LcovolF^£A.!€
Cornelis Grilk, onderwijzer, bestuurder, verteller
8
Johannes Faber As'k yn stille sömmerjaunen mi oon buerz op wacht bifiin,
Lüsterjend yn stil genieten nooi gesang fan sé en wiin,
Gaije yn dat stille sjöngen, yn di safte mélodi
Klanken üt heel früger tiiden oon myn lüstrend air feurbi.
Zo dichtte Cornelis Grilk in 1927 zijn
Sémanssang in het Schiermonnikoogs,
want, alhoewel op 14 oktober 1885 in Nij
megen geboren, in Leeuwarden opge
groeid en zelfs nooit gewoond hebbend op
het waddeneiland, bleef hij toch een 'pro
duct' van Schiermonnikoog, waar de fami
lie Grilk was geworteld. En de titel
Sémanssang was ook niet zo verwonder
lijk omdat de familie Grilk generaties
achterelkaar verbonden was geweest met
de zee. Die betrokkenheid met de zee
bracht zijn vader trouwens ook al in een
gedicht tot uitdrukking, waarin hij op the
atrale, maar wel ontroerende wijze het
verdriet samenvatte van het in 1897 met
man en muis vergaan van het stoomschip
'Utrecht', waarbij ook zijn broer Gerrit
omkwam.
Begin van een carrière in Huizum
Overigens werd die zeemanstraditie door
vader Grilk onderbroken. Nadat hij aan-
Cornelis Grilk (1885-1961) Collectie J. Faber
vankelijk toch ook voor de zee had geko
zen werd hij later hoofdconducteur bij de
spoorwegen en ook zoon Cornelis koos
niet voor de zee, maar was voorbestemd
om onderwijzer te worden en werd daar
voor dus geprepareerd op de kweekschool
in Leeuwarden. Daar was het gezin Grilk
terechtgekomen, nadat het ouderpaar
eerst nog aan de Langestreek op Schier
monnikoog had gewoond. Na de geboorte
van Cornelis werd het gezin Grilk in
Leeuwarden nog eens uitgebreid door de
geboorte van Trijntje, Maria, Gerrit en
Geertje.
In april 1904, met de onderwijzersakte
op zak, begon de jonge meester Grilk zijn
carrière in Huizum bij Leeuwarden. Lang
hield hij het daar niet vol, want in oktober
van datzelfde jaar kreeg hij een benoe
ming in Noord-Scharwoude. Daar, in West
Friesland, voltrokken zich zaken, die op
zijn verdere leven van invloed zouden
zijn. Zo ontmoette hij daar zijn levens
gezellin en trouwde hij op 19 januari 1907
met Trijntje Bierman en daar werd hun
eerste kind, Cornelia, geboren. Ook zijn
journalistieke werkzaamheden startte hij
in Noord-Scharwoude, waar hem werd
gevraagd om voor een plaatselijke krant
de verslagen van de gemeenteraad te ver
zorgen. Ze zullen vast hebben gedacht dat
een 'meester' dat zou moeten kunnen. Zo
kreeg hij de smaak van het journalistieke
werk te pakken.
Intussen werd er ook aan zijn onder-
wijscarrière gewerkt, want in 1907 ver
trok hij naar Leeuwarden om eerst aan
school 11 aan de Oostersingel en daarna
aan school 7b aan de Arendstuin (de
Tuuntsjeskool) les te geven. Hij bleef dit
daar doen tot aan zijn pensionering in
1943. Ik heb het voorrecht gehad een jaar
lang les van hem te hebben gekregen, met
bijzondere herinneringen aan zijn boeien
de verteltrant. Maar wat wil je ook: hij
kon gewoon uit zijn eigen werk voorlezen.
In Leeuwarden werd het gezin nog eens
met twee kinderen uitgebreid: zoon Jan en
dochter Jantje.
De woning aan de Marnixstraat 66
Observator, wize kater, hou dien snater
Maar meester Grilk had meer noten op
zijn zang. In het West Friese had hij de
smaak te pakken gekregen van het jour
nalistieke werk. En zo kon het gebeuren
dat hij jarenlang correspondent was van
De Telegraaf, werkte hij mee aan Fen
Fryske Groun, het vooroorlogse geïllus
treerde weekblad voor Friesland en ook
verzorgde hij jaren lang voor de Leeuwar-