33
De vermoedelijk hij de houw in 1905 aangehrachte adressering van het perceel Spanjaardslaan
79 Foto: Marcel Copini
vloertjes om de vijver in de Prinsentuin).
In 'Een molenaarsfamilie in Leeuwar
der buitenbuurten' noemt auteur Paul
Bron (wat een toepasselijke achternaam!)
in het stukje over 'Achter Pietersburen'
het 'Vlietster meisje' Johanna Hoeber.
Omdat de achternaam Hoeber niet zo
algemeen voorkomt kan het mijns inziens
haast niet anders dan dat die Johanna
een tante of iets dergelijks geweest moet
zijn van mijn grootmoeder van vaderszij
de, Grietje Hoeber (30-11-1892/5-5-1981),
die zichzelf overigens consequent een
'ouwe-galeister' (over de Kiepeloop, Vie-
zelstraat, door de Muntsjemuurstraat,
enzovoort) noemde. Mijn vader is dan ook
in de Pieterseliestraat geboren. Tenzij
Paul mij voor is, zal ik in de loop van het
jaar in het Archief proberen uit te zoeken
of hier inderdaad sprake is van verre
familiebanden.
Henk Posthumus, Drachten
Wijknummering
Bij het wegkrabben van een oude verflaag
aan de voorzijde van ons huis aan de
Spanjaardslaan kwam naast het huis
nummer ook nog de letter IJ te voorschijn,
zoals uit bijgaande foto blijkt. Die moet er
waarschijnlijk zijn aangebracht bij de
bouw van het huis in 1905. Misschien dat
oudere lezers zich nog herinneren dat de
huisnummers van een straat werden
voorzien van een letter om daarmee de
wijk aan te geven.
M. Copini, Leeuwarden
De Hofschool in perspectief
Het artikel over de Hofschool van Kees
Siccama in aflevering 19 van Leovardia is
prachtig. Ik zat zelf op de Hofschool van
1942 tot 1948, dus nog één jaar samen
met Siccama, maar ja een leeftijdsver
schil van 5 jaar was toen groot en bleef
groot tot ver na onze vlegeljaren. Een 6e
klasser kende de le klassers niet meer.
Omgekeerd gold natuurlijk hetzelfde.
Alleen de foto op pag. 20 (de lichting 1945)
leverde nog wel bekende namen en
gezichten op, maar meer doordat ik ze me
herinnerde van de middelbare school dan
van de Hofschool. Pas op de middelbare
school keken de jongens en meisjes van de
eerste klas op naar de ouderen en bleven
zich die herinneren. Dat zal ook te maken
hebben gehad met schoolavonden, dans
les, verjaardagsviering en andere buiten
schoolse activiteiten. Schoolvriendschap
pen op de lagere school beperkten zich
veelal tot de buurtgenoten met wie je
samen dagelijks opliep en terugliep.
Er is niets in het verhaal van Siccama
dat ik niet herken. Alle 'meneren' en juf
frouwen, die hij noemt, zijn ook de mijne
geweest, alleen ken ik er nog een paar
meer. Ik deel zijn bewondering voor
meneer Hosper, die pas veel later Leeu
warden ruilde voor Den Haag. Ik herinner
mij zijn afscheid in de Harmonie, waar
veel voormalige 'hofsketen' aanwezig
waren.
Siccama heeft ook gelijk met zijn
beschrijving van het beweerde 'elitaire'
karakter van de school. Hij plaatst het in
de tijd van toen zonder het te hoeven ver
werpen. Als leerlingen waren wij trou
wens er ons nauwelijks van bewust dat
we 'anders' waren. De echte 'hofsketen'
waren in meerderheid de ouders, ook al
vond juffrouw Van der Wal dat een 'leer
ling van onze school beter door de Weerd
kon lopen dan door die groezelige Kleine
Kerkstraat'. Zoiets is moeilijk uit te leg
gen als je op die manier meer te lopen had
en zeker als je, zoals de meesten van ons,
in die straat je 'voorscholing' had gehad
bij juffrouw Bender. Er waren trouwens
genoeg 'Liwwadder kienders' op school,
omdat ze in de buurt van het Hofplein
woonden en die tot in de vierde klas bij
het klassikaal opdreunen van de verleden
tijd van het sterke werkwoord luidkeels
riepen: 'hangen ik hong, vangen ik vong'!
(Dirk Jaspers, Remmie Atsma). Veel
onderwijzers (Hosper, Miedema, Scheffer,
Goerres, Van der Geest) spraken onder
elkaar trouwens altijd Fries (Scheffer gaf
ook nog facultatief Friese les op school).
Ook Siccama's beschrijving van het
schoolgebouw is perfect. De grote brede
trap na de ingang, die zich naar boven
splitste naar links en naar rechts. Je
mocht enkel klasgewijs naar binnen
nadat (meestal) juffrouw Veneklaas aan
de bel had getrokken. De klas liep in een
dubbele rij naar binnen en hield (als je
naar boven moest) de trapleuning vast,
zodat de klas zich splitste als de trap.
Waar Siccama en ik in beleving ver
schillen betreft het de oorlog, een periode
waarover ik nog een verhaal aan Leovar
dia wil toevertrouwen.
Dank aan Kees Siccama, die mij tot het
schrijven van dat verhaal inspireerde.
Kerst Toxopeus, Giessenburg
Leova.'c^tA.lt