23
om actie te ondernemen. De criminaliteit
in ons land was in zijn totaliteit klein
schalig. De grote misdaad bestond uit één
inbreker: Gerrit de stotteraar. In korte
tijd werd de kring van jongens verhoord
op het bureau, de uiteindelijke dader snel
gevonden en het resultaat was, ook voor
mij, enkele woensdagmiddagen aan de
Nieuwestad strafregels schrijven. Andere
sancties herinner ik mij niet. De eer van
de familie Boender was hersteld, evenals
de wond die heelde zonder hechtingen, en
Het Koeplein rond 1935, met links de lantaarn
Mijn moeder en ik in de voortuin van Veestraat 5
zij leefden nog vele jaren in betrekkelijke
rust aan het Koeplein.
Onneembare barrière
Ik woonde met mijn ouders en een in 1947
geboren zusje tot 1954 aan het einde van
de korte Veestraat vlakbij de Groninger
straatweg en recht tegenover Werkmans-
lust. Dit woonplan voor arbeiders was
in het laatste kwart van de negentiende
eeuw een model van sociale woningbouw.
Het werd bezocht door twee vorsten.
Willem III bracht een bezoek tijdens de
bouw en na voltooiing in 1892 kreeg de
kleine Wilhelmina een rondleiding samen
met de Regentes, haar moeder Emma.
Het buurtje was deerlijk 'gekrompen';
aan het eind van de jaren veertig van de
vorige eeuwen was het geen model meer
voor arbeiders. De Groningerstraatweg
bleek voor ons, ondanks een zeer geringe
verkeersdichtheid, een (bijna) onneembare
barrière voor contacten met leeftijdsgeno
ten aan de overzijde. Segregatie kende ik
niet als woord, maar er bestond over en
weer geen affiniteit, geen vriendschap,
zelfs geen vijandschap. Het leek een ande
re wereld. Het enige wat mij ervan bereikte
als ik in mijn bedje lag was de muziek en
vooral het rumoer van het recht tegenover
de Veestraat gelegen café en restaurant
Stadszicht, voor bruiloften en partijen.
De straten rondom het Koeplein zijn
in de jaren rond 1980 via initiatief van
de bewoners gerenoveerd. Gezien de
huidige eisen aan kwaliteit en wooncom
fort was deze herziening aan een vervolg
toe. Naast plannen voor algehele sloop
bestond er bij (een deel van) de bewo
ners de sterke wens het geheel opnieuw
op te knappen. Vijf jaar geleden bleek
een groep vrijwilligers in staat deze te
realiseren middels een slimme construc
tie met een verzekeringsmaatschappij.
De buurt van mijn herinnering verdween
op het moment dat ons gezin in 1954
verhuisde naar de nieuwbouw van de
Peter Stuyvesantweg. Ik verdween naar
de middelbare school, nam een kranten
wijk en maakte huiswerk. Het leven op
straat werd hierdoor en door onze woning
op vierhoog afgesloten. Mijn kindertijd
was voorbij. Enige herinneringen aan
die jaren heb ik hierbij aan u voorgelegd.
'Voorbij, voorbij en oh, voorgoed voorbij'.
Met dank aan Bob de Jong