25 DINSDAG 2tf MAART Het overbekende Dechesnelogo in een advertentie ter gelegenheid van het 125- jarig bedrijfsjubileum wordt bezocht. In 1967 sluit het pand in Franeker zijn deuren. Op dat moment zijn er landelijk nog vijftien Dechesne vestigingen, waar van drie (Drachten, Heerenveen en Leeuwarden) in Friesland. Hoedje van Sjoukje Dijkstra Gewoontes van mensen veranderen met tertijd. In het begin van de 20e eeuw gaat niemand, ongeacht leeftijd en sociale klas se, zonder hoed of pet de deur uit. De oor spronkelijk functie van het hoofddeksel als bescherming tegen de weersinvloeden verschuift steeds meer naar de modieuze uitstraling van het individu. Het beroeps halve dragen van hoofddeksels en een hoed bij bijzondere gelegenheden als huwelijk, plechtigheden, feesten en over lijden is gebleven. De ondernemende Dechesnes hebben altijd een fijne neus voor de veranderende tijdgeest en de marktwerking gehad. Zo wordt de ver koop van de petten al vroeg in de jaren twintig van de 20e eeuw aan andere win kels overgelaten en concentreert men zich specifiek op hoeden. In de jaren vijftig schakelt het familiebedrijf tijdig over op damesmode. In die tijd is er nog genoeg ruimte voor elkaar beconcurrerende speciaalzaken in dezelfde branche. Zo kent Leeuwarden onder andere de dames Romkes in de Peperstraat en zijn de winkels van Feits- ma en Maison Chique eveneens op de Nieuwestad gevestigd. De halfjaarlijkse vanzelfsprekendheid van nieuwe zomer en wintercollecties leunt voor een belang rijk deel op vaste gewoontes die aan erosie onderhevig zijn. In het voorjaar 'met de Pasen getooid met een nieuw hoedje naar de kerk' en tegelijk met de aanschaf van de winterjas een nieuw hoofddeksel pas sen, is niet langer meer vanzelfsprekend. Vanaf eindjaren vijftig zorgen de toene mende mobiliteit, vrije tijd en de ontker kelijking voor een ander consumentenge drag. De kledingstijl en de haarmode veranderen met als gevolg, dat de verkoop van hoeden en de winstmarges teruglo pen. In de jaren zestig wordt het dragen van een hoed steeds meer als beperkend en ouderwets gezien. Ook de Leeuwarder speciaalzaken worstelen om zich staande te houden temidden van kapitaalkrachti ge grootwinkelbedrijven en de verande rende smaak van de consument. Mode huis Dechesne moet met zijn tijd mee en noodgedwongen doen parttime krachten steeds vaker hun intrede. Maar soms biedt de moderne tijd ook voordelen. Als kunstrijdster Sjoukje Dijkstra zich op de televisie vertoont met een sierlijk Tiroler hoedje met een ranke kippenveer, loopt het wekenlang storm bij Dechesne. Het arbeidsintensieve handwerk verdwijnt ten faveure van de massaproductie. Sedert het begin van de jaren zeventig wordt de confectie hoofdzaak met daarbij de populaire jeans. Daarnaast is er in de winkel nog een onderafdeling voor mut sen, hoeden en pruiken. Toch komen de hoeden en andere hoofddeksels weer in hernieuwde belangstelling te staan. Zo is tegenwoordig de cap weer hot bij jongeren. Sfeerimpressie van de Nieuwestad rond 1930. Zonder uitzondering ging men met hoofddeksel over straat. Achter de dame rechts op de foto bevonden zich de in 1934 gesloopte panden Nieuwestad 116 en 118. In het meest linkse pand op de foto (Nieuwestad 126) was de voorganger van de Hema - de firma Gerzon - gevestigd Clemens Dechesne gaat in 1983 met pensioen. Zijn jongste broer Herman, sinds 1966 mede-eigenaar van de zaak, zet samen met zijn vrouw de winkel voort. De Leeuwarder vestiging van Dechesne sluit haar deuren definitief halverwege de jaren negentig. Anno 2006 zit op die plaats een grootwinkelbedrijf (de kleding- keten H&M) in het pand aan de Nieuwe stad. Landelijk heeft het merendeel van de Dechesne-vestigingen het loodje gelegd in de toenemende concurrentiestrijd. Maar het ondernemersbloed van de Leeuwarder familie Dechesne stroomt nog steeds in de aderen van enkele nijve re nazaten. Leova.'c^tA.lt

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2006 | | pagina 27