20
De goeie ouwe Harmoniezaal. Reünie Utile Dulci schoolvereniging in 1958. Van links
naar rechts: Hidskes (Nederlands) en Jongschaap (wiskunde), beiden met echtgenote,
Smit met echtgenote (pa en ma Smit), Beem (Duits) met sigaar in jacquet (het is zijn
pensioenjaar) en De Zeeuw (Engels) met echtgenote Collectie Cees Siccama
'Mijn vrouw heeft deze sweater gebreid'
(jolig, Hidskes, Nederlands). 'Ik volg nog
een opleiding theologie, ik wil dominee
worden' (Ypma, scheikunde. Hij is dat
inderdaad geworden). 'Nou ik ben niet
geïnteresseerd in de levensgeschiedenis
van Corry Brokken' (Schlecht, Duits).
'Lurelei? Is dat cabaret? Het leven is niet
altijd jolijt' (Dijkstra, aardrijkskunde).
'Moderne literatuur? Merendeels prullaria'
(Jeelof, geschiedenis, over de "Vijftigers').
'Drankwinkels? Prachtige kleuren in al die
flessen, maar ik drink het goedje niet'
(Bosch, tekenen). Zeldzame confidenties,
die ook iets laten zien van de geslotenheid
van deze jaren.
Niemand, voor zover ik weet, had enig
idee van het lot van Hartog Beem (Duits)
die voor de oorlog zijn oudste zoon verloor
door een auto-ongeluk en op 6 maart 1944
zijn beide jongste kinderen in Auschwitz,
na verraad van hun onderduikadres in
Ermelo. Hij was er zelf 'even' niet tijdens
de oorlog en pakte erna zijn lessen Duits
weer op. Niets geen wao of anderszins
voor hem, maar werken tot zijn 65e in
1958. Toen hij stopte had hij 29 min 5 jaar
lesgegeven. Ben ik toch benieuwd of ze
die vijf jaren voor zijn pensioen hebben
meegerekend.
De wereld ging, als niet bestaand,
voor ons verloren
In de samenleving en ook tijdens de lessen
werd er over de nazi-methoden en de
handelingen tegenover de joden niet of
nauwelijks gesproken. Trouwens, de gehe
le buitenwereld kwam in zeer geringe mate
binnen. Er waren in die jaren conflicten
genoeg die als onderwerp zouden hebben
kunnen dienen voor een les. Met de koude
oorlog als koepel streed men in Indochina,
was er de Franse nederlaag bij Dien Bien
Phu, beleefden we een crisis rond Suez in
1956, vond de Cubaanse revolutie plaats,
kwam de Mau Mau in opstand in Kenia en
was er de Russische inval in Hongarije.
Een klasgenoot maakte over het ontbreken
een gedichtje:
De wereld ging, als niet bestaand,
voor ons verloren
geen echo van conflict kwam ons ter ore.
De context van 't bestaan
werd nauwelijks erkend.
Tot, op een keer, de landkaart van Zuid
Afrika verscheen.
De onderwijzer prees het transparant
systeem waarin de meerderheid
zo duidelijk zijn rechten kent;
waarna hij, met sigaar,
de leraarskamer in verdween.
Die leraar was Waling Dijkstra (aard
rijkskunde).
Hij rookte slechts het uur voor de pauze
waaarin hij in de laatste 10 minuten een
bolknak opstak. Op die manier, zo inter
preteerden wij dat, hoefde hij zijn geachte
collega's niet te presenteren.
De lerarenkamer leek in die jaren een
soort geheim auditorium van waaruit
niets naar buiten sijpelde dan de rook van
sigaretten en sigaren want, zoals ik reeds
meldde, er werd stevig aangepaft, ook
voor de klas. Blijkbaar waren er toen geen
pubers die daar hinder van ondervonden.
De scholieren ontspanningsvereniging
was genaamd UD, Utile Dulci, het nuttige
met het aangename verenigend. Deze
organiseerde avondjes in een achterafzaal-
tje in hotel Amicitia. Durfals namen dan de
gelegenheid te baat om in de gelagkamer
een pilsje te nuttigen aan de leestafel. Als
Smit je daar trappeerde (zijn uitdrukking)
moest je terug en je pilsje laten staan. De
obers lieten dat toe!
Rita Reys en haar combo traden eens op
in de Harmonie, ter afwisseling van het
klassieke programma. Smit kondigde aan
naar deze muziek te gaan luisteren ten
einde zich op de hoogte te stellen van de
tijdgeest. Dat jazz tijdloos is en zich al
tientallen jaren naast het klassieke pro
gramma manifesteerde, was hem ont
gaan. Hij dacht, en wellicht velen met
hem, dat het een uiting was van de jeugd
cultuur. Na afloop was hij gematigd posi
tief: 'ze hebben wel hun best gedaan.'
Komen en gaan
Ondanks de wat stoffige jaren traden er
veel mutaties op in het lerarencorps. Tegen
het einde van de jaren vijftig veranderde
langzamerhand ook de mentaliteit. Er ver
dwenen vijf leraren van wie vier oudge
dienden: Ome Diek (Dijkstra, meetkunde
en algebra), Wind (handelswetenschap
pen), Potloatsje Bos (tekenen) en Beem
(Duits). Ome Diek verdween het eerst, in
1957, na 36 jaar lesgeven. Hij werd niet
betreurd. Ondanks zijn wat oubollige bij
naam en enkele anekdotes uit de oorlogsja
ren, was het een kille man, die, als het zo
uitkwam, op je hoofd sloeg met een slappe
hand waaraan een zegelring. Dat kwam
aan; ja, ja, jaren vijftig opvoedkunde. Zijn
lesgeven was duidelijk genoeg, zijn hou
ding naar ons kleinerend.
Beem gaf in een moordend tempo les.
De betere leerlingen hadden een goede
Le0Va.V3tA.1t