LcovolF^£A.!€
18
eeuwse schilderijen. Het Fries Museum is
in het bezit van een stadsgezicht waarop
de Brol, de Kelders en de westzijde van de
Groentemarkt is weergegeven, gezien van
af de Paardepijp. Het is gedateerd met
1662 en wordt toegeschreven aan Abra
ham Beerstraten, een zoon van Jan Abra-
hamsz. Beerstraten, die in datzelfde jaar
onder andere de Grote Kerk in Leeu
warden en de Martinikerk van Sneek
schilderde.2 Van dit schilderij bestaat een
negentiende-eeuwse tekening die aanmer
kelijk meer details toont dan het sterk ver
vuilde schilderij zelf. Beerstraten gaf het
rechter, het noordelijke deel van de oostge
vel van het oude raadhuis weer.
Het HCL exposeert op de permanente
tentoonstelling een stadsgezicht dat vanaf
de Kelders over de Brol een blik op Groen
temarkt en Waeze biedt. Het is noch gesig
neerd noch gedateerd en de schilder is
onbekend. Een reproductie van dit schilde
rij is in aflevering 25 van Leovardia opge
nomen. Dit stadsgezicht vormt de achter
grond voor twee verschillende portretten
van hetzelfde, eveneens - helaas, het wordt
eentonig - onbekende echtpaar. Op basis
van de kleding zijn deze portretten op
ongeveer 1675 te dateren. De overeenkom
sten tussen deze portretten onderling en
van elk afzonderlijk met het bovenbedoel
de stadsgezicht zijn zo opvallend dat aan
genomen mag worden dat alle drie schil
derijen van dezelfde hand of uit hetzelfde
atelier afkomstig zijn. Mogelijk zijn ze
geschilderd naar een tekening of prent.
Afbeeldingen van beide portretten bevin
den zich in het archief van het Rijksbu
reau voor Kunsthistorische Documentatie,
de verblijfplaats van de originelen is
helaas onbekend. Een fotoreproductie van
het ene portret bevindt zich in de beeld
bank van het HCL onder het nummer
FDBROLAOOl. Dit wordt daar ten onrech
te aan Gerard Terborch en Gerrit Berk-
heijde toegeschreven. Het andere is als
illustratie bij dit artikel opgenomen. Op
deze drie schilderijen is met kleine onder
linge verschillen het linker, het zuidelijke
deel van de oostgevel van het voormalige
raadhuis afgebeeld.
Van elk van deze afbeeldingen van de
Brol is onduidelijk in hoeverre deze topo
grafisch betrouwbaar is. Ze zullen in het
atelier vervaardigd zijn naar op locatie
gemaakte schetsen die mogelijk achteraf
onjuist geïnterpreteerd werden. Ook om
compositorische redenen kan de schilder
afgeweken zijn van de realiteit. Zo ontbre
ken op één van de portretten linde en
luchtbrug volledig, terwijl op het andere
de brug tussen de boom en het hoekpand
is weggelaten. Ook het schilderij van Beer
straten verschilt op een aantal onderdelen
aantoonbaar van de zeventiende-eeuwse
werkelijkheid: de kade aan de Groente-
markt-Over de Kelders is aanmerkelijk
minder breed en de richting van de Grote
Hoogstraat anders dan weergegeven.
De gebouwen op het schilderij in het
HCL en de ermee gerelateerde portretten
zijn vrij schetsmatig opgezet, details ont
breken. Aan de westzijde van de Groente
markt zijn vier panden met een dwarskap
afgebeeld. Dit komt overeen met vroeg
zeventiende-eeuwse stadsplattegronden
en de huidige situatie. Het maar gedeelte
lijk weergegeven rechter pand, dat op een
van de drie schilderijen via een brug met
de lindeboom verbonden is, zou het hoek
pand moeten zijn. Beerstraten beeldt
geheel links een vergelijkbaar pand af,
maar hij schildert rechts ervan nog een
kleiner pand met een trapgevel. Gezien de
andere afbeeldingen en plattegronden is
deze trapgevel waarschijnlijk topografisch
niet correct.
