Het Rooie Dorp
Leova.'c^LA.It
1
Piet Bosma
Ik wil U graag meenemen naar het gedeelte van Leeuwarden waar ik ben opge
groeid. Met mijn ouders zijn we vanuit Veenwouden gaan wonen in een woning,
meer een krot, aan Pietersburen. Toen ik een jaar of zes was, verhuisden we naar
het Rooie Dorp.
Jong en oud op de 'kiek' in de Polderstraat, augustus 1934
De woning aan Pietersburen was er een
met een kraan in de gang. Er onder stond
een emmer voor als de kraan lekte. Die
emmer diende ook voor het gebruikte
afwaswater, enzovoort. Een keuken was
niet aanwezig: er werd gekookt op driepits
petroleumstellen. Een wc had de woning
niet, zodat we gebruik moesten maken
van enige houten wc's, die op een plaatsje
stonden aan Pietersburen. Iedereen die
daar woonde moest naar die wc's. Wat een
toestand zo rond 1935.
Luizencontrole
Toen ik een jaar of zes was gingen we ver
huizen naar een woning van de stichting
Patrimonium. Deze woningen stonden
bekend als het Rooie Dorp. De beheerder
van ons huis, de heer Van der Werf, is
eerst nog bij ons in Pietersburen komen
kijken of alles schoon was. Een soort lui
zencontrole. Gelukkig keurde hij onze
woningtoewijzing goed en konden we ver
huizen.
Met mijn ouders en jongere broer kwam
ik te wonen in de Polderstraat nummer
20. Wat een weelde: er zat een keuken in
en boven twee slaapkamers, beneden een
woonkamer en een kleine achterkamer.
Wat erg belangrijk voor ons was, we had
den een eigen wc! Aangebouwd aan de
woning en dus konden we vanuit de keu
ken naar de wc gaan. Het was wel een wc
met een ton, maar dat hinderde ons niet,
het was onze eigen wc, compleet met aan
stukjes geknipt krantenpapier aan een
spijker aan de wand. Die ton werd eens
per week omgeruild voor een lege. Ik zie
nog de tonnenmannen de volle ton opha
len. Er kwam een deksel op en met een
zwaai werd hij geplaatst op de leren
schouder lap van de man. Hij werd
gebracht naar een paard en wagen die in
de straat stond. Zo werd straat na straat
afgewerkt en dan werd koers gezet naar
het 'asland' aan de Greunsweg. Het was
zwaar werk voor de tonnenmannen en het
kwam ook wel eens voor dat, als ze een
volle ton op hun schouders wilden zwaai
en, het deksel er af vloog en ze een scheut
uit de vaak te volle ton over hun kleding
kregen. Dan werd er wat afgevloekt.
Maar alles werd beter toen paard en
wagen werden vervangen door een vracht
auto en ze twee maal in de week kwamen.
Die auto had allemaal luikjes waarachter
de tonnen, vol of leeg, stonden. Met een
ijzeren haak werden ze naar het luik
getrokken of naar het midden van de auto
geschoven.
Toen ik in 1955 verkering kreeg met mijn
vrouw, moest die wel wennen aan het
gebruik van de ton. Zij had thuis al een
watercloset en echt closetpapier. De ver
kering is in stand gebleven, maar die wc
met ton komt nog wel eens ter sprake als
we het over de goeie ouwe tijd hebben.
Nooit opgeven, altijd doorzetten
En nu het Rooie Dorp. De naam alleen al.
Volgens sommigen zou de benaming
afkomstig zijn uit de politiek. Er zouden
alleen SDAP-ers wonen, maar dat is een
misverstand. In het Rooie Dorp woonden