Herinneringen van een Rotterdamse buschauffeur
Leova.'c^LA.It
25
Joop Visser Ik ben op 19 januari 1949 geboren als Klaas Joop Visser in de Azaleastraat 79
in Leeuwarden. Mijn kleuterschool was vlakbij de Lekkumerweg, op het Zwarte-
weggetje; de school heette Jong Leven, 's Middags ging ik naar mijn opa en oma om
te slapen; zij woonden Lekkumerweg 40 rood. Mijn opa heette Harmen Visser; mijn
oudste broer is naar hem vernoemd. Ik zie hem nog staan, mijn opa met die grote
snor, vlak naast het bed van mijn opoe, die al jaren ernstig ziek op bed lag; dat
vergeet je niet gauw.
Mijn opa was aannemer, had veel mensen
over de vloer en verschafte aan veel men
sen werk. Van de Azaleastraat verhuisden
we naar de Frederik Ruysstraat 41. We
woonden op een hoek en vanuit een zij-
raampje kon je naar Lekkum kijken waar
opa en opoe woonden. We speelden op het
opgespoten land, een begrip voor de jeugd
uit die buurt. Het was er spannend, we
bouwden er hutten. Ik leerde er fietsen en
ik weet nog dat ik een blikje achter op
mijn fiets vast maakte met een touwtje
naar mijn achteras, gaatje door het blikje
en dan met een spijker het touwtje strak
trekken. Als je dan fietste, begon het blik
te gillen, wat de mensen in de buurt niet
zo leuk vonden, zeker niet op zondag
ochtend. In deze periode gingen we veel
naar Ameland; mijn vader had daar een
tent en later een caravan. Het was een
heerlijke tijd; we gingen naar het strand
en we vliegerden veel.
Poppenhuisje
Het aannemersbedrijf van mijn opa ging
failliet. Mijn vader werkte bij hem en had
daardoor geen geld meer. Dat betekende
verhuizen naar een goedkopere woning.
Nou dat hebben we geweten. We gingen
naar de Evertsenstraat 4; wat een pop
penhuisje was dat. Mijn ouders hadden
vijf kindertjes en we sliepen met ons
drietjes op een heel klein kamertje. Maar
ook daar heb ik een leuke jeugd gehad.
Wij woonden vlakbij Koopmans Meel
fabriek en mijn broer moest zo nodig
even op het dak van de fabriek klimmen,
kon er niet meer af; de hele buurt stond
op zijn kop en hij stond te schreeuwen of
De brandweer moest er aan te pas komen
om de broer van Joop Visser van het dak
van Koopmans Meelfabrieken, hier rechts
op een foto uit circa 1950, te halen
hij geslacht werd. De brandweer moest er
bij komen om hem van het dak te halen.
Naast de meelfabriek zat een loodhan-
delaar. Daar kwamen grote vrachtwa
gens met lood om te lossen, maar eerst
gingen die lui eten dus losten wij wel
even voor hen. Grote stukken lood haal
den wij van de wagen en de volgende dag
verkochten wij het weer aan het lood-
bedrijf. Wat we ook deden was oude kran
ten ophalen en die verkopen aan een
vrouw in een steeg naast de roomse toren
(Bonifatiuskerk). Deze vrouw belazerde
ons; zij had haar weegschaal afgesteld op
een kilo minder. Dat hadden we gauw
door en dus deden wij tussen de kranten
een baksteen en zo hadden wij toch onze
kilo's.
Heggenschaar
Ik had nog een opa en opoe. Mijn lieve
opa, Jan Vonk, heeft 40 jaar bij de gevan
genis gewerkt; hij was daar hoofdbe
waarder. Die opa kon met zijn blote han
den een fietsband om een velg leggen; dat
vergeet ik nooit meer. Hij kwam altijd bij
ons thuis 's middags warm eten en dan
had hij het bord op één hand en een heel
klein vorkje in die andere hand. Er werd
bij hem thuis vergaderd hoe ze de gevan
genis zouden overvallen in de oorlog. Zelfs
mijn opoe wist er niets van. Opa had
gezegd jullie mogen het doen op een dag
dat ik vrij ben en zo is het ook gebeurd. Ik
moest voor mijn opa ook altijd tabak
halen bij De Spar in de Trompstraat. Aan
een kant van de Evertsenstraat had je een
parkje daar heb ik op de vijver leren
schaatsen. Mijn broer Jan ging daar altijd
voetballen en dat mocht niet van de tuin
man van het park. Op een dag deed mijn
broer het toch en de tuinman werd zo
kwaad dat hij een heggenschaar naar
mijn broer gooide. Mijn broer raakte
gewond en dat is nog een hele rel geweest.
De tuinman had er overigens wel erge
spijt van dat hij die schaar had gegooid.
Wij zijn in 1956 verhuisd naar Rotter
dam, waar mijn vader opzichter werd bij
de bouw van het Dijkzigtziekenhuis. Hij is
in 1964 bij een auto-ongeluk om het leven
gekomen. Hij heeft niet meer meege
maakt dat al zijn kinderen zijn getrouwd
en ook weer kinderen hebben. Ik ben bus
chauffeur bij het openbaar vervoer in Rot
terdam, heb twee zonen en mijn hobby is
het repareren van klokken en horloges.