Mijmering over oud Leeuwarden
Lcovaë^tA.!€
9
Piet Bosma In Leovardia 20, heb ik mijn jeugd beschreven die ik doorbracht in het Rooie Dorp.
Ik heb het gehad over school 13/20, waar ik op heb gezeten tot en met de 6e klas.
Deze school had geen 7e en 8e leerjaar, dus moesten we ergens anders naar toe en
dat werd de Vijverschool aan de Oostersingel.
Een fiets had ik toen nog niet dus moest
ik, en met mij andere leerlingen uit de
buurt, naar school lopen en dat was een
heel eind. We moesten ook zorgen dat we
op tijd van huis gingen want voor een jon
gen van zo'n 15 jaar was er altijd wel wat
te beleven. Ik liep dan met andere jongens
uit de buurt via de Spoorstraat richting
knoopkefabriek (Casolith). Naast de
Spoorstraat lag de spoorlijn naar Gronin
gen en een sloot zorgde er voor dat we niet
op de rails kwamen. In die sloot zaten wel
ratten en we hebben verschillende keren
geprobeerd met stenen of een katapult
zo'n beest te treffen, wat meestal niet luk
te.
Spoorbomen en brug als obstakel
Bij de overweg Achter de Hoven moesten
we vaak wachten als de bomen gesloten
waren omdat er een trein of tram aan
kwam. Achter de Hoven was toen nog een
halte waar je kon in- en uitstappen. Later
is die halte verplaatst naar de Pieter
Stuyvesantweg in verband met de fabrie
ken waar veel mensen uit de Wouden
werkten. De trein die hen vervoerde, werd
dan ook al snel de klompentrein genoemd.
Er waren toen ook nog overwegwachters
die de bomen bedienden. We hebben vaak
een stukje blik en, als je die had, een cent
op de rails gelegd. Als de trein er over
heen was gereden probeerden we het plat
gereden blik of de cent weer terug te vin
den. Dat was soms erg moeilijk, want de
overwegwachters wilden ons beslist niet
op de rails hebben.
Via de Maria Louisastraat kwamen we
op de Emmakade terecht. Soms was de
Eerste Kanaalsbrug dicht en moest je
weer wachten. Ik vond dat altijd een bele
venis. De brugwachter moest eerst met de
hand de bomen naar beneden doen. Dan
de draaistangen, die aan de brugleuning
hingen, in de gaten midden in het brug
dek plaatsen. Met de ene draaistang werd
de brug ontgrendeld en met de andere
werd de brug open gedraaid voor een
schip. Volgens mij was dat zwaar werk.
Het duurde soms een hele tijd voordat een
schip zonder motor door de brugopening
was gevaren. Daarna moest de brugwach
ter de brug weer dichtdraaien en de stan
gen opbergen. Iedereen stond te wachten
tot de bomen weer omhoog gingen. Soms
mochten wij de boom omhoog doen.
Dan richting elektrische brug. Ik kwam
er pas later achter dat dit de Oosterbrug
was. Aan het brugwachtershuisje zat een
bord, waarop stond 'Brandweer komt'. Ik
heb het geluid één keer gehoord en het
was een hoop lawaai. Aan de Oosterkade
kwamen in die tijd, 1945-'46, schepen aan
met fruit. Kisten appels en peren werden
daar gelost. Het lukte ons regelmatig een
lekkere peer of appel te organiseren, al
dan niet met behulp van de lossers. De
meesten gunden ons wel wat.
De Vijverschool
We kwamen wel eens te laat op de Vijver
school aan en kregen dan de wind van
voren. Ik kan mij twee meesters herinne-
De klompentrein bij de spoorweghalte Achter de Hoven in 1951 Foto: Leeuwarder Courant