18 Gevelaanzicht (vanaf het perron) van het NFLS-stationsgebouwtje der 2e Klasse bij de Harlingerstraatweg Hallum, Marrum en Ferwerd krijgen stati ons van de tweede klasse. De haltegebou- wen worden in drie verschillende klassen neergezet. De Leeuwarder halte bij de Harlingerstraatweg is er een van de tweede klasse. Opvallend is dat de halte gebouwen van de eerste klasse, die onder meer geplaatst worden in Minnertsga en Sexbierum, en tweede klasse volstrekt identiek zijn. Misschien dat het onder scheid te maken had met het gebruik dat er van gemaakt werd: uit oude dienstregeling en valt op te maken dat bij de Leeuwarder halte aanvankelijk slechts 'op tijdig ver zoek' gestopt wordt. Later wordt de halte in de reguliere dienstregeling opgenomen. De haltes van de derde klasse, onder meer in Finkum, Hijum en Jelsum, zijn beduidend kleiner. Een halte in de leegte Het gebouwtje bij de Harlingerstraatweg is tamelijk eenvoudig. Herkenbaar als stati on zoals er in die jaren vele verrezen, maar zonder al te veel opsmuk. Het woongedeel te bevindt zich, vanaf het perron gezien, rechts en het bedrijfsgedeelte in het mid den. De twee wachtkamers, tweede klasse en derde klasse, zijn aan de linker kant. Op de verdieping bevinden zich nog drie ruimtes (slaapkamers) en onder de woon kamer is een 1.75 meter diepe kelder. Aan de perronzijde is het gebouw doorbroken door een 1.47 meter uitspringende risaliet met topgevel. In de topgevel is hangend houten sierwerk aangebracht bekroond met een makelaar. Opvallend mag de lokatie van de halte beslist genoemd worden. De stad Leeuwarden had de sprong westelijk over de stadsgrachten al wel gemaakt, maar de nieuwe bebouwing ging in de verste verte nog niet richting spoorlijn. Ook waren er geen fabrieken of dergelijke in de buurt. Een reden voor de lokatiekeuze zou kunnen zijn dat precies op dat punt de spoorlijn van de NFLS kruiste met de tramlijn van de NTM (die over de Harlin gerstraatweg richting Marssum ging) en dat de halte als 'overstap' dienst deed. Maar helemaal logisch lijkt dat niet en een motivatie voor de lokatiekeus is in de oude NFLS-stukken niet terug te vinden. Na een kort bemoedigend begin, blijkt al snel dat de winstgevendheid van de lijnen ernstig te wensen overlaat. De NFLS duikt diep in de rode cijfers. Zo diep zelfs dat in 1905 de Hollandsche IJzeren Spoorweg maatschappij (HIJSM), die de lijn Leeu warden-Stavoren exploiteerde, de exploita tie van de lijnen van de NFLS overneemt. De NFLS blijft alleen op papier nog bestaan als eigenaar van de lijnen. Dan ook blijkt, na dat eerder tegenover de Neder landse Bank verzwegen te hebben, Reitze Bloembergen voor 190.000 aandelen in de NFLS te hebben. Sterker nog, de aande len staan op de balans van Bloembergens Bank en moeten worden afgewaardeerd tot 50.000. Het is een merkwaardig groot bedrag die 190.000 (bijna 17,5% van het totaal) dat Bloembergen in bezit blijkt te hebben. Wellicht was de emissie toch niet helemaal geslaagd en heeft Bloembergen het restant zelf opgekocht. Overigens wei gerde de Nederlandse Bank al in 1900 een door Bloembergens Bank aan de NFLS te verstrekken krediet ad 300.000 te verdis conteren. De bank had geen goede indruk van de NFLS en al helemaal niet van de voorgespiegelde winstverwachting. Een fikse strop voor de bank en het zal niet de laatste keer zijn dat Bloembergen probeert twijfelachtige kredietverlening buiten de wakende ogen van de Nederlandse Bank te houden. Pas tien jaren later zijn de lijnen weer winstgevend. 1921 is het topjaar van de Noord-Friese lijnen met records aan goede ren- en personenvervoer. Daarna komt de

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2004 | | pagina 21