek. Op 4
januari 1864 bevalt Grietje van haar derde
kind, Trijntje Albertina. In datzelfde jaar
trekt de moeder van Jelle bij het gezin in,
waar zij op 22 december van dat jaar ook
overlijdt. Een jaar later vertrekt hulp en
tante Rennschje Landmeter naar Lem
mer om te trouwen. Op 19 september van
datzelfde jaar wordt dochter Rennschje
geboren, die vernoemd is naar haar tan
te uit Lemmer. Op 12 mei 1866 vertrekt
het gezin naar het zelfde huis waar ze in
Leeuwarden zijn begonnen: het huis aan
het Zuidvliet. Ze betrekken nu niet alleen
de bovenwoning, maar het hele pand. Het
pand is waarschijnlijk in 1978 gesloopt.
Hier wordt Hendrika op 21 november
1867 geboren. Voor het eerst beschikt het
gezin Troelstra over een inwonende meid,
Geertruida Barends.
Op 28 april 1868 verhuist het gezin
naar Stiens, waar zoon Dirk op 16 febru
ari 1870 geboren wordt. Ook het laatste
kind van Grietje, Albert wordt hier in
1871 geboren. Hij overlijdt echter nog in
zijn geboortejaar aan tuberculose. In dat
zelfde jaar, op 12 mei 1871, sterft ook
Grietje Landmeter aan de zelfde ziekte,
die in totaal vier van haar kinderen dode
Het huis Achter de Hoven 78, dat in 1871 in opdracht van Jelle Troelstra werd gebouwd
lijk treft. Jelle is erg geraakt door de
dood van zijn vrouw en geeft zijn oudste
zoon een grote verantwoordelijkheid in
het zorgen voor het gezin. Ondanks zijn
verantwoordelijkheden heeft Pieter Jelles
een goede tijd in Stiens. Hij raakt onder
anderen bevriend met de zoon van de
dominee. De vaders kunnen het echter
helemaal niet met elkaar vinden. Jelle is
vrijmetselaar en had de dominee in niet
mis te verstane woorden meegedeeld dat
hij niet-kerkelijk is. De dominee neemt
wraak op Jelle door zijn zoon op Sinter
klaasavond met een prul af te schepen,
terwijl de kinderen van de ouderlingen
en diakenen wel met leuke cadeaus thuis
komen. Naast niet-kerkelijk was Jelle
Troelstra ook niet-koningsgezind. Wan
neer Jelle en zijn zoon Pieter in Leeu
warden naar een rondrit van koning Wil
lem III kijken, begint die laatste zo op de
koning te schelden dat zijn vader hem de
mond moet snoeren met de woorden 'houd
je toch stil jongen; ik ben ambtenaar.'
Populair politicus
Op 28 april 1875 verhuist het gezin terug
naar Leeuwarden. Deze verhuizing heeft
alweer met het werk van Troelstra te
maken. Hij is gepromoveerd tot rijks
ontvanger van noordelijk en zuidelijk
Leeuwarderadeel. In Leeuwarden trouwt
Jelle met Geertje Rinsema uit Wirdum.
De kinderen schijnen het hiermee van
harte eens te zijn geweest want toen
Troelstra aan zijn zoon Pieter vroeg: Wat
zou je er van denken als ik weer trouwde',
antwoordde hij 'dat zou heerlijk zijn.' In
1881 wordt uit dit nieuwe huwelijk een
dochter geboren die Trijntje Albertina
heet, maar helaas al snel sterft.
Het gezin verhuist naar de rand van
de stad, naar Achter de Hoven. Aan deze
weg laat Troelstra een groot huis met
een uitgebreide tuin bouwen. Achter de
Hoven was toen een chique straat, want
naast de inmiddels wethouder geworden
Troelstra wonen er nog een wethouder en
de burgemeester van Leeuwarden. Jelle
Troelstra is zich na de dood van zijn eer
ste vrouw steeds meer met politiek bezig
gaan houden. En met succes, van 1876 tot
1906 is hij lid van de Friese Provinciale
Staten. Daarnaast is hij tussen 1877 en
1906 gemeenteraadslid van liberale signa
tuur en van 1884 tot 1906 wethouder en
loco-burgemeester. Hij is waarschijnlijk
een populair politicus. Want in 1901 weet
hij in stemdistrict nr. 3 nog 416 stem
men op zich te verenigen, waarmee hij de