Lcovaë^tA.!€
19
Interieur Waschinrichting De Eisch des Tijds Collectie Hilda Dijkstra
gunning en het perceel werd op 2 oktober
van dat jaar verzegeld. Smeding vroeg in
datzelfde jaar vergunning aan om zijn
bestaande elektromotoren te vervangen
door twee krachtiger motoren van 4 en 5
pk. Ook hij voldeed niet aan artikel 21 en
op 23 oktober van dat jaar werd ook zijn
perceel verzegeld. Hij ging echter in
beroep en verwees naar de in 1913 wel
verleende vergunning. Op advies van de
Inspecteur van woningtoezicht en met het
in acht nemen van vijf voorwaarden werd
aan Smeding, in tegenstelling tot zijn
buurman, de vergunning wel verleend. De
Electrische Wasch- en Fijnstrijkinrichting
werd in 1924 uitgebreid met het naastlig
gende perceel nummer 21. Hier werd de
handstrijkerij en het invochtlokaal onder
gebracht. Het 'stoomtijdperk' begon voor
zijn wasserij in november 1925. Voor het
plaatsen van een stoomketel met 8 atmos
feer druk en een stoommangel werd hem
een vergunning verleend. In dat jaar had
hij in de wasserij gemiddeld twintig
personen in dienst.
Directeur van Ozon
Het is mij niet bekend of de investeringen
van 1925 een positieve uitwerking hebben
gehad op de balans van zijn bedrijf. Ook
van een eventuele overname van De Eisch
des Tijds is bij mij en nazaten van de fami
lie niets bekend. De familie Smeding ver
trok namelijk in juli 1926 naar Arnhem.
Aan de Heijendaalseweg aldaar begon hij
wederom een wasserij. Het lot bracht hem
echter weer terug in Leeuwarden.
Op 6 augustus 1928 werd de N.V. Stoom-
wasscherij OZON ingeschreven bij de
Kamer van Koophandel en Fabrieken. De
aangever en tevens directeur was de uit
Sneek afkomstige Ruurd Pieter Sevensma.
Hij vormde samen met de familie Hoekse-
ma de raad der commissarissen van
OZON. De vier neven Hoeksema waren
geen onbekenden in deze bedrijfstak. De
vaders van de neven, de gebroeders Popko
en Derk Hoeksema, waren stoffenververs
van beroep en begonnen in 1906 aan de
Hoekstersingel 15 een Stoomkunstververij
en Chemische Waschinrichting. 'Een vuil
costuum is vrijwel zonder waarde, een
uitgestoomd costuum is weer als nieuw!'
was een bekende reclameboodschap van
de gebroeders.
Sevensma trad al na een paar maanden
terug als directeur van OZON en zijn
functie werd overgenomen door Antje
Hoeksema. De dochter van Derk Hoekse
ma droeg op haar beurt in 1931 al snel het
stokje over aan Melle Smeding. Smeding
was een oude bekende van de Hoekse-
ma's. Zij kenden elkaar als buurtgenoten
en concurrenten van de Hoekstersingel.
Bovendien waren het vroegere streekge
noten van elkaar. De Hoeksema's kwa
men uit Stroobos, grenzend aan de
geboorteplaats van Smeding, Gerkes-
klooster.
De stoomwasserij, gevestigd in de oude
tramloodsen van de NTM aan de Tram
straat 34-36, had indertijd een maat
schappelijk kapitaal van ƒ100.000,
bestaand uit een geplaatst kapitaal van
ƒ50.000 en een later gestort kapitaal van
ƒ50.000. Het bedrijf begon onder de naam
N.V. Stoomwasscherij OZON. In het
kader van een wetswijziging werd de han
delsnaam op 1 april 1929 veranderd in
N.V. Leeuwarder Stoomwasscherij OZON.
Ook in dat jaar en het daar opvolgende
werd de locatie grondig aangepakt. Tus
sen de bestaande loodsen werd een over
kapping gemaakt en naast de wasserij
werd een garage gebouwd. De Tramstraat
34 was ingedeeld in een bergplaats met
sorteerlokaal, machinekamer en ketel
huis met de daarnaast staande 30 meter
hoge pijp. Aan de Tramstraat 36 was de
strijkerij, de expeditie en het kantoor
gevestigd.
Smeding oefende zijn functie als direc
teur van het bedrijf nog uit tot mei 1935.
In het daarop volgende jaar werd OZON
overgedragen aan Gerardus Johannes
van den Berg, van beroep bleker en
wonende te Epe. Het bedrijf heeft tot ver
na de tweede wereldoorlog de naam
OZON gehouden.
In de jaren voor de tweede wereldoorlog
fungeerde de woonlocatie van Smeding
aan de Westerplantage nog als inzamel-
plaats van wasgoed voor wasserij De Blin
de uit Heerenveen.
Melle Smeding overleed 24 februari
1941 op 52-jarige leeftijd aan een maag
aandoening. Zijn echtgenote overleefde
hem ruim 43 jaar. Zij overleed in 1984.