Meester zilversmid Johannes Feddema (1747-1825)
Lcovor^
J?
20
Sierk de Vries Toen in het najaar van 2003 in Sneek bij het veilinghuis Aid Fryslan een zilveren
zogenaamde konings-kaatsbal te koop werd aangeboden, die blijkens de merk
tekens in 1800 was gemaakt door de Leeuwarder zilversmid Johannes Feddema,
was dat de aanleiding om een bijdrage aan hem te wijden.
Johannes werd geboren op 6 september
1747, althans hij is op die datum in de
Grote- of Jacobijner kerk door domi
nee Cornelis Blom gedoopt. Hij was de
zesde zoon van Johannes Douwes Fedde
ma meester 'glasemaker' en Aaltje Jouws.
Bij het huwelijk van Johannes op 1 mei
1774 geeft hij op zilversmidsgezel te zijn.
Het huwelijk met Dieuwke Coenradi
wordt ten overstaan van dominee Theod.
te Bokkel gesloten in de Galileërkerk.
Dieuwke is gedoopt in Leeuwarden op
19 juni 1743 en is de dochter van Nicolaas
Coenradi en Trijntje Overnij.
Johannes moet worden beschouwd
als een belangrijke telg uit het geslacht
Feddema en zal in zijn tijd een bekende
Leeuwarder zijn geweest. Hij heeft reeds
in 1780 onder zijn eigen merkteken werk
gemaakt, hoewel hij op het gildebord,
nu aanwezig in het Fries museum, pas
als gildemeester in 1783 voorkomt. Dit is
overigens wel merkwaardig. De gilden
stonden, dacht ik, als uiterst zorgvuldig
bekend en de voorschriften waren nogal
streng. Johannes Feddema wordt ook
nu nog tot de meest vooraanstaande
Friese zilversmeden gerekend. In het Fries
museum zijn een aantal door hem vervaar
digde voorwerpen aanwezig, waaronder
een paar bekend geworden suikerstrooiers.
Ook in andere musea, zoals het Groninger
Museum en het Hannemahuis te Harlin-
gen zijn werkstukken van hem aanwe
zig. In een advertentie in de Leeuwarder
Courant van 30 maart 1783 vraagt hij
twee zilversmidsknechten. Hij heeft een
huis gekocht op het Zaailand en nam daar
op 31 oktober 1789 een hypotheek op van
f 200, in die tijd een aanzienlijk bedrag.
In een artikel over de familie Funcke
Leovardia 11) komt de naam van Johan
nes voor als een van de naaste buren.
Keurmeester
Johannes was in zijn hoedanigheid als
wees-diaken op 29 november 1793 getui
ge in een zaak tegen Direck Struiving,
die collectegeld zou hebben verduisterd.
Als mede-getuige trad op ene Wijbrand
Feddema, een zoon van neef Willem
Feddema. Wijbrand wordt in deze zaak
eveneens wees-diaken genoemd. Wees
diakenen waren door het stadsbestuur
aangewezen personen, die in de kerken
een tweede collecte moesten houden ten
behoeve van de stadswezen. Deze tweede
collectes zijn gehouden van 1675 tot 1799.
ASsAlm if j» vy yt jH*
->
- Js i jJr -
- A J
TA
-
è>-
''J'. V- Ü-y-
-
In het Silversmidts Gilde Boek van de Aantekening der Boeten komt Johannes Feddema ook enige
keren voor wegens te laat komen. Op 30 november 1795 vergaderde het Gilde 's ochtends in herberg
De Wijnberg, waarna de vergadering 's middags werd voortgezet in het Stadhuis. Hier schoof
Johannes Feddema te laat aan, hetgeen hem op een boete van 3 stuivers kwam te staan
la»;