8
Duitsers slaan op de vlucht latigs de Harlingerstraatuieg, 14 april 1945
Wel, deze Lenie en ik hingen uit het dak
raam op de tweede verdieping van ons
huis. Het dakraam was zo hoog dat ik op
een stoel moest staan om over de venster
bank te kunnen leunen. Eigenlijk waren
we alleen naar de stilte en de leegte aan
het kijken. En toen, een uur later kwamen
er uit het huis Lobelia aan de overkant,
twee Duitse soldaten met een motorfiets.
Ze konden hem niet aan de gang krijgen.
Iedere keer, bij iedere trap op het startpe
daal loeide het even door de stille avond
om het dan weer op te geven. Steeds weer;
de spanning werd steeds groter. Na drie
kwartier proberen, het was al donker,
lukte het eindelijk en ze reden weg, twee
volmaakt eenzamen op de brede Harlin-
gerstraatweg.
Die avond was voor mij de spannendste
van de hele oorlog. Wat zou er gebeuren?
Op 4 september van het jaar daarvoor
had ik al NSB'ers zien opbrengen, er werd
gesproken over bijltjesdag waar ik me de
vreselijkste dingen bij voorstelde. Van sla
pen was natuurlijk geen sprake. Ik mocht
mijn matras naar de slaapkamer van mijn
ouders slepen en daar op de grond liggen.
Iedereen besefte dat dit zo'n moment was
dat men maar eens in zijn leven mee
maakt.
Doodse stilte
De volgende ochtend, het was nog steeds
doodstil buiten, hingen Lenie en ik weer
uit het dakraam. En toen gebeurde het; op
pantserwagens kwamen soldaten over de
Harlingerstraatweg rijden. Ik wist al twee
dagen dat de Canadezen er aan kwamen,
afkomstig uit Drenthe en Groningen. Ze
reden net als de Duitsers richting Afsluit
dijk. Maar wat een verschil. Ze hadden
plattere helmen op, hun uniformen waren
meer kaki en hun gezichten waren vuil
(gemaakt?). Ze kwamen voor mij van een
andere planeet. Ik heb later natuurlijk
foto's gezien van juichende menigten,
meisjes die op de wagens (of waren het
tanks) sprongen en meereden. In Leeu
warden, op 15 april 's morgens vroeg op
de Harlingerstraatweg niets van dat al.
Langzaam, zonder op of om te kijken,
reden deze buitenaardse wezens in doodse
stilte de Harlingerstraatweg af naar een
onbekende bestemming.
Bevrijding? Voor een groot aantal men
sen begon na de verschrikkingen een
nieuw tijdperk waarin weer van alles
mogelijk was. Voor mij gebeurde het
omgekeerde. Leeuwarden had als stad
niet veel doorstaan en wat er al aan vre
selijks gebeurd was, is altijd ver van ons
gehouden. En nu, na de bevrijding zaten
we niet meer met z'n tienen aan tafel, we
hadden niet meer met een groepje meisjes
bij een moeder thuis les omdat de school
gesloten was. De 'Hollandse' vriendinne
tjes, die de honger ontvlucht waren, gin
gen weer naar huis; mijn vader en broer
gingen naar het westen, mijn grootmoe
der, die toch wel door de oorlog verzwakt
was overleed, er kwam een toelatingsexa
men voor een nieuwe school en vriendjes
wilden enge dingen. Nee, voor mij was het
het einde van een gelukkige jeugd.