20
Van een heel ander kaliber was vanaf de
vijfde klas (1951) het meerdaagse school
reisje naar Vlieland. Het werd gepresen
teerd als werkweek (de pretparkjaren
waren nog lang niet aangebroken) en
we vertrokken naar het pas gebouwde
groepshuis van de Nederlandse vereni
ging van Hofscholen: de Vliehorst. In het
voorseizoen vertrokken met de veerboot
vanaf Harlingen, maakten we halverwege
de Waddenzee een overstap via een loop
plank)!) op de zeesleper Holland die ons
verder bracht naar het eiland. Een beleve
nis van de eerste orde. De machtige, toen
grootste, sleper ter wereld vervoerde een
klas kindertjes en enkele solitaire gasten
en bewoners naar Vlieland. We mochten
overal komen, ook in de machinekamer. Ik
ruik de herinnering nog, de olielucht ver
mengd met de warmte en zie voor mij het
glimmende houtwerk en het koper. Alles
met een intens gevoel, gekoppeld aan de
gespannen verwachting wat ons op dat
eiland te wachten stond. Zo'n gevoel kun
je alleen als kind ervaren, er met heimwee
aan denken en, tevergeefs, naar terugver
langen.
Na aankomst met de koffers door de
duinen ploeteren naar ons verblijf. Het
leek wel een uur lopen. Zoals velen van
u uit ervaring weten grenst het lang
werpige gebouw met zijn speelveld ervoor
bijna aan het dorp. De laatst gebouwde
huizen kijken er op uit. Een kind vormt
de werkelijkheid nog naar eigen behoefte.
Nachtwandelingen, strandvertier, wie durft
met zijn kleren aan het verst in zee, haard
vuur van sprokkelhout en dennenappels en
slapen op bedden met een canvas hangmat
erin. Gemakkelijk te reinigen bij bedplas-
sers.
Nieuwsgierig naar de slaapgewoonten van
het onderwijzend personeel en de enkele
meegekomen moeder. In ieder geval slie
pen die in kamertjes tussen de gescheiden
slaapzalen.
De opdrachten voor het werkstuk had
den geen prioriteit, wel het voetballen
op het terrein. Hierbij ontvingen we veel
steun van de heer Hosper die een aanste
kelijk promotor van 'het partijtje' bleek te
zijn. Bij gebrek aan 'loslopende jongens' op
het eiland voetbalden we ieder jaar tegen
een selectie van de Vlielander jeugd. Deze
kwam meestal met veel oudere jongens
aankakken. Wij beschikten echter over
een geheim wapen: Henk Faber (uit Har-
degarijp) een fabuleus tacticus en goal-
tjesgetter, die altijd onze eer redde. Tot
mijn verbazing ben ik zijn naam later niet
tegengekomen in de voetbalverslagen.
Goede herinneringen aan een tijd van
nieuwe indrukken en ervaringen, ontlui
kende aandacht voor de meisjes en zij
misschien voor ons. De onschuld van de
latentiejaren in de gestructureerde maat
schappij van vlak na de oorlog.
Een gebeurtenis uit die jaren, uit 1951,
vijfde klas, is mij bijgebleven: een lezing
over onze kolonie Suriname door een
neger! Hij had al enkele scholen bezocht
en het verhaal over zijn buitengewone
presentie was ons bekend. Hij zette een
emmer met water op zijn hoofd en liep
daarmee, met losse handen, voor de klas
heen en weer. Ongelukkigerwijs bewaar
de hij dit voor het einde van zijn praatje,
waardoor we van de inhoud niets meekre
gen door het wachten op de stunt. Maar
uiteindelijk liep hij met een emmer water
op zijn hoofd. Onbedoeld bevestigde hij
hierdoor de afstand die er bestond tussen
de Surinamers en ons. Een afstand die
hij juist door zijn lezing wilde verkleinen.
Nostalgie is ook altijd een beetje pijnlijk.
Na het zesde of het zevende jaar verdwe
nen we naar HBS, Gymnasium of MULO.
Een enkeling ging naar de Ambachts
school. We kwamen elkaar soms weer
tegen bij feestjes, bij de danslessen van
Huub Adema (ook boven in de Beurs) en
incidenteel bij andere gelegenheden. Met
de jaren ging ieder zijns weegs. Waar we
ook belandden, een Hofscholer koestert
de herinnering aan zijn lagere school een
leven lang.
Klas vier uit 1949 met leraar Benner. Bovenste rij van links naar rechts: Tjeerd Velstra,
boerenzoon uit Marssum, Ricus Engelmoer van de nu verdwenen winkel in gereedschap
pen over de Kelders, Jacob Annard Pekema, Kees Rem, Jeen Schreuder en Anton Roos.
Tweede rij: Pim Benes, Hester Michelsen, Erna Smid, dochter van de directeur van de
Gemeentelijke HBS, Ankie Fokkema, Gerda Tjepkema, Barend Wijtman en Theo Rool-
vink. Derde rij: Jan Terpstra, Violette Muller, Sietske Schreuder, Olga Veenstra, Grietje
Morrema, Riet Nieuwland, Aukje Dijkstra, Marijke Miedema en Christina Mik, dochter
van de eigenaar van het Oranje Bierhuis. Voorste rij: Mient-Jan Faber, oudste zoon van
de meelhandelaar uit Hardegarijp, Johan Niemendal, Rob Hoelen, Hans Niesten, zoon
van architect Niesten, Koos van Balen Walter, zijn vader was WD-raadslid en directeur
van het Boter en Kaas Controle Station en Ben Gerritzen Collectie Annard Pekema