i
17
Het door Thomas Romein in 1880 gebouwde Beursgebouw aan de Wirdumerdijk, gefotografeerd
tussen 1880 en 1895 door Th.M. Staas
cie aangewezen architect van dit gebouw.
Romein vroeg een billijke beloning en
niet met zoveel woorden een beloning als
architect. Het gerechtshof vond het een
ingewikkelde zaak. De provincie had tij
dens de onderhandelingen steeds toegege
ven dat zij Romein een billijke vergoeding
verschuldigd was. Daar zat de provincie
aan vast. Het vaststellen van dat billijke
bedrag, door middel van deskundigen, zou
een dure en langdurige zaak worden. Het
gerechtshof besloot partijen maar eens
bijeen te roepen tot het geven van inlich
tingen en om zo mogelijk partijen in hare
twistzaak te verenigen. Het arrest met de
processtukken is te vinden in het archief
van het gerechtshof.
Sierlijk door de bocht
Provinciale Staten, niet ongenegen de zaak
te schikken, besloten hun oordeel over de
zaak op te schorten tot na de verkiezingen.
De staatsrechtelijke hervormingen van
1848 hadden ook de wijze van verkiezing
van de leden voor de Provinciale Staten
veranderd. De leden van de Provinciale
Staten die aanvankelijk indirect gekozen
werden, zouden onder de nieuwe liberale
Grondwet van 1848 rechtstreeks worden
gekozen. De eerste verkiezingen nieuwe
stijl hadden in 1850 plaats. Slechts één
der zittende leden keerde terug. De nieu
we Provinciale Staten besloten zich waar
het de verwerping van haar verweer tot
niet-ontvankelijkheid van Romein betrof
tot de Hoge Raad te wenden. Dat nam
niet weg dat ook zij de bui zagen hangen.
Het gerechtshof had immers de bereidheid
van de provincie om tot een billijke rege
ling te komen benadrukt. De Provinciale
Staten machtigden Gedeputeerde Staten
om hangende de procedure te proberen tot
een schikking te komen. Dat gelukte snel,
zelfs buiten de rechter om. De provincie
hield zo de eer aan zichzelf.
In de overeenkomst tot schikking van
13 februari 1851 werd met geen woord
gerept over de status van Romein bij zijn
werkzaamheden: provinciaal ambtenaar
of architect. De provincie betaalde aan Th.
Romein zonder nadere specificatie 2000
gulden voor zijn werkzaamheden, de in
1838 gemaakte reiskosten en de beloofde
gratificatie. Voorts nam de provincie de
proceskosten van Romein voor haar reke
ning. Die werden door de president van
het gerechtshof vastgesteld op 496. De
gerechtelijke procedure werd afgeblazen.
*1 n'jv. aniu' j- r„*'—
Dat het College van Gedeputeerde Staten
zijn besluit uit 1845, waarbij Romein voor
twee weken in dienst werd genomen om
Kros te assisteren, als uitgangspunt nam,
is begrijpelijk. Het zag die overeenkomst
als een vervolg op het oude dienstverband
als opzichter. Dat de positie van Romein
inmiddels een andere was dan opzichter
van openbare werken bij de Friese Water
staat was haar niet geheel ontgaan. Van
daar dat zij voor de 130 dagen die Romein
zei gewerkt te hebben, wilde betalen. De
provincie vond dat al een heel royaal aan
bod. Bij Romein ging het er om dat hij
als architect erkend werd. Een architect
kreeg een ander soort beloning dan een
opzichter. Om de provincie over de brug
te helpen vroeg hij een betrekkelijk gering
bedrag. Hij wilde evenwel geen concessies
doen, die het aspect van architect zouden
aantasten.
In zijn arrest zaagde het gerechtshof
de poten onder de stoel van de provincie
weg. Het al dan niet architect zijn van
Romein deed niet ter zake. Bepalend was
dat Romein een billijke beloning voor zijn
werk zou krijgen en daartoe had de pro
vincie zich allang verplicht.
De provincie heeft de tekenen van de
tijd begrepen en is sierlijk door de bocht
gegaan. Voor het 'gezicht' van de provin
cie was van groot belang dat de functie
van Romein niet ter sprake kwam en dat
het bedrag niet werd gespecificeerd. Voor
Romein was belangrijk dat het bedrag
zodanig was dat hij daar een erkenning
als architect in kon zien. Zo was iedereen
tevreden. Bij deze oplossing spon de pro
vincie op de lange duur de meeste zijde.
Zij toch zou van een langlopend conflict
met de ontwerper van het meest presti
gieuze provinciale gebouw, die tevens
stadsarchitect van Leeuwarden was, het
meeste nadeel ondervinden. Zo waren de
relaties hersteld, maar Romein is daarna
niet meer voor de provincie werkzaam
geweest.