La» it
10
der kon uitblazen na deelname aan het
Cassino-offensief. De militairen vertrok
ken al weer spoedig; het dansorkestje
noemde zich De Amalfï's, nog tientallen
jaren een veel gevraagd dans-, amuse
ments- en revueorkest. Sipke en zijn zoon
Marten Castelein adverteerden in 1948
met 'frisse hotelkamers, zeer bekende
keuken, iedere avond muziek', vier jaar
later accepteerden zij een gunstig bod
van het ernaast kantoorhoudende Friesch
Rundvee Stamboek (bijeengebracht
door een omslag van ƒ3,- per geregi
streerd rund) en sloten zij het bedrijf.
Tot de sloop in 1989 bleven de ruimten
in gebruik bij het 'Stamboekhuis'; drie
jaar daarna opende ter plaatse een bank
instelling haar deuren.
In de Klanderij slaagde Oebele de Vries
er inderdaad in om door het bieden van
attracties meer publiek te trekken, zij het
niet in die mate als zijn overbuurman.
In 1931 noemde hij als kenmerken van
zijn onderneming '55 luchtige kamers,
alle met stroomend warm en koud water;
badkamers; groote moderne garage (40
wagens); logies met ontbijt vanaf 3,-,
lunch 1,75, diner vanaf 2,50.' Blijkens
een in 1973 opgestelde inventarislijst
telde het bedrijf in dat jaar 45 hotelka
mers en -kamertjes, met 71 slaapplaat
sen en één bad. In de crisisjaren kon De
Vries de exploitatie toch niet volhouden
en de zaak kwam in 1935 in handen van
een met steun van de Heineken brouwe
rij opgerichte naamloze vennootschap.
Directeur Binnert Bontekoe van deze N.V.
Grand Hotel Café Restaurant De Klande
rij gelukte het de onderneming door de
oorlogsjaren met verduistering, dansver-
boden en Sperrzeit, te loodsen. Er kwam
nog een tijdelijk beheerder aan te pas
(Marten, zoon van Sipke Castelein), maar
de bedrijfsresultaten ontwikkelden zich
onbevredigend: de "betere' hotelgasten
werden opgevolgd door minder te beste
den hebbende handelsreizigers. In 1949
is er een eigen conversatiezaaltje voor de
logé's ingericht; de biljarttafels moesten
daarvoor wijken. De laatste directeur,
Bert Blankestijn, afkomstig uit het in
1960 gesloopte hotel De Nieuwe Doelen,
deed nog verwoede pogingen het tij te
keren, onder andere met een eersterangs
keukenbrigade en met populaire zange
resjes en een driemansstrijkje tijdens
thee- en borreluren. De daardoor stijgen
de opbrengst van het café-restaurant kon
de daling van de hotelomzet en van de
zaalverhuur niet goed maken. De zaal, die
zich goed had geleend voor dansavonden
- waarvoor de belangstelling sterk afnam
- werd vooral door de gehorigheid van
het pand steeds minder verhuurd voor
lezingen en vergaderingen. Toen twee
Leeuwarder aannemers interesse toon
den, is het hotel in december 1972 aan
hen verkocht.
Eind januari daaraanvolgend vergde
de openbare verkoping van de halfsleet
se inventaris drie dagen. Opvallend was
de opbrengst, 5.000,-, van een reeks
gebrandschilderde glas-in-lood pane
len in de stijl van de jaren dertig, gesig
neerd door ene Jan Wijkmans. Tegen de
afbraak van het gebouw werd van vele
kanten protest aangetekend, het is zelfs
nog korte tijd bezet geweest. Zonder
resultaat: in 1975 volgde de sloop, het
volgend jaar kwam er op die plaats een
kantoorgebouw gereed, eveneens Klande
rij genoemd. Nadat ook de huisjes in de
Klanderij straat en -dwarsstraten waren
'weggesaneerd', verrees er in 1989 op de
voormalige gasthuisbleek nog een Klan
derij, een parkeergarage.
Conclusie van het onderzoek (zie vorig
nummer moet wel zijn, dat de tekeningen
van de kalanderij De Hoop geen betrek
king kunnen hebben op de Leeuwarder
Klanderij. Verder valt te constateren,
dat elke herinnering aan de locale kalan
dernijverheid - het bedrijf bij de Arends
straat floreerde langer dan 160 jaar - is
weggevaagd, maar dat de naam van een
18e-eeuws glanspersje, dat hooguit twee
jaar ter plaatse in werking was, na eeu
wen nog voortleeft.
Naast de voor de hand liggende litera
tuur en primaire bronnen is er voor dit
onderzoek dankbaar gebruik gemaakt
van de aanwijzingen van de heren
M.H.H. Engels, J. Faber, S. ten Hoeve,
H. Olij en A. Toornstra.
Het café van de Klanderij in de jaren twintig Collectie Hendrik ten Hoeve