r
4
LcovolF^£A.!€
28
stede'. De locatie ervan wordt niet nader
aangeduid, maar het pand in de Grote
Hoogstraat kan niet bedoeld zijn. Dat zou
immers nog de hele zestiende eeuw als
raadhuis dienst blijven doen. De stadshis-
toricus heeft geworsteld met de vraag
waar dat 'stadts oldt raethuijs' gezocht
zou moeten worden. Aanvankelijk, in zijn
Geschiedkundige beschrijving van Leeu
warden, situeert Eekhoff het aan het
Raadhuisplein. Hij stelt het dan gelijk
aan de huizen die de koper van 'stadts
oldt raethuijs', Alijdt Arents, in 1535 aan
Auck Peters verkoopt en die de fysieke
grondslag zouden vormen voor het Old
Burger Weeshuis aan de westkant van
het plein. Later, in zijn Inventaris van het
archief der stad Leeuwarden, lokaliseert
Eekhoff het echter op de hoek van het
Naauw en de Grote Hoogstraat. Hij stelt
het dan gelijk aan het zogenaamde Heen-
tiamahuis. Beide locaties zijn echter aan
toonbaar onjuist.
Hoewel de situering van een ouder raad
huis aan het huidige Raadhuisplein voor
stelbaar is, lijkt het onwaarschijnlijk dat
Auck Peters het 'stadts oldt raethuijs' ver
werft. Alijdt Arents verkoopt namelijk
twee nieuwe huizen op het Raadhuis
plein. Zij had voor het voormalige raad
huis 800 goudguldens betaald, een zeer
hoog bedrag voor een huis in de vroege
zestiende eeuw. Het is onwaarschijnlijk
dat ze binnen zes jaar zo'n duur pand
afbreekt en vervangt door twee nieuwe
huizen. Bovendien ruilt ze deze huizen in
voor een huis in Hoek onder bijbetaling
van 550 goudguldens. Als het hier al om
het voormalige raadhuis zou gaan, zou het
huis in Hoek een welhaast astronomische
waarde vertegenwoordigd moeten hebben.
Bovendien wordt Alijdts zoon, Pie ter
Arents, mogelijk als haar vertegenwoordi
ger, in 1534 en 1542 aangeslagen voor het
bezit van het 'olt raethuijs'. Die belasting
betreft panden in het Keimpema-espel.
'Stadts oldt raethuijs' kan daarom niet
gesitueerd worden aan het Raadhuisplein
en evenmin op de hoek van het Naauw en
de Grote Hoogstraat, want beide locaties
behoorden tot het Minnema-espel.
Bij de Brol
Het 'olt raethuijs' moet dus gezocht worden
in het Keimpema-espel, het gebied ten oos
ten en zuiden van het water van de Voor
streek vanaf de Amelandspijp, dat van het
Naauw en dat van de Nieuwestad tot aan
de Lange Pijp. De ligging ervan wordt in
1541 iets specifieker aangegeven, als Allar-
dus, pastoor in Britsum, een 'nedergeval-
len huis' verkoopt 'achter het oude Raad
huis bij de Brol'. Het moet dus oostelijk of
zuidelijk van dat brugplein liggen.
Nu wordt Alijdt Arents in de directe
omgeving van de Brol weliswaar een aan
tal malen als eigenaar van onroerend
goed vermeld, maar in geen van die geval
len wordt aangegeven dat het om het
voormalige raadhuis gaat. Zo is ze in 1544
de oostelijke belender van een pand aan
de zuidzijde van het Naauw en verkoopt
ze in 1550, kort voor haar dood, nog een
stedepacht uit haar 'hoeck- ofte hornhuijs
bij den Brollbrugge'.
Pas vijftig jaar later duikt de naam liet
oude Raadhuis' voor het eerst weer op in
de akte die Mensonides al noemde. Maar
nu kan het pand dat ermee werd bedoeld
exact gelokaliseerd worden. Op 22 januari
1597 verkoopt Aarnd Hardenberch name
lijk 'seeckere huijsinghe c.a. bij de Brol,
het oude Raadhuijs genaampt, hebbende
Hans Snitgers huijsinghe ten zuijden, den
huijsinghe bij Wilcko Martens bewoond
ten westen ende voorz. Brol ten oosten'.
/ill
fV «Él tr* l«r Vufh 'Vt' t
vtt - -L- 1
-J
W-O J
j4 t" H-..> 1
Ut
Item in anno 1529 heeft die stadt by consent vanden volle raedt ende gemeente geswo-
ren darthienn tot nuth ende profyt om te grauen stadts cingel daer groetlickx van noe-
den was, verkofft stadts oldt raethus ende steede ende heeft gecofft Alydt Arents voer die
somme van 800 golden guldens, facit tot guldens current 1.120 guldens current