Generaties Das begeleidden veetransporten
LiCOVtil
26
Piet Tuik
De 73-jarige Huizumer Marten Das komt uit een nijvere familie. Zijn grootvader
Johannes ontvlucht de armoede van Drenthe door omstreeks 1900 uit Smilde naar
Wergea te trekken. Vader Gerrit werkt al jong als boerenarbeider en belandt daar
na in Leeuwarden. Drie generaties Das scharrelen hun kostje op door in moeilijke
tijden van alles aan te pakken. Maar het werken met vee en het begeleiden van
veetransporten zit de familie in het bloed.
De sterke Gerrit Das behoort tot het
selecte groepje Leeuwarders dat in de
jaren twintig van de vorige eeuw aan
de Harlingertrekweg schepen uitlaadt.
Sjouwend met zware zakken meel uit het
ruim, via de ladder de dijk over naar de
Stoommeelfabriek Fortuna. De sjouwers
dragen een baaien hemd met een broek
die aan de knie kan worden vastgeknoopt.
Ook lost de potige Huizumer in zijn jonge
jaren zand en grint uit schuiten.
Gerrit Das heeft een groot gezin dat
uitgroeit tot 15 kinderen en zoekt vooral
naar losse werkzaamheden waarmee
goed geld valt te verdienen. Hij werkt in
de loop der tijden voor aannemers, met
vee, als sjouwer van kolen en plaatst zelfs
telefoonpalen in Amsterdam. Ook tij
dens de nachtelijke uren is deze gehaaide
Das soms actief. In de moeilijke jaren
dertig vist hij in Friesland zowel met de
totebel als met de peur. De gevangen vis
en vooral de levende paling wordt
uitgevent bij de elite in het gebied
Har linger str aatweg/Spanj aardslaan en
aan de deur gevild.
In de winter verkoopt de familie
Das chocolademelk vanuit een koek
en zopietent nabij de Grote Wielen.
De demontabele tent is gemaakt door
zoon Jan die als timmerman zijn manne
tje staat. Per paard en wagen worden de
witte tenten, een geraamte van hout met
daarop wit linnen, vervoerd. Gerrit en zijn
zoon Johannes bouwen de tent op, terwijl
de dochters in witte jassen de bediening
verzorgen. De melk komt in flessen van
de Lijempf en wordt in grote ketels warm
gemaakt. Tevoren keurt men de smaak
want 'aangesangerde' melk wordt niet
verkocht. Die kwaliteit betaalt zich uit en
de tevreden klanten, die op lage banken
aan tafels gedekt met witte lakens zitten,
komen geheid terug.
Melk geruild voor mergpijpjes
Evenals zijn vader Johannes, die geduren
de twee decennia jaar als veebegeleider
werkt, is Gerrit Das al jong elke vrijdag
op de Leeuwarder veemarkt te vinden.
In 1914 maakt hij zijn eerste grote reis
als veebegeleider en werkt, uitgezonderd
in de Tweede Wereldoorlog, meer dan een
halve eeuw met vee. Op de Leeuwarder
veemarkt geldt hij vanwege zijn veereizen
al gauw als routinier. Daar weet Gerrit na
twee uren hard werken eens een zwaar
kalvende koe te redden die door de vee
arts al is opgegeven. Hij is wel zo kien om
daarbij tevoren een financiële beloning
te bedingen.
Ook in de oorlog wordt er vee per trein
afgevoerd via de lange veestallen van de
Nederlandse Spoorwegen die dan zuide
lijk van het Leeuwarder treinstation lig
gen. De woning van zetbaas Rommert
Wagenaar grenst aan de stallen en ver
derop ligt het nabijgelegen spoordok met
De Veemarkt la?igs de Lange Marktstraat rond 1928