15
Misschien wel de mooiste steen in de Grote Kerk: het kinderzerkje van Helena Heymans met
de tekst Homo bulla, hetgeen betekent: 'De mens is als een waterbel' Foto Martin Engels
in goede staat. Wel is er door eeuwenlang
schuifelen over de stenen een en ander
afgesleten. Ook vóór 1842 waren delen van
de vloer bedekt met banken voor raadshe
ren, vroedschapsleden en anderen. Zerken
die voor, naast of achter die vakken in de
loop lagen, zijn sterk afgesleten. De stenen
die onder die banken lagen, zijn het best
bewaard gebleven! Er zijn stenen die half
onder banken gelegen hebben: de ene helft
van zo'n steen is nog redelijk intact, de
andere helft bijna geheel afgesleten.
Spreuken
Misschien wel de mooiste steen, een voor
beeld van een kinderzerkje, vindt men
in regel 14 bij een pilaar. De tekst luidt:
'Homo bulla', wat betekent 'De mens is
als een waterbel'. Verder staat er: 'A[nn]
o D[omi]ni 1577 den 11 Aprilis sterf Hele
na Heymans, alhier bij haren broeder
(die gestorven is den 10 Marty Ao 1575)
begraven, wijes zielen Godt genadich zy'.
U ziet Helena liggend in een waterbel. De
steen is nog gaaf: blijkens het grafregis-
ter van circa 1800 bevond de steen zich
onder de bank van Carelson en Sminia.
In de archieven is gevonden dat broer
en zus mogelijk jonge kinderen waren
van Mathys Heymans en Tineke van der
Haule. Tineke was de kleindochter van
Jacob Auckama en Helena Arents.
Toentertijd was vernoeming van een doch
tertje naar grootmoeder (en een zoontje
naar grootvader nog traditie. Behalve deze
zijn er nog enkele spreuken te vinden in de
Grote kerk. Op de Ockinghasteen, regel 9:
'Mors omnium rerum kolophon', (De dood
is het eind van alle dingen). Op een zerk
(Roorda?) in regel 9 staat 'Nascendo mori-
mur', welke spreuk ook op een steen staat
onder het glazen podium, voor Siurdt Mar
tens zn. [Fockens], geboren 14 febr. 1592,
overleden 18 april 1592, in regel 6 van de
noordbeuk. De spreuk betekent 'Bij onze
geboorte sterven we al en ons einde wordt
bepaald door ons begin'.
In regel 10 (van het schip) ligt de zerk
van Hanibal Christian Bastard [to]e
Bronswick, overleden 5 januari of 15 maart
1624. De vader van dit jong gestorven kind
zou kunnen zijn Christiaan Lodewijk her
tog van Brunswijk Wolfenbüttel, bisschop
van Halberstadt (1599-1626), zwager van
stadhouder Ernst Casimir en sinds 1619
staatsritmeester. Men ziet een ovaal
wapen met schuinbalk (bastaard); links
en rechts van het wapen een manshoofd
en een doodskop, waaronder: 'Memento
morij' (de o van memento, zoals wel vaker
bij ruimtegebrek, aan de bovenkant van de
regel). Memento mori ('Gedenk te sterven')
was de titel van een vroeg Middelhoogduits
gedicht, de eerste Duitse boetepreek op
Grafzerk van Bauck Pieters Ulenburch,
weduwe van lochum Harmensz.
rijm, uit circa 1070. De uitdrukking komt
als inscriptie al voor op zilveren bekers uit
de Romeinse tijd. Men zegt wel dat men de
beginletters (MM) terugvindt in de hand
palmen. Deze steen ligt andersom dan de
rest! Normaal werd de dode begraven met
het gezicht naar het Oosten, het Licht.
In regel 20, onder het orgel, lezen we op
een kleine steen: 'Mors sceptra ligonibus
aequat' ofwel 'De dood maakt scepters
aan spaden gelijk' ook wel 'Voor de dood
zijn koningen en dagloners, hoog en laag
gelijk'.
Oud geworden
Hoewel minder vaak dan tegenwoordig
werden mensen in vroegere eeuwen soms
ook oud. In regel 6 van de zuidbeuk ligt
begraven Bauck PietersdrUlenburch, wed.
van lochum Harmensz., olt 97 jr., overle
den 3 mei 1606. De steen vertoont onder
meer een halvemaanmes(?) en een schoen
makersmes, waarschijnlijk een randsteek-
mes. Dergelijk schoenmakersgereedschap
vinden we ook in een poortje aan de Groe-
neweg nabij het Schoenmakersperk. Deze
Bauck was familie (een tante van een tan
te) van de vrouw van Rembrandt, Saskia
van Uilenburg (1612-1642).
Kleur in de kerk
Tot de Franse Revolutie was er ook in de