Brievenbus/mailbox33
33
De redactie van Leovardia reserveert graag ruimte voor brieven van
lezers. Zij behoudt zich wel het recht voor brieven in te korten.
Ons adres: Groeneweg 1, 8911 EH Leeuwarden of
e-mail: historischcentrum@leeuwarden.nl
Geestelijke goederen buiten de Wirdu-
merpoort
In de eerste aflevering van 'Een kalande-
rij op het Assepoestersland' in Leovardia
23 gaat de heer Wim Dolk onder meer
in op de eigendomsgeschiedenis van het
Assepoestersland gelegen ten zuiden van
de Wirdumerpoortsdwinger tussen het
tegenwoordige Zuiderplein en de Potmar-
ge. De landerijen waren eigendom van de
stad en van het Sint Anthony Gasthuis en
op grond daarvan spreekt de auteur het
vermoeden uit dat zij vóór de Reformatie
(1580) tot de geestelijke goederen (kerke
lijke en kloostergoederen) behoorden.
Dit klopt zonder meer voor wat betreft
het noordelijke deel, de latere bleekvelden.
Het zuidelijke gedeelte, het sinds 1686
ingerichte Aschland, gelegen tussen het
Opvaartje naar de voormalige Wijnhorn-
sterzijl en de in 1866 aangelegde spoorlijn
naar Groningen was al vóór de Reformatie
eigendom van het Sint Anthony Gasthuis.
Het had echter wel een geestelijke bestem
ming, want volgens het Benefïciaalboek
uit 1542 behoorde deze 'halue weyde buy-
ten die Wirdummer poorte, groot wesende
negen koeganck, ende daer die helff gele
gen is aen den Hoege dyck (De Schrans,
M.S.) zwytwaert' tot de door de familie
Minnema omstreeks 1430 gestichte pre
bende of leen van waaruit de kapel in het
Sint Anthony Gasthuis werd bediend, in
die tijd door Symon Spannenburger. Op
dit land stond naast de Wijnhornsterzijl
ook de molen die we terugvinden op de
uit 1562 daterende plattegrond van Leeu
warden van Van Deventer.
Dan het noordelijke part, waarop de
kalanderij en ook het latere hotel De
Klanderij stonden. In de Prekadastrale
Atlas van de Klokslag van Leeuwarden
zien we dat het in 1580 eigendom was van
de Sint Vitusparochie (Oldehove). Dit is in
zoverre waar dat het land behoorde tot de
in de Oldehoofster kerk gevestigde Maria
Magdalenaprebende. Samen met het
gedeelte op het nieuwland gelegen, zoge
heten Woudboersland werd dit in totaal
1672 ('seuenthiende halff) pondemaat
grote stuk oud- en nieuwland gebruikt
door Allert Thoenisz en zijn vader, die
bij de hiervoor genoemde 'Wijnhornster-
mollen' woonden. Volgens het in 1580
opgemaakte Liber Beneficiorum (fol. 47),
waaraan wij dit gegeven ontlenen, berust
te het collatierecht bij de stad Leeuwar
den. In zijn bijdrage over de geestelijk
heid van Leeuwarden vóór de Reformatie
Leeuwarder Historische Reeks VIII, 27)
meldt Roemeling, dat dit recht niet onom
streden was. In de jaren 1526-1529 werd
over de prebende geprocedeerd voor het
Hof van Friesland tussen de stad en de
erven van de in 1483 overleden Sipke
Minnema. Gezien de eigendomsgeschie
denis van het zuidelijke stuk land, lijkt
het al met al waarschijnlijk dat het gehe
le blok land ooit eigendom was van deze
bekende Leeuwarder patricische familie.
Maar ten tijde van de Reformatie hadden
deze onroerende goederen onbetwist een
geestelijk karakter, zij het dat voor het
zuidelijke land geen sprake was van con
fiscatie, omdat dit reeds het eigendom was
van het gasthuis. In zekere zin gold dit
ook voor het noordelijke gedeelte, omdat
het stadsbestuur reeds beschikte over het
leen dat er eigenaar van was. Dit bleef dus
aan de stad, terwijl de overige kerkelijke
beneficiën toen eveneens ter beschikking
kwamen van het stadsbestuur.
Meindert Schroor, Leeuwarden
Bart Maris schildert Schilkampen
Op verzoek van een oom van mij, de heer
Arend Brul, eertijds koster van de Grote
Kerk, later directeur van het verzorgings
tehuis De Hofwijck, stuur ik een afbeel
ding van een olieverfschilderij, dat in zijn
bezit is.
Dit schilderij toont een stukje Snakker-
buren, gemaakt door Bart Maris. Deze
schilder woonde op of bij het Oldegalile-
en en is kort na de tweede wereldoorlog
geëmigreerd naar Australië, alwaar hij
ook is overleden. Het schilderij zal ook
van die tijd zijn.
René Kuipers, Leeuwarden
Gezicht op Snakkerburen geschilderd door Bart Maris