18
Gouverneursplein kwam ik aan bij mijn
school. Bij gebrek aan een schoolplein
speelden de leerlingen voor aanvang van
de school en tijdens de pauzes op de stoe
pen voor, naast en tegenover de school.
De klassen met de jongste leerlingen voor
de ramen van de school en de oudsten
voorbij de Beijerstraat.
Tijdens het verblijf op de Juliana-
school, de klassen vier en vijf, hadden we
de beschikking over een echt schoolplein
met een afsluitend hek. Hek met naam
is nog aanwezig. Het gebouw verkeert in
slechte staat.
Juffrouwen en mijnheren
De Hofschool kende parallelklassen voor
ieder leerjaar. Deze werden mogelijk
gemaakt door de relatief hoge ouderbij
dragen, waardoor de klassen konden wor
den gesplitst. Na zes of zeven jaar werd
je geacht voldoende basis te hebben
opgedaan voor een vervolgopleiding op
HBS- of gymnasium niveau.
De uitvoering en de route van het onder
wij splan aan de Hofschool stond onder lei
ding van een roemrucht hoofd, de heer G.
Hosper. Bij het vertrek van zijn voorgang
ster in 1945 werd hij door een gerichte
actie van ouders naar voren geschoven
en ook benoemd als hoofdonderwijzer. Ik
denk dat dit een unicum is in de onder
wijswereld.
Hosper had door zijn persoonlijkheid de
wind eronder en bezat de gave een juiste
sfeer onder de lesgevenden te scheppen.
Zelf onderwees hij de 'betere' leerlingen
in de zesde klas, die geacht werden direct
door te gaan naar het voortgezet onder
wijs. Wij kenden geen juffen en meesters,
maar juffrouwen en mijnheren. Deze
aanspreektitels waren ter onderscheiding
van die op alle andere scholen. Op de LSV
is dit vreemde onderscheid niet meer aan
wezig. Maar, zoals ik schreef, we leefden
in een tijd van onderscheid en verschil.
Verschil ten aanzien van geld en status,
opleiding, beroep en titel. Een diploma
zou weldra deuren openen die voor eer
dere generaties gesloten waren geweest.
Jaarlijks groeide het aantal aanmeldin
gen en men ging over tot het instellen van
een wachtlijst.
Met moeite volgde ik het klassikale
tempo. Ondanks mijn late intrede haper
de er iets aan mijn schoolrijpheid. Op de
kleuterschool bij mevrouw Bender had
dit gebrek mij ook al parten gespeeld. Dro
merig van natuur sukkelde ik mee in de
achterste regionen. Mijn rapporten getui
gen van 'de hakken over de sloot' bevorde
ringen met de vermanende ondersteuning
van het onderwijzend personeel. Dankzij
de aandacht en betrokkenheid van onder
anderen juffrouw Hommes en de lera
ren Goerres, De Vries en Van der Geest
doorliep ik de lagere school zonder te dou
bleren. Hosper raadde na mijn zevende
klas een vervolgopleiding op HBS-niveau
af, maar mijn moeder zette, tegen beter
weten in, door. Maar die periode valt bui
ten het bestek van dit verhaal.
Saai, doodsaai
Het oude gebouw van de Hofschool, waar
in na mijn vertrek nog veertien jaar les is
gegeven, had een indeling die gebruike
lijk was voor scholen. Hoge holle gangen,
brede trappen en deuren van klaslokalen
met een bovenlicht, zodat het surveille
rend hoofd der school in de klassen kon
loeren. Iets van de jaren voor mijn tijd. De
entree en hal waren zo groot dat de gehele
gemeenschap zich daar kon verzamelen,
zoals bij voorbeeld gebruikelijk was op
Koninginnedag, wanneer Hosper, staande
boven aan de grote trap op de eerste balu
strade, ons het belang van het instituut
Oranjehuis onder de aandacht bracht. En
daarna zingen natuurlijk.
Groepsfoto voor de Vliehorst. Boven van links naar rechts: Twee kleinere jongens; twee
vrienden in bijna gelijksoortige shirts: Pim Plantinga en Henk Kramer, zoon van een
groentehandelaar. Henk zijn ouders waren zevendedagadventisten, waardoor Henk altijd
zaterdags vrij had als wij 's morgens (nog) naar school gingen. De lange jongen is Jan
Hoekstra, Bert Koek, zoon van een neuroloog uit Heerenveen, Johan Niemendal, mevrouw
van der Wal (met zonnebril), moeder van Maaike. Mevrouw van der Geest, echtgenote
van de leraar van de 7e klas, Kees Siccama, met pet Henk Faber, achter hem het hoofd
der school G. Hosper, met zijn vrouw. Voor hen: Hans Meijering. Voor, liggend: Paul van
Medevoort en naast hem Bruno Barendsma, zijn vader had een glazenwasserij. Op de
knieën met halsdoek: Hilde Nijland, dochter van de Mercedesdealer uit Berlikum. Achter
haar Aukje de Jager, en voor Aukje: de heer van der Geest, onderwijzer uit de 7e klas,
leunend op zijn knieën Frits Wever, zoon van een internist. Frits kwam na de schoolva
kantie in 1953 niet opdagen voor zijn eerste schooldag op de HBS. Hij was in die vakan
tie overleden aan leukemie. Ik denk nog wel eens aan hem. Zittend voor Van der Geest:
Rixt Hoekstra, liggend Heleentje van der Heide, met achter haar Hannie Kolk, daarnaast
Maaike van der Wal en haar vriendin Truus de Boer Collectie Kees Siccama