Vluchtende Duitsers op de Harlingerstraatweg 7 Alida Beekhuis 14 april 1945. De hele lucht was er vol van. Ik was helemaal opgewonden. Het was een mooie avond, iedereen ging de straat op om de Duitsers de stad te zien verla ten. Want dat gebeurde op grote schaal; omdat Leeuwarden tot lazaretstad was verklaard zou er niet gevochten worden en de Canadezen waren in aantocht. Hoe zouden die er uitzien? Vast vervaarlijker dan de Duitsers. Ze waren immers bezig te winnen? Maar voorlopig verlieten de Duitsers op alles wat rijden kon de stad: fietsen, motorfietsen, karren, oude auto's. En natuurlijk richting Harlingen en Afsluitdijk. In Holland hielden ze immers nog stand! En zo zagen wij, bewoners van de Harlin gerstraatweg, een lange stoet van man nen, sommige in uniform, andere in lange, donkere jassen met woedende gezichten langs ons gaan. Het publiek op de brede stoep was dan ook in een uitgelaten stem ming. Mijn moeder was bang, vertrouwde het niet. Wij zo vrolijk, hoe zouden de gefrustreerde Duitsers daarop reageren? Daar ging de NSB-burgemeester op de fiets voorbij. Ook al die razende blik. Hij werd dan ook uitgejouwd. En inderdaad, op een gegeven ogenblik begonnen ze te schieten en wij doken achter de muurtjes, waar de Harlingerstraatweg zo rijk aan was en die de tuinen van het brede trot toir scheidden. Het schieten duurde niet lang, was niet meer dan frustratie en wij kwamen weer te voorschijn. Niemand was geraakt. Om 9 uur begonnen de klokken van de Oldehove te luiden. Dat was nog nooit gehoord, de wereld stond op zijn kop. Maar het was wel aangekondigd, het heette Groot Alarm en iedereen moest dan zor gen naar binnen te gaan. Ik raakte steeds opgewondener. We gingen dus naar huis terug en langzamerhand werd het stiller op straat. De auto's met Duitsers waren al lang weg, alleen nog wat verlate fietsers. En de trottoirs waren natuurlijk helemaal leeg. Het was een mooie voorjaarsavond en er heerste een sfeer zoals ik die ken van een heel vroege zomerochtend, om vijf of zes uur, heel ijl, heel stil. Twee eenzame figuren Lenie van Rijswijk, een meisje van onge Alida Beekhuis (rechts), Freddie Heerma van Voss en Tom Straatsma op de Harlingerstraatweg, rond 1945 veer 20 jaar uit Amsterdam, dat bij ons was gekomen om een SS-broer, die aan het Oostfront had gevochten, en de honger te ontvluchten, was officieel bij ons om mijn moeder die op dat moment voor dertien personen had te zorgen in de huishouding te helpen. Dat stelde niet veel voor volgens mijn moeder, maar ze was aantrekkelijk en werd er altijd op uitgestuurd om melk te halen, die zij in kleine flesjes onder haar kleren, al lonkend langs de Duitsers loodste. LA» it

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2005 | | pagina 9