13 De boterhandel bij de waag, omstreeks 1796 door Christoffel Frederik Franck geschil derd op doek. Diende oorspronkelijk als schoorsteenstuk in het woonhuis van stads archivaris Wopke Eekhoffin het hoekpand Wirdumerdijk-Peperstraat 'De Keizerskroon' "Waarom moest hij zo streng toezien op wie er binnenkwam en met welk doel?' Het verzet tegen de strenge regels en het poortgeld werd de laatste tijd steeds gro ter en wat hem betreft hadden de Leeu warder poorten de langste tijd gehad, nu iedereen sprak van de 'nieuwe tijden', die er zouden komen onder de Fransen. Hij vertelde Lyklama over de tijd dat hij de klok in de poort luidde om aan te geven wanneer men moest opstaan en aan het werk gaan. Hij haalde 's ochtends de sleu tel van de poort bij de burgemeester, open de de poort en bracht de sleutel terug, 's Avonds haalde hij de sleutel weer op, sloot de poort en bracht de sleutel naar de hoofdwacht in het waaggebouw aan de Nieuwestad. Het ergste vond hij het wan neer hij 's nachts de poort moest openen voor een binnenkomende of vertrekkende reiziger. Dan moest hij nog eens extra naar de waag voor de sleutel, 's Nachts bleef de poort verder gesloten, terwijl de stad bewaakt werd door tien ratelaars, die de ratelwacht hielden langs de vastgeleg de routes om te kijken of er ook onheil dreigde. De drukte op deze warme dag betrof ook Janke Bos, de huisvrouw van meesterbak ker Jacobus Radersma. Ze had de hele dag haar man geholpen, want op marktdag draaide de productie op volle toeren in het 'Mulderhuysje omtrent de Vrouwepoort'. Ze zat dan ook even uit te rusten in haar voorkamertje, waar ze het venster iets omhoog had geschoven. Op de hoek van de Torenstraat was Stijntie, de huisvrouw van Machiel Jan sen bezig haar buurvrouw, de weduwe Van der Lou, te helpen met het boenen van de stoep en het lappen van de ramen. Ze deed dit en ander huishoudelijk werk wel vaker voor de oude vrouw en het was een heerlijke avond voor buitenwerk. Nu de Oldehoveklok halfacht had gesla gen staakten de broertjes Harmanus en Gerardus hun knikkerspel met de kinde ren van touwslager Draaysma uit de Torenstraat en spoedden zich naar huis, nog opgewonden van het spel en verhit na zo'n warme dag in de stad. De enige, die niet goed gemutst was, was boterkoopman Bolts, die 's ochtends in alle vroegte zijn woonplaats Harlingen had verlaten om zaken te doen met koop lieden, boeren en tussenhandelaren in de stadswaag van Leeuwarden, het centrum van de Friese economie en een belangrijk gebouw voor de boterhandel. Op een war me dag als deze was het erg moeilijk de talrijke vaten met boter onder de luifels enigszins koel te houden. Het was later geworden dan voorzien, maar dat kwam ook door zijn bezoek aan herberg en kof fiehuis De Os aan de Wirdumerdijk op de hoek van de Nieuwestad. En nu had hij haast om nog bij daglicht door de poort van Harlingen te komen. Zelf mende hij zijn twee paarden vanaf de hoge bok en in volle draf ging het over de Nieuwestad richting Vrouwepoort. Het noodlot slaat toe Op deze prachtige zomeravond hadden de verschillende torenklokken zojuist half acht geslagen. Lyklama en zijn dochter verlieten al wandelend de Vrouwepoort, Janke Bos zat in haar voorkamertje en Stijntie Jansen lapte de ramen. Koopman Bolts bereikte de hoge ronding van de Schippershuijsjespijp, op het kruispunt Nieuwestad, Harlingerend, Torenstraat en Schavernek, bij ons nu bekend als Wes ter- of Adje Lambertszpijp. De zesjarige Harmanus was al overgestoken en zijn broertje Gerardus probeerde hem snel te volgen met zijn korte beentjes. Met grote snelheid denderde het rijtuig de pijp af en Gerardus aarzelde tussen terugspringen en snel doorlopen. Bierbrouwer Lyklama probeerde door het opsteken van zijn handen de koetsier te waarschuwen dat er een kind onder het rijtuig terecht zou komen als hij de paar den niet zou kunnen laten stilhouden: 'dat de getuige met 't op steeken van de han- Leova.'c^tA.lt

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2006 | | pagina 15