Viering 200-jarig bestaan Leeuwarder Synagoge
28
Op 22 mei j.l. werd het 200-jarig bestaan gevierd van de
Leeuwarder Synagoge. Onder de sprekers bevond zich ook
Chaim Caran, vertegenwoordiger van de Amuta Stichting
Leeuwarden in Israël. Zijn rede wordt hier integraal weer
gegeven.
Hoofdrabbijn H.J. Jacobs (links) in gesprek met zijn schoonzoon
rabbijn M.S. Stiefel tijdens de viering in de synagoge
Geacht bestuur Stichting Behoud Synagoge,
Mijnheer de Wethouder, Excellentie de Ambassadeur van Israël,
mijnheer de hoofdrabbijn Provinciaal Opperrabbinaat, mijnheer de
rabbijn van Friesland, bestuurderen NIK, bestuur Joodse Gemeente,
bestuur Verzetsmuseum, geachte aanwezigen
Als vertegenwoordiger van Amuta Stichting Leeuwarden in Israël
ben ik zeer vereerd en geroerd aanwezig te mogen zijn bij de her
denking in Leeuwarden van het 200 jarig bestaan van dit gebouw
waarin velen van onze voorvaderen menig uur hebben door
gebracht teneinde gebed, lernen en gemeenschapszin te beleven,
en eeuwenoude tradities voort te zetten.
Ik wil u graag verslag brengen van de viering in Kfar Batya
waar op 10 maart van dit jaar, 30 Adar rishon, ook het 200-jarig
bestaan herdacht is. Zoals u weet is het interieur van de shul hier
in 1965 naar Kfar Batya overgebracht. De synagoge aldaar staat
in een prachtig park, waar vele bomen in bloei stonden tijdens de
viering. In zacht lenteweer en zon werden de gasten, ongeveer
300 in totaal, ontvangen voor een receptie in de bibliotheek waar
vitrines stonden opgesteld met al het gerestaureerde zilver uit de
Leeuwarder synagoge, siertorens, rimonim, kronen, schilden,
kandelaars. En ook boeken over de Leeuwarder joodse gemeen
schap.
Er werd een fraaie brochure uitgereikt met een voorwoord
van de Israëlische president Moshe Katzav, en bijdragen van de
organiserende instellingen, en tevens van Gerk Koopmans van
het Verzetsmuseum in Leeuwarden. De brochure bevatte tevens
fraaie foto's van het gerestaureerde zilver.
Erna was een korte Mincha dienst in de synagoge bijgewoond
door de Israëlische opperrabbijn Meir Israël Lau, die zat op
de gerestaureerde zetel van de vroegere Leeuwarder opperrab
bijnen, door de Nederlandse ambassadeur Bob Hiensch, de uit
Nederland afkomstige rabbijn Brodman, vertegenwoordigers van
Amit, de Amerikaanse vrouwenorganisatie die Amit beheert, de
burgemeester van Raanana (zusterstad van Opsterland) en het
bestuur van het dorp en van de Amuta en een groot aantal leer
lingen en belangstellenden. Opperrabbijn Lau wees op de toe
passelijke wekelijkse toralezing, die ging over de inwijding van
de tabernakel, Er werd ook op gewezen dat de gedachte syna
gogen over te brengen naar Eretz haKodesh, het heilige land,
bestond, maar dat meer gedacht werd hiervoor aan Messiaanse
tijden, zoals ook voor de inzameling der Joodse ballingen in het
algemeen.
Het is duidelijk dat de overbrenging ook in Israël als iets heel
bijzonders beschouwd wordt. Zelf was ik in de gelegenheid een
ochtenddienst bij te wonen met ruim 300 kinderen, de sfeer
was heel gemoedelijk en maakte op mij een heel bijzondere