Omdat alle schilderijen op hoofdlijnen
overeenkomen in hun weergave van de
oostgevel van het voormalige raadhuis,
mag worden aangenomen dat die voorstel
ling redelijk accuraat is. Op basis van deze
afbeeldingen is een complete en gedetail
leerde reconstructie van die gevel uiter
aard niet mogelijk, maar enkele kenmer
ken ervan kunnen er wel uit afgeleid
worden. Getuige het schilderij in het HCL
was het middendeel van de topgevel als
een rechthoekig scherm tot boven de nok
opgetrokken. Aan weerszijden ervan
bevonden zich trapsgewijs enkele lagere
zijstukken. De top en die zijstukken wer
den geflankeerd en bekroond met pina
kels. Deze waren rond of veelhoekig en
naar beneden uitgemetseld. Ook Beerstra
ten geeft die trappen en pinakels weer.
Overeenkomsten
Getuige alle afbeeldingen torende het
hoekhuis hoog boven de huurpanden uit,
het telde twee volledige etages en een zol
derverdieping en was daarmee zeker een
verdieping hoger dan de andere huizen
aan de Groentemarkt.
Het gebouw was niet alleen hoog, maar
ook breed. Deze relatief grote breedte
blijkt ook uit de kadastrale kaart van
1832: de oostkant van het perceel meet
daar bijna tien meter bij een gemiddelde
huisbreedte zes a zeven meter. Op het
schilderij in het HCL zijn twee raamvak-
ken zichtbaar, een te verwachten symme
trische gevelopbouw doet een derde travee
veronderstellen. Op één van de portretten
zijn vier raamvakken weergegeven, wat
een dergelijke opbouw onmogelijk maakt,
tenzij het middenstuk twee traveeën
omvatte. Daarentegen sluit een verdeling
in vier raamvakken weer beter aan bij de
grote gevelbreedte.
De gevel is uitgevoerd met een nissen-
top: op de tekening naar Beerstraten lijkt
sprake te zijn van opklimmende nissen in
de geveltrappen. Op beide afbeeldingen
zijn de kozijnen gevat in verdiept liggende
nissen die aan de bovenzijde zijn afgeslo
ten met korfbogen. Op de tekening naar
Beerstraten lijkt in het metselwerk boven
de kozijnen enig ornament aangebracht,
bij hem is bovendien de tweede verdieping
afgesloten met een boogfries.
Op de drie verwante schilderijen
bevindt zich op de begane grond een luifel,
Beerstraaten beeldt deze niet af. Al met al
maakt de gevel de indruk toe te behoren
aan een voornaam gebouw dat op grond
van het gevelmodel kan dateren uit de vijf
tiende of de vroege zestiende eeuw. Het
vertoont overeenkomsten met het oude
raadhuis uit Groningen dat uit 1443 stamt
en het eveneens vijftiende-eeuwse raad
huis van Workum. Het voormalige Leeu
warder raadhuis aan de Brol straalde
waarschijnlijk meer allure uit dan het
gebouw aan de Grote Hoogstraat.
1 Onder andere in 1665 en 1669, respectievelijk
HCL ORA ee-23; 163v en HCL ORA ff-15; 133,
nog in het Wijkboek van 1878 vermeldt Eekhoff
bij het hoekpand Naauw-Groentemarkt: 'Voor
heen: Onder de Lindeboom', terwijl hij in zijn
Geschiedkundige beschrijving II op pag. 418
ingaat op de functie als prieel.
2 Most, G. van der, Jan Abramsz., Abraham
Anthonie Beerstraten, kunstschilders uit de
zeventiende eeuw, met een kunsthistorische
bijdrage van E. Bartels. Uitg. Bert Post, Noor
den, 2002