Lcovaë^tA.!€
15
Christiani in zijn boek Het stond in de
sterren, voor vijf gulden een kamertje.
John de Mol verbleef er met zijn vrouw en
zoontje, terwijl Eddie Christiani een
kamer alleen had, zodat hij zo nu en dan
een vriendinnetje mee kon nemen. Het
beviel deze laatste uitstekend want 'in de
gang was een goederenliftje en John
schreeuwde zijn bestellingen door de lift
koker, waarna we het dan keurig boven
kregen: jonge klare of cognac met zoutjes
en grote stukken leverworst. Daar ontbe
ten we dan mee, dat inspireerde. We von
den het normaal. Het was een soort vrij
heid die we ons veroorloofden als
tegenwicht voor het harde leven dat je
toen had als muzikant.'
Er werd in die jaren dertig inderdaad
veel gevraagd van deze musici. Niet
alleen moest er vrijwel elke avond lang
worden gespeeld, met soms op enkele
dagen ook nog een matinee, er werd daar
naast overdag flink gerepeteerd. Het
repertoire moest bovendien steeds met de
nieuwste hits worden uitgebreid. Daarbij
was het vaak onzeker of het orkest na een
bepaald engagement weer ergens anders
zou kunnen spelen.
Geen aansluiting
Dit overkwam bijvoorbeeld de nieuwe
band van de Rotterdamse trompettist
Charles Gelauff, geen onbekende in de
Friese hoofdstad waar hij al een half jaar
in hotel Spoorzicht met de Rascal Serena-
ders van de Leeuwarder pianist Leo Sie-
perda had gespeeld. Op verzoek van Van
Wanum formeerde hij een uitstekende
band met als stersolist de negertrombo
nist Jake Green. Het orkest begon op 1
januari 1940 in de Lido maar door de win
terse omstandigheden - er werd die maand
een Elfstedentocht gehouden - trokken
veel mensen naar het ijs en was de dan
cing 's avonds niet zo goed bezet. 'Door de
hevige sneeuwval en de zware vorst
kwam geen enkele directie van een ande
re dancing naar het noorden om onze
band te beluisteren', vertelde Charles
Gelauff. 'Daardoor had ik met mijn orkest
geen aansluiting en zat er niets anders op
dan de band te ontbinden. Zelf zat ik niet
meteen zonder werk. Ik ben enige tijd in
Leeuwarden gebleven en heb nog een tijd
je met pianist Jan Gramsma gewerkt.'
Het publiek merkte weinig van deze
problemen en danste in de Lido vrolijk
verder op de klanken van nieuwe orkes
ten zoals de band van Johnny Gay, die in
mei 1940 van start ging.
Moeilijke tijden
Tijdens de Duitse bezetting werd het uit
gaansleven regelmatig belemmerd door
een dansverbod, terwijl de sluitingstijd
werd vervroegd tot elf uur. Sommige
zaken probeerden met het aantrekken
van artiesten of het houden van amateur
avonden in zo'n periode toch voldoende
publiek te trekken. Van Wanum bleef ech
ter steeds goede orkesten naar zijn Lido
halen die alleen al met hun muziek het
publiek wisten te boeien. Zo waren het
showorkest van tenorsaxofonist Piet van
Dijk, de Witte Raven van saxofonist Tom
van der Stap en de solisten van de Belgi
sche drummer Bobby 't Sas bekende
namen, die toen nog in de gelegenheid
waren hun moderne repertoire te spelen.
Met name wanneer er - in de periode tot
1942 - weer eens (tijdelijk) mocht worden
gedanst.
Daarna zorgden de kleine showorkest
jes van ondermeer Jack Goris en Freddy
Hull voor leuke show- en amusementsmu
ziek, zij het vaak wel met een wat aange
past repertoire waarbij, in plaats van de
verboden Engelse- en Amerikaanse num
mers, veel Hollandse— en Duitse schlagers
moesten worden gespeeld. Toch bleef de
Lido - nadat hotel Spoorzicht in het voor
jaar van 1943 door de Duitsers was
opgeëist - één van de weinige gelegenhe
den in de stad waar het eigen uitgaanspu
bliek tot de herfst van 1944 nog wat aflei
ding kon vinden. Toen in september van
dat jaar de zes solisten van trompettist
Jack Scholte kwamen spelen was de zaak
alleen nog 's middags van vier tot zeven
uur open, maar vermoedelijk interesseer
den toen maar weinigen zich daar nog
echt voor.
Net als vroeger
Na de bevrijding hernam het dagelijks
leven al snel weer zijn vertrouwde gange
tje en gingen tegen het eind van 1945 ook
de dancings weer open. Lido begon de
nieuwe periode met een oude bekende,
namelijk het dansorkest van Freddy Hull
dat al snel werd gevolgd door een hele
reeks nieuwe orkesten, zoals The Lucky
De pas heropende BarDancing Lido op
4 februari 1966
Stars, Peter Vermeer en zijn Rhythm Club
en het orkest van de Friese trompettist
Frans Scholte, ondermeer bekend van zijn
optreden voor de Regionale Omroep
Noord. Terwijl in hotel Spoorzicht met de
Amalfï Swinging Stars en The Rhythm
Tigers aanvankelijk vooral orkesten uit
de eigen regio optraden, zorgde Van
Wanum in zijn dancing steeds voor nieu
we orkesten die met name landelijke
bekendheid genoten en voor het Leeuwar
der publiek steeds een verrassing vorm
den.
In de loop van 1949 vond er een flinke
modernisering plaats en toen in december
de zaak weer werd heropend zorgde de
band van pianist Johnny Schouten voor
swingende dansmuziek. Daarna volgden
ondermeer de orkesten van drummer
Wim de Jonge, accordeonist Tony van
Mourik, Guss Rossner en het pas opge
richte Stardust Quintet van drummer
Nico Vollebregt. Met de band van Wim de
Jonge kwam ook de Leeuwarder saxofo
nist Gerrit Lubach weer eens terug in zijn
oude woonplaats.
Hoewel de dancing van hotel Spoorzicht
in mei 1952 voorgoed zijn poorten had
moeten sluiten bleef Van Wanum door
gaan met het presenteren van steeds weer
nieuwe orkesten, ondermeer geleid door