28
Veeverzorgers op de MS Eendracht naar Peru, december 1948-maart 1949. Tweede van links,
voorste rij Marten Das, in overall Wiebe Juckers Collectie Das
De MS Eendracht op weg naar Peru met vee aan boord, december 1948 Collectie Das
man, regelt de zaken onderweg en wordt
door zijn opdrachtgevers blind vertrouwd.
Vanaf zijn eerste reis in 1914 werkt hij
samen met Oppenheim en Pinto uit Win
schoten, later met Hielkema uit Leeu
warden en na 1945 met de Coöperatie in
Akkrum. Ongeveer tien koeien worden er
per wagon geladen. Men rangschikt de
wagons op route en bestemming, zet ze
klaar op het emplacement en brengt ze
met een locomotief op snelheid. Daarna
krijgen ze een zetje van de lok richting
andere wagons en koppelen dan met een
doffe dreun automatisch aan elkaar.
Onvergetelijk is de reis die de 18-jarige
Marten Das in 1948 met vijftien ande
re veeverzorgers en ruim 1100 vaarzen
naar Peru maakt op het motorschip De
Eendracht. Onder in de ruimen hebben
de verzorgers vloeren van hout gemaakt
en daarbovenop worden de houten boxen
voor het vee geplaatst. Er ontstaat ver
traging omdat een deel van het schip niet
aan de voorschriften voldoet. Tien dagen
lang ligt De Eendracht bewegingsloos in
de Rotterdamse haven waarbij het vee
aan boord wel met water en hooi wordt
gevoerd maar de mest niet afgevoerd
kan worden. Nadat directeur Koldijk uit
Akkrum en zijn compagnon Kloosterboer
uit Noord-Holland speciaal naar Rotter
dam zijn gekomen, vaart het schip uit. Pas
dan is er gelegenheid de mest overboord
te gooien. Omdat de pompen niet werken
kan alle aangekoekte gier niet meer ver
wijderd worden en dat krijgt grote gevol
gen. Ongeveer 175 koeien sterven onder
weg en moeten onder grote lichamelijke
inspanningen overboord worden gezet. De
diepste ruimen liggen zestien tot achttien
meter lager. Pas enige tijd later weet men
een stelling met een schuin vlak te con
strueren waarbij de touwen één voor één
losgemaakt worden. Tenslotte wordt het
laatste touw gekapt waarna alweer een
dode koe overboord glijdt. Intussen zijn
in het ruim de ammoniakgeuren bijna
niet te harden. De veeverzorgers staan
vanaf vijf uur 's morgens slechts gehuld
in een korte broek bijna naakt in de hitte
te werken, soms meer dan vijftien uren
achtereen tot de avond valt. Intussen
weet de kapitein het slechte weer steeds
te ontlopen zodat het schip met open lui
ken kan blijven varen. Tenslotte bereikt
De Eendracht via het Panamakanaal de
baai van Trujillo in het noorden van Peru.
Marten Das kijkt zijn ogen uit in het exo
tische Peru en weet zich ruim 50 jaar na
dato nog veel details te herinneren.
Van 1947 tot 1954 begeleidt Marten vee
transporten naar ondermeer Polen, Zwit
serland, Italië en Griekenland. Daarna
zoekt hij zijn werk dichter bij huis. Zijn
vader Gerrit reist tot ongeveer 1963 met
vee, in latere jaren vooral als voorman en
troubleshooter. Vanaf de zestiger jaren
komen de snellere treinen in zwang en
het oude métier van veeverzorgen verliest
langzamerhand zijn avontuurlijke glans.
Met Gerrit Das legt één van de laatste
routiniers onder de veebegeleiders, die
onderweg nooit een wekker nodig heeft
het bijltje erbij neer. Een nieuwe tijd doet
zijn intrede.