22
De etalage van Miedema's Beddenmagazijnen aan de Nieuwestad 79 (noordzijde) in 1936
Er gebeurt wel veel maar alles glijdt langs
je heen als het je zelf niet treft'.
Goffe Miedema en To Hofstra behoren ech
ter tot de doorzetters, zij hebben vanaf het
begin van de oorlog en tot na de bevrijding
hun dagboek letterlijk óy-gehouden.
Een oorlog zonder titel
Op verschillende plaatsen overdenkt Mie
dema zijn houding in de oorlog. Hij is zich
terdege bewust van zijn passiviteit. Op 6
mei 1943, na de in Fryslan onstuimig ver
lopen Melkstaking, weegt hij de risico's
af van actief verzet plegen tegenover met
de stroom mee zwemmen. Hij vindt het
risico van gezin en zaak te verliezen veel
te groot. Zijn verzet beperkt zich daarom
tot wat schrijven in dit dagboek. Miedema
besluit de zin met een opmerking die heel
goed als titel zou kunnen dienen: Welk een
moed. Maar deze titel dekt niet de inhoud
van het dagboek als geheel.
Dan is het beter om leentjebuur te
spelen bij Louis Paul Boons Mijn kleine
oorlog. Boon beschrijft daarin het leven
van heel gewone mensen in oorlogstijd.
Ze hebben honger, lijden kou, profiteren,
krijgen klappen en hebben soms ook een
keer geluk. Het stelt allemaal niet zo veel
voor. Geen groots oorlogsepos maar de
oorlog teruggebracht tot het niveau van
buurt, straat en gezin, het verhaal van
een kleine oorlog zoals die zich op duizen
den plekken heeft voorgedaan: Miedema's
kleine oorlog.
Authenticiteit
Miedema had door de oorlogsomstandig
heden niet al te veel te doen in de zaak,
hij had dus alle tijd om een dagboek bij te
houden. Het resultaat beslaat 154 dicht
bedrukte pagina's op A4 formaat, waarin
hij de lezer van nu voert in de dagelijkse
beslommeringen van een zakenman en
zijn jonge gezin in oorlogstijd.
Gemiddeld eens in de twee weken
schrijft hij iets op, meestal met vermel
ding van de datum. De verdeling van de
tekst over de oorlogsperiode is oneven
wichtig: de periode van 1 september 1939
tot eind 1941 beslaat ruim 12 pagina's, het
jaar 1942 telt 12 pagina's, 1943 beslaat 35
pagina's, 1944 heeft 48 pagina's en 1945
(tot 17 juli) krijgt 43 pagina's.
Maar er is meer aan de hand, meteen in
het begin al. Het eerste deel is namelijk
gedateerd als zondagmorgen 1 september
1939. Het stuk dat dan volgt beslaat 8
pagina's en beschrijft de laatste maanden
van 1939, heel 1940 en gaat door tot 29
juli 1941. Vanaf die datum begint Mie
dema met een geregelde verslaglegging
die correspondeert met de kalendertijd.
Verder staat in het slot van dat beginstuk
(gedateerd 1 sept. 1939) een heel vreemde
datumaanduiding: nu eind augustus 1941
terwijl het volgende tekstgedeelte begint
met als datum: 29 juli 1941!
We stuiten hier op een fors probleem: de
authenticiteit van het dagboek. Beschik
baar is de door hem zelf in 1967 overge
typte versie; het originele handschrift is
verloren gegaan en we kunnen helaas aan
Miedema zelf niets meer vragen inzake de
transcriptie.
In het geval van Miedema's dagboeken
is er geen zekerheid dat hij z'n handge
schreven tekst heeft overgetypt zonder
hier en daar wat wijsheid van 22 jaar na
de oorlog toe te voegen dan wel een al te
evidente fout te herstellen.
De versie die op internet staat is ook
weer een transcriptie van Miedema's
typoscript. Ook in die overzetting is weer
een aantal fouten geslopen.
De internetlezer moet het dus doen met
een derdehandse editie...
Echt jammer is dat de originele docu
menten die Miedema in zijn dagboek had
toegevoegd, zoals krantenknipsels, bon
nen, brieven, kindertekeningen en foto's
voor een belangrijk deel zijn weggelaten.
De oorlogsschriften van To Hofstra zijn
integraal en in originele vorm op internet
gezet. Brieven die met envelop ingeplakt
zijn, zijn apart gescand, zowel voor- als
achterzijde. Dat zelfde geldt voor inge
plakte brochures waarvan elke bladzijde
te bekijken is. De handgeschreven tek
sten zijn overgetypt om ze voor jongere
lezers makkelijker leesbaar te maken
en digitaal doorzoekbaar, maar ze staan
altijd tegelijk met de originele tekst op
het scherm.
De bezorging
Een dagboek schrijf je over het algemeen
voor jezelf. Een eventuele lezer buiten
jezelf is daarbij niet in beeld. Veel uitleg of
toelichting is dus niet nodig. De lezers van
nu hebben twee handicaps: ze kennen de
leefwereld van de schrijver niet en staan
op een zestigjarige afstand van de werke
lijkheid van het dagboek.
nnirttjazijncn