LcovolF^£A.!€
4
Een demonstratie van schippers op het Tournooiveld voor de Schippersbeurs op
7 maart 1936
Smaadproces
Dat er ondanks deze restricties door de
schutters niet bepaald werd bezuinigd op
geestrijk vocht tijdens deze dagen of in de
aanloop daar naartoe, moge blijken uit
een smaadproces dat op 5 april 1533 voor
het Leeuwarder Nedergerecht werd
gevoerd, waarbij een lid van de Schutte
rij, genaamd Hendrick Goldsmit, wegens
mishandeling en belediging financiële
genoegdoening eiste van Damiaen
Ysbrandtszoon. Laatstgenoemde zou op
de dinsdag na Sint Magdalena (22 juli)
1532 in "s Konicx van den Cloeveniers
Hoff' binnen Leuwaerden - dus in de
(Konings)tuin van de Stads Schuttersdoe
len, toen nog gevestigd aan de stadswal
ter hoogte van de Oude Doelesteeg - de
ander met een mes aan diens rechter arm
hebben verwond, waardoor deze zich
onder behandeling van een chirurgijn
heeft moeten stellen. Het slachtoffer zou
daarbij zijn uitgescholden voor een
'papen- ofte monnickssoon ende een eygen
westfalinck'. Damiaen verklaarde echter
dat Hendrick hem een 'dwarspype daer
he solde musick mede op spelen, omme
den scutters recreatie ende vrolick te
maeken' met geweld zou hebben afhandig
gemaakt en hem tot een degengevecht
uitgedaagd. Daarnaast zou hij door Hen
drick - 'zyn droncken werck noch nyet vol-
brocht hebbende' - zijn uitgemaakt voor
een 'hoerewaerts zoen ende oneerlick
gesel'. Het zou een publiek geheim zijn
dat Ysbrand, de vader van Damiaen, er in
deze stad een openbaar bordeel 'alder-
naest mr. Fransens vander Gowe' op na
hield. Daarnaast zou Hendrick volgens
Damiaen de gevolgen van zijn verwon
ding - hij zou drie weken lang zieltogend
en geteisterd door helse pijnen het bed
moeten hebben houden - schromelijk
overdrijven en 'nyet meer dan een pleys-
ter heft doen leggen ende alle dagen
den provooststock inden hand hebbend,
gaend by den straten omme die Scutterie
handlinge (=schutterstaken) te voldoen,
drincken, hoveren (=slempen, brassen,
slampampen) ende anders, welck een
gewond man nyet behoerde.'
De naam kloveniers is afgeleid van de
naam van het wapen waarmee werd
geschoten. In het Frans heette dit een
'couleuvrine'. Denk hierbij ook aan
Amsterdam, alwaar de kloveniers bijeen
kwamen in de Kloveniersdoelen op de
hoek van de Kloveniersburgwal en de
Doelenstraat. Hier hing later ook hun
beroemde, door Rembrandt Harmensz.
van Rijn geschilderde groepsportret De
Nachtwacht.
Het hoofdgebouw op de hoek van het
Tournooiveld en het Sint Jobsleen werd in
de ruim vier eeuwen van haar bestaan
herhaaldelijk hersteld en verbouwd. De
meest ingrijpende veranderingen zijn de
sloop van het in bouwvalligheid verkeren
de torentje in 1710, het vernieuwen van
de antieke voorgevel en het wegnemen
van de voormuur en toegangspoort in
1760 geweest. Door de ongunstige situ
ering van het gebouw - achter de wonin
gen aan het Sint Jobsleen - werd de ver
nieuwde voorgevel sober gehouden.
Alleen boven de hoofdingang werden de
met trofeeën versierde wapens van de
stad en de schutters aangebracht met de
woorden: 17 d'Stadts-Schutters Doele 60.
Naast de oorspronkelijke functie als
vergaderlocatie van de stedelijke schutte
rij werd het hoofdgebouw nadien ook
steeds vaker benut als onderkomen voor
het houden van buitengewone bijeenkom
sten, feesten, maaltijden, concerten, brui
loften, etcetera, veelal georganiseerd door
de plaatselijke adel en hogere burger
stand. In Eekhoff's tijd 1846) leefden nog
veel stadgenoten die hier dierbare herin
neringen aan koesterden. Na 1795 werd
het complex verhuurd aan de Leeuwarder
muziekmeester Jean des Communes die in
een in de Doeletuin opgerichte tent regel
matig komediespelen organiseerde en
alwaar tevens de sociëteit Tot Leering en
Vermaak met groot succes voorstellingen
ten beste gaf.
Een nieuwe bestemming
In 1824 werd het hoofdgebouw van de
voormalige Schuttersdoelen ingericht als
Franse Dag- en Kostschool voor Jonge
Heren en werden er in 1830 en 1835 aan
de achterzijde in de tuin nieuwe schoollo
kalen aangebouwd. De geschiktheid van
het gebouw, waartoe tevens de ruime
(Doele)tuin behoorde, verbeterde hierdoor
aanmerkelijk. In 1867 besloot het
gemeentebestuur, ten gevolge van de
stichting van de rijks hogere burgerschool
aan het Zaailand, om de Franse Dag- en
Kostschool voor Jonge Heren en